W. de Sitter.
108
De kosten dezer verbouwing, inclusief de aanschaffing van
de benoodigde gymnastiektoestellen, werden geraamd 7250,
waarbij verder te rekenen zou zijn op een jaarlij ksche ver
goeding van huishuur ad 350 aan het hoofd der school
wegens gemis van een ambtswoning, alsmede op eventueele
kosten van inrichting van eenige tijdelijke schoollokalen tijdens
de verbouwing.
Het gymnastieklokaal te bouwen op een der speelplaatsen
achtte d"e Directeur minder gewenscht, aangezien de speel
ruimte, die men toch al gering vond, dan nog kleiner zou
worden en ook de verlichting in de 3 aangrenzende leerlokalen
door een dergelijken bouw zou worden gehinderd. Evenmin
kon met het oog op de marktbelangen het gymnastieklokaal
worden gebouwd op een deel van het terrein, waarop zich
de veilingloods bevindt, terwijl, afgezien van de daaraan ver
bonden ernstige bezwaren, het maken van een gymnastiek
lokaal ter plaatse van de tegenwoordige bovenwoning van het
hoofd der school, duurder zou zijn dan de uitvoering van het
in de eerste plaats genoemde plan.
Eindelijk zou het vervangen der houten scheidingswanden
door steenen wanden een uitgave vorderen van ƒ200.
Het aanbrengen van al deze verbeteringen zou dus volgens
de raming van den Directeur, met inbegrip van ƒ550 voor
onvoorziene uitgaven, een uitgave van ƒ10.500 eischen, natuur
lijk vermeerderd met de jaarlijksche huishuurvergoeding ad
ƒ350 voor het hoofd der school en eventueel de kosten voor
inrichting van een paar tijdelijke schoollokalen.
Aangezien ons al deze veranderingen evenzoovele verbete
ringen van het bestaande gebouw toeschenen en wij meenden,
dat door het aanbrengen daarvan aan de bezwaren van de
Schoolcommissie en van de ouders voor een groot deel zou
zijn tegemoetgekomen zonder de gemeentefinanciën al te zeer
te bezwaren, verzochten wij aan de Commissie van Fabricage
ons haar oordeel over de door den Directeur aangegeven ver
beteringen en de daaraan verbonden kosten wel te willen
doen kennen.
(Jit haar rapport van 12 April j.l. bleek ons, dat zij zich
in hoofdzaak met de voorgestelde verbeteringen kon ver
eenigen. Slechts achtte zij het niet noodig reeds nu tot ver
vanging der keibestrating door klinkers te besluiten, aangezien
hiertoe later nog altijd zou kunnen worden overgegaan, terwijl
h. i. voor de verbetering van den waterafvoer op de speel
plaatsen niet meer dan ƒ400 behoefde te worden uitgetrokken.
De totaalkosten zouden dan van 10.500 dalen tot 9400,
waarvan ongeveer 2100 door het Rijk wordt vergoed,
zoodat f 7300 voor rekening der gemeente zou blijven.
Intusschen was bij ons de vraag gerezen, of dit bedrag nog
niet belangrijk zou kunnen worden verminderd en wel door
niet over te gaan tot de verbouwing, vereischt voor het maken
van een gymnastieklokaal. Hoe wenschelijk wij het bezit van
een dergelijk lokaal voor de school ook vonden, een uitgave
van 7250 voor dit doel kwam ons wel wat hoog voor.
Bij eenige nadere overweging echter moesten wij de nood
zakelijkheid van deze uitgave wel inzien, doordat wij tot het
het inzicht kwamen, dat het lokaal niet alleen moest worden
gemaakt ten behoeve van de meisjesschool le klasse, doch
vooral om te voorzien in het groote gebrek aan gymnastiek
lokalen, dat hier ter stede bestaat. Een door ons ingesteld
onderzoek toch leerde ons, dat de bestaande gymnastiek
lokalen geenszins meer toereikend kunnen worden genoemd,
om het gymnastiekonderwijs in voldoende mate te geven.
Ook de Direeteur der Kweekschool, die, zooals u bekend is,
met de regeling van het gymnastiekonderwijs is belast, deelde
ons mede, dat hij afgescheiden van de vraag, of in het plan
tot eventueele verbouwing van de meisjesschool le klasse de
bouw van een gymnastieklokaal al dan niet zou worden
opgenomen, van oordeel was, dat uitbreiding van het aantal
gymnastieklokalen dringend noodig was.
En toen ook de Districts-Schoolopziener er in verband met
eene andere aangelegenheid bij ons ten sterkste op had aan
gedrongen, dat het aantal gymnastieklokalen werd vermeerderd,
was onze aarzeling verdwenen. Het inrichten van een nieuw
gymnastieklokaal elders zou toch allicht hooger kosten ver-
eischen, terwijl wanneer dit werd ondergebracht in de meisjes
school, bovendien het bezwaar werd ondervangen, dat aldaar
geen gymnastiek- en speellokaal was.
De gelden, noodig voor de uitvoering van het verbeterings
plan van den Directeur van Gemeentewerken, zooals dit ge
amendeerd werd door de Commissie van Fabricage, komen,
zooals wij reeds zeiden, tot een bedrag van 2100 voor rekening
van het Rijk. Van de overige ƒ7300 kan een bedrag van
5700, benoodigd voor het maken van het gymnastieklokaal
en de daarmede gepaard gaande verbouwing, uit leening worden
bestreden, terwijl de resteerende ƒ1600, ten laste van den post
voor onvoorziene uitgaven moeten worden gebracht.
Onder mededeeling, dat de Districts-Schoolopziener verklaard
heeft zich in principe met het verbouwingsplan te kunnen
vereenigen, geven wij U mitsdien in overweging door vast
stelling van den hierbij overgelegden begrootingsstaat, model
C, de voor het uitvoeren der bedoelde verbouwing en het
aanbrengen der verder aangegeven verbeteringen in de meisjes
school le klasse benoodigde gelden te onzer beschikking te
stellen.
Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog
ƒ12.459.315 beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, Maart 1910.
Aan den Raad der gemeente Leiden
geven met verschuldigden eerbied te kennen de onderge-
teekenden, allen ouders van kinderen, die de meisjesschool
lste klasse aan de Boommarkt bezoeken of bezocht hebben,
dat het hun gebleken is, dat de toestanden in deze school
aan billijke eischen van hygiene niet voldoen, terwijl ook, dooi
de onpractische inrichting van het gebouw, het onderwijs
dikwijls wordt bemoeilijkt. Naar hun inzien zijn de oorzaken
hiervan in twee rubrieken samen te vatten, die zij zich hierbij
veroorlooven, onder de aandacht van Uw College te brengen:
1° de ligging van het gebouw aan het water, op het Noor
den, vooral sedert de verwijdering der huizen aan de voor
malige Paardesteeg geheel open voor de koude N.W. winden,
waardoor b.v. ook de speelplaatsen vochtig en tochtig
zijn terwijl ook de Zuidkant in de schaduw staat van de
hooge huizen aan de overzijde van de Boommarkt, zoodat
slechts in enkele lokalen, en daar nog alleen gedurende enkele
uren van den dag in een gedeelte van het jaar, de zon kan
doordringen.
2°. de gebreken in het gebouw, waarvan enkele der voor
naamste hier toegelicht mogen worden: de speelplaatsen zijn
te klein, en er is geen speellokaal, zoodat de kinderen dikwijls
gedurende het speelkwartier hun eigen lokaal niet kunnen
verlaten, vele lokalen hebben geen eigen uitgang, waardoor
dikwijls storingen van het onderwijs voorkomen en eene orde
lijke ontruiming van het gebouw bij eventueel uitbrekenden
brand bezwaarlijk moet zijn, er heerscht dikwijls in het
gebouw een hoogst onaangename lucht, waarschijnlijk ten
gevolge van gebreken der rioleering, er is geen gymnastiek
lokaal, zoodat de leerlingen zich voor het gymnastiek-onderwijs
naar andere lokaliteiten moeten begeven, wat tijdverlies ten
gevolge heeft en bij slecht weer dikwijls zeer bezwaarlijk is.
Het is de overtuiging van ondergeteekenden, dat die be
zwaren niet anders verholpen kunnen worden dan door de
verplaatsing der school naar een nieuw gebouw,
weshalve zij Uw College het eerbiedig verzoek doen, het
daarheen te willen leiden, dat zoo spoedig mogelijk een nieuw
schoolgebouw worde gesticht,
't welk doende
(Volgen de namen van nog 86 adressanten.)
No. 182. Leiden, 12 Juli 1911.
In Januari 1908 heeft de firma J. C. Th. Marius te Utrecht,
naar Curatoren van het Gymnasium ons mededeelen, eenige
leveranties gedaan ten behoeve van het natuurkundig kabinet
dier inrichting tot een bedrag van 127.47. De rekening
hiervan heeft zij onmiddellijk bij den heer van Lohuizen,
leeraar in de natuurkunde, ingediend, terwijl zij in de maand
Maart d. a v. op verzoek van den heer van Lohuizen een
duplicaat rekening aan den toenmaligen rector, Dr. L. Punt,
heeft toegezonden.
Deze laatste schijnt, om welke reden is thans natuurlijk
niet meer na te gaan, de rekening onder zich gehouden te
hebben, zonder voor betaling te zorgen. Doch hoe dit ook zij,
vast staat, dat door een of ander verzuim de bedoelde rekening
tot dusverre onbetaald is gebleven.
Met Curatoren komt het ons voor, dat de firma Marius
niet de dupe mag worden van een verzuim, dat ten deze
schijnt te zijn gepleegd en dat het billijk is alsnog tot de
betaling van het verschuldigde bedrag over te gaan.
Een dergelijke betaling, betrekking hebbende op een reeds
afgesloten dienstjaar is echter niet mogelijk zonder voor
afgaand raadsbesluit en zonder de machtiging van Gede
puteerde Staten.
Wij bieden U mitsdien, teneinde alsnog tot de betaling der
rekening te kunnen overgaan, hierbij ter vaststelling aan een
staat model A, strekkende tot betaling van voornoemd bedrag
van 127.47 uit den post voor Onvoorziene Uitgaven,
dienst 1911, op welken post thans nog 10.859.31s beschik
baar zijn.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. vari Leiden.