99 huur voor het gebruik van gemeentelijke lokalen in rekening gebracht en er is dus alle aanleiding, om ook aan de afdeeling Leiden van den «Volksbond" het lokaal in het Caecilia-Gasthuis kosteloos in gebruik te geven. Wij geven U mitsdien in overweging aan de afdeeling Leiden van den Volksbond tegen drankmisbruik tot weder- opzeggens toe vergunning te verleenen het op de in de Leeskamer ter inzage liggende situatie-teekening aangeduide lokaal in het Caecilia-Gasthuis kosteloos te gebruiken gedurende een tweetal avonden per week in maanden October tot en met April a. s., onder de navolgende voorwaarden: lo. dat de kosten van verwarming, verlichting en schoon houden voor rekening der afdeeling komen; 2o. dat alle schade, toegebracht aan het Caecilia-Gasthuis, tengevolge van het gebruik maken van het lokaal door de afdeeling aan de gemeente worde vergoed 3». dat geen veranderingen in het lokaal worden gemaakt, dan met goedkeuring van ons College, en voor rekening der afdeeling; 4o. dat de tengevolge van den arbeid afkomende afval, zooals krullen en dergelijke, dagelijks vóór het ingaan van den nacht worde weggeruimd; en 5«. dat alle ter zake van het gebruik door ons College gegeven of nog te geven voorschriften worden nagekomen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen J. A. M. A. Grondhout en J. H. E. Rückert, resp. voorzitter en secretaris van de afdeeling Leiden vati den Volksbond tegen drank misbruik, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 5 Januari '1903 no. 7; dat deze afdeeling voornemens is een huisvlijtcursus op te richten, waarvan doel en strekking uit bijgaande toelichting mogen blijken; dat zij daarbij Uw steun verzoekt door het zoo mogelijk kosteloos in bruikleen afstaan van het op bijgaanden blauw druk met een rood kruis aangegeven lokaal van het Caecilia- gastkuis gedurende twee nader aan te geven avonden per week van de maanden October tot en met April van de komende winters, met dien verstande, dat de afdeeling vuur, licht en schoonhouden van het lokaal voor haar rekening zal nemen. l jr 't Welk doende enz. J. A. M. A. Grondhout, Voorzitter. Rückert, Secretaris. Leiden 23 Mei 1911. No. 170. Leiden, 28 Juni 1911. Respectievelijk op 31 Juli en 18 Augustus e. k. eindigt de huur van de bovenwoning in de Nieuwsteeg no. 10a en van het pakhuis in de Dolhuissteeg no. 18, laatstelijk bij raadsbesluiten van 14 Juli 1910 en 25 Augustus 191Ö verhuurd aan het „Tehuis voor Vrouwen" voor f '175.per jaar en aan B. Neuteboom voor f 25.per jaar. Aangezien de huurders krachtens de bepalingen van het contract weder voor één jaar gebonden zijn en ook overigens bij ons tegen de verlenging der huur geen bezwaar bestaat, geven wij U in overweging te besluiten: de bovenwoning in de Nieuwsteeg no. 10a opnieuw voor den tijd van één jaar te verhuren aan het «Tehuis voor Vrouwen," tegen een huurprijs van f 175.per jaar; het pakhuis in de Dolhuissteeg no. 18 eveneens opnieuw voor den tijd van één jaar te verhuren aan B. Neuteboom, koopman alhier, voor f 25.per jaar, een en ander verder op de bij de gemeente gebruikelijke voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 171. Leiden, 28 Juni 1911. Onder overlegging van nevensgaand verzoek van Mej. I. A. Thomése, om eervol ontslag uit hare betrekkingen van leerares in het Duitsch aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes en van tijdelijk leerares in het Duitsch aan de Hoogere Burger school voor Jongens alhier, en van de daaromtrent ingewonnen adviezen van de Commissie van Toezicht en van den Inspec teur van het Middelbaar Onderwijs, hebben wij de eer U mede te deelen, dat bij ons tegen de inwilliging van dat verzoek geen bedenkingen bestaan. Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging aan Mej. I. A. Thomése, op haar verzoekeervol ontslag uit hare hierbovengenoemde betrekkingen te verleenen en zulks met ingang van 1 September 1911. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. 's-Gravenhage, 23 Juni 1911. In antwoord op nevensvermeld schrijven heb ik de eer Uw College te berichten, dat er mijnerzijds geen bezwaar tegen bestaat, dat aan Mej. 1. A. Thomése, leerares aan de Hoogere burgerschool voor meisjes en tijdelijk leerares aan de H. B. School voor jongens in Uwe gemeente, op haar verzoek als zoodanig eervol ontslag worde verleend, zulks met ingang van 1 September e.k. Mitsdien heb ik de eer Uw College in overweging te geven te bevorderen, dat op het adres gunstig worde beschikt. De Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs, J. Campert. Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden. Leiden, 16 Juni 1911. In antwoord op het schrijven van Uw college van 14 Juni 1911 (No. 10a/46) hebben wij de eer in overweging te geven, Mejuffrouw I. A. Thomése, ingevolge haar verzoek, eervol te ontslaan uit de betrekking van leerares in het Duitsch aan de H.B. S. voor meisjes en uit de betrekking van tijde lijke leerares in het Duitsch aan de H. B. S. voor jongens alhier. Het ons ter inzage gegeven verzoekschrift wordt hierbij teruggezonden. De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs, P. Zeeman, Gz. Voorzitter. A. Kluyver, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, ondergeteekende, Thomése lka, Alida, leerares in het Duitsch aan de H. B. S. voor meisjes en tijdelijk leerares aan de H. B. S. voor jongens, dat zij met ingang van 1 September a. s. is benoemd tot leerares aan de H. B. S. voor meisjes te 's-Gravenhage, reden, waarom zij verzoekt, met ingang van 1 September a. s. uit beide bovengenoemde betrekkingen eervol te worden -ontslagen. 't Welk doende, enz. I. A. Thomése. Leiden, 13 Juni 1911. Heerengracht 4 N°. 172. Leiden, 29 Juni 1911. Overeenkomstig het bepaalde bij art. 2 der verordening van 23 April 1908, regelende den door de gemeente te ver leenen steun ter bevordering van de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van werkloosheid, hebben wij de eer U hiernevens de volgende voordrachten aan te bieden ter benoe ming van 4 leden van het bestuur van het Gemeentelijk Werkloozenfonds, ter vervulling van de vacatures, ontstaan door de periodieke aftreding van de heeren A. J. van Achter berg, J. Bots, C. H. Kouw en C. Laterveer. I. 1». A. J. VAN ACHTERBERG, 2». W. C. MULDER. II. 1». J. BOTS, 2°. W. DE LA RIVIÈRE. III. 1". C. H. KOUW, 2°. A. P. HOUPS. IV. 1°. C. LATERVEER, 2°. A. KOPPIER. Wij verzoeken U thans tot eene benoeming te willen overgaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 173. Leiden, den 12 Juni 1911. Bij deze hebben wij de eer het navolgende onder de aan dacht van Uw College te brengen Op het leerplan van het Gymnasium was tot nu toe voor

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 3