DONDERDAG 15 JUNI 1911. 91 lies van ongeveer f 7000. Den heer Pera heb ik hooren zeggen, dat de kamers van den Directeur vrij vroolijk zijn. Het doet mij genoegen te vernemen, dat dus ook volgens den heer Pera de krankzinnigen eveneens in vrij vroolijke kamers zullen worden gehuisvest, zoodat ook in dit opzicht de ver pleging door de verbouwing niet zal lijden. Ik stel in deze zaak veel prijs op het oordeel va i den heer Pera, die zich met deze zaken nog al eens bezig houdt, maar hij houde het mij ten goede ik stel nog veel meer prijs op de meening der deskundigen, al heb ik dan ook wel eens beden king tegen hun rn. i. soms wat al te zware eischen. Zoo kan ik mij niet begrijpen, welke gewichtige bezwaren zij hebben tegen de houten paviljoens, maar op dit gebied ben ik geen deskundige. De heer Roem. Mijn bezwaar geldt niet het bedrag voor den bouw van de Directeurs-woning; ik ben overtuigd, dat daarvoor zeker een bedrag van 15000 noodig is. Mijn bezwaar geldt alleen de inrichting van het kasteel tot verpleging der patiënten. De heer Fokker. Ik zal gaarne medewerken deze zaak tot stand te helpen brengen, maar toch weegt bij mij ook het woord van den heer Mulder, dat f 15000 voor den bouw van eene Directeurs-woning wellicht te veel is. Waar ik dus geen bezwaar zou hebben om principieel te besluiten het geld beschikbaar te stellen, zou ik toch aan den anderen kant Burgemeester en Wethouders wel willen uitnoodigen om eerst nog eens met een ander plan te komen, eerst nog eens te zien of het niet goedkooper kan. De Voorzitter. Het maken van een ander plan kost heel veel tijd; wij moeten verder nog permissie aan de Koningin vragen voor de verbouwing en hoe eerder de plaatsen beschik baar zijn, des te beter is het. Wat de nieuwe Directeurs-woning betreft, nog eens: kunnen wij goedkooper terecht, dan zullen wij dat zeker doen maar dit nu vooraf nog eens nader te gaan overwegen en den dienst der Gemeentewerken het maken van een nieuw plan op te dragen, dat misschien ƒ250.— a ƒ500.— goedkooper is, zal ons een kostbaren tijd doen verliezen. Men bedenke ook wel, dat wij dit huis niet bouwen om het te verhuren; het wordt als eigendom gebouwd en moet soliede zijn. Daardoor wordt het echter allicht iets duurder. Trouwens, ook de heer Roem heeft toegegeven, dat de som niet te hoog is. De heer van der Elst. M. d. V. Ik wil alleen nog den heer Fokker mededeelen, dat de Commissie zeer lang heeft beraadslaagd over de verschillende plannen. Er zijn eerst veel duurder plannen ingediend, maar die hebben wij afgekeurd. Eindelijk is de Directeur der Gemeentewerken gekomen met dit plan, dat wel het minimum is van wat eene dergelijke Directeurs-woning moet zijn. Wij moeten ook niet uitsluitend rekenen met den tegenwoordigen Directeur, die geen kinderen heeft; wij moeten eene behoorlijke woning zetten voor iemand met een gezin van 4 kinderen en die toch ook eene flinke studeerkamer moet hebben. Daarvoor achten wij een bedrag van f 15000.niet te hoog, ook als wij naar andere plaat sen zien. De heer van der Lip. M. d. V. De heer Fokker motiveerde zijn bezwaar tegen het voor de woning uitgetrokken bedrag o a. ongeveer met deze woorden: »als een man als de heer Mulder zegt, dat het goedkooper kan, moeten wij daaraan gewicht hechten1'; maar wij- beroepen ons voor ons cijfer op het oor deel van enkele deskundigen, die alles hebben berekend, en ook op hetgeen in andere plaatsen voor den bouw van een Directeurs-woning noodig is gebleken. Trouwens, de heer Mulder zegt eenvoudig zonder eenige motiveering: ik vind f 15000.te veel. Nu erken ik heel gaarne de autoriteit van den heer Mulder of van een ander, die verstand heeft van huizenbouw, maar dan moet zijne bestrijding gemotiveerd zijn. Zoo niet, dan maakt zoo'n bestrijding op mij niet den minsten indruk. De heer Mulder had dezelfde redevoering kunnen houden, als wij gekomen waren met een plan van b.v. f 12000.of welk bedrag ook. Men kan toch altijd wel zeggen: dat bedrag is te hoog, het kan best goedkooper. De heer A* Mulder. M. d. V. Ik zal niet breedvoerig op dit punt ingaan. Ik heb niet gezegd, dat het huis voor f 1000 minder kan gebouwd worden, maar ik heb ge vraagd: is het noodig, dat voor eene Directeurs-woning f 15000 wordt uitgegeven? Ik heb uit de cijfers gehoord, dat andere directeurs-woningen nog duurder zijn, maar is het wel nood zakelijk, dat wij ook zulk een dure woning gaan bouwen Wat een goede woning zal kosten, kan ik op dit oogenblik niet zeggen en ligt ook niet op den weg van een Raadslid om te zeggen, maar ik heb de overtuiging, dat het goed kooper kan. Maar wat is in den regel het geval Wanneer iets tot een zeker bedrag begroot wordt, dan wordt in 9 van de 10 gevallen het bedrag eer overschreden, dan dat men er onder blijft. Nu moge men zeggen: wanneer het minder kan, dan zullen wij het ook doen en dit wil ik gaarne aannemen maar van dat minder komt nu eenmaal zelden iets terecht; meestal is het tegendeel het geval. Ik geloof dus, dat wij werkelijk deze zaak nog eens nauwkeurig moeten bezienik geloof niet, dat het noodig is zulk een groote som uit te geven. Kunnen Burgemeester en Wet houders nog niet eens in overleg treden met den Directeur der Gemeentewerken om te zien of het werk niet voor wat minder kan worden uitgevoerd? De Voorzitter. De plannen zijn nauwkeurig overwogen door de Commissie voor Endegeest, hierbij voorgelicht door den Directeur der Gemeentewerken. Wanneer men nu telkens dergelijke plannen gaat op zijde leggen, omdat men weer wat anders wil hebben, dan wordt het een uitstel ad calendas graecas. Wij zullen het werkelijk zoo goedkoop mogelijk doen. Het is een plan, dat reeds door deskundigen is opgemaakt, en nu zouden wij het wederom om advies naar een deskundige moeten zenden? Dat is ronddraaien in een cirkel; het geeft niets anders dan vertraging. Waar dient de Commissie voor Endegeest voor, wanneer de plannen, die zij eenmaal over wogen heeft, toch weder naar haar teruggezonden worden Burgemeester en Wethouders kunnen toch niet de belofte afleggen, dat het werk goedkooper zal kunnen worden uitge voerd; wij zullen het zoo zuinig mogelijk doen, maar wij kunnen toch niet zoo gaan bouwen, dat over een paar jaar reeds allerlei gebreken aan het licht komen. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van Burg. en Weth.. in stemming gebracht, wordt aangenomen met 22 tegen 6 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Timp, Sijtsma, de Boer, van Tol, Vergouwen, Bots, Reimeringer, Bosch, Corts, Driessen, Zwiers, van der Eist, Carpentier Alting, Meuleman, P. J. Mulder, Aalberse, Kerstens, Korevaar, van Hamel, van der Lip, Hoo- genboom en de Vries. Tegen stemmen de heeren: A. Mulder, Pera, Fokker, Roem, van Gruting en Briët. XXI. Voorstel in zake de reiniging der gemeente na afloop van het thans geldende pachtcontract. (Zie Ing. St. No. 140.) De heer Pera. M. d. V. Ik zou willen voorstellen om de behandeling van deze zaak uit te stellen tot eene volgende vergadering, omdat er onderscheidene leden zijn, die dit voorstel nog eens wat breeder en nauwkeuriger willen onder zoeken. Het verslag, dat wij hebben ontvangen, is van zoo grooten omvang, dat het velen niet mogelijk is geweest het behoorlijk te bestudeeren. De heer Fokker. M. d. V. Ik vind eigenlijk ook. dat deze zaak nog niet rijp is voor behandeling in den Raad. Wij hebben een uitgebreid rapport gekregen, dat ik met belang stelling heb gelezen, maar dat ons vertrouwelijk is toegezonden en waarvan de burgerij nog geen kennis heeft kunnen nemen. Waar wij nu een zeer belangrijk besluit gaan nemen, dat veel geld zal kosten en ons voor onafzienbaren tijd zal binden, meen ik, dat wij de zaak eerst nog eens op ons gemak moeten kunnen bezien. Ik vereenig mij daarom met het voorstel van den heer Pera. De Voorzitter. Mag ik de heeren eraan herinneren, dat het rapport zes weken geleden aan de leden is toegezonden en dat dit stuk toch wel in eenige uren is door te lezen? Er is inderdaad haast bij deze zaak, omdat wij slechts tot heden, 15 Juni, optie hebben ten aanzien van het terrein, dat wij eventueel kunnen noodig hebben. Het argument van den heer Fokker, dat de gemeentenaren het plan niet hebben gezien, maakt op mij niet veel indruk de heer Fokker zit hier toch als vertegenwoordiger van de gemeentenaren en als zoodanig kan hij zijn oordeel in deze zaak laten gelden. Dit is dan toch ook conform ons Staats recht. Ik zou daarom uitstel willen ontraden. De heer Korevaar. M. d. V. Ik zou nog gaarne iets aan uwe rede willen toevoegen. Ik zou nog wat nadruk willen leggen op het argument, dat wij grond in handen hebben voor het beltbedrijf en dat het onmogelijk is geweest dien grond langer in handen te houden. Neemt de Raad dus het voorstel van den heer Pera aan, dan ligt de Raad niet meer voor twee ankers; dan is de mogelijkheid ook uitge sloten om tot het beltbedrijf over te gaan, tenzij wij den daar voor noodigen grond uit handen willen breken, want voor den tegenwoordigen prijs zal die grond dan niet meer te krijgen zijn. Nu kunnen natuurlijk de heer Pera en anderen tot Bur gemeester en Wethouders het verwijt richten, dat zij dien

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 9