73
N°. 134. Leiden, 24 Mei 1911,
In een aan Burgemeester en Wethouders gericht adres
d.d. 26 April 1911 verzocht het bestuur van de afdeeling
Leiden van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers aan
dit College, te willen bevorderen, dat wijziging zou worden
gebracht in art. 7 van de Verordening op de Straatpolitie en
wel in dezen zin, dat de tijd, w7aarop karpetten, loopers, matten
enz. worden geklopt, voortaan wat vroeger dan 10 of later
dan 11 uur zou worden gesteld.
Het komt onze Commissie, in wier handen dit adres gesteld
is, voor, dat de door adressanten voor hun verzoek aangevoerde
grond, n.l. het belang der schoolkinderen, die zich in den mor
genschooltijd tusschen 10 en 11 uur eenigen tijd in de buiten
lucht verpoozen, eene wijziging in den voorgestelden zin
wenschelijk maakt. Op grond van eene nauwkeurige overweging
van de uren, waarop het kloppen van kleeden enz. nu voortaan
zal kunnen worden toegestaan, is onze Commissie tot de con
clusie gekomen, dat de beste tijd is die van 9—10 uur des
voormiddags: op dien tijd toch zijn de schoolkinderen niet
meer op straat en ook de meeste volwassenen op hunne werk
zaamheden.
Het adres van het bestuur van de afdeeling Leiden van den
Bond van Nederlandsche Onderwijzers en het door onze Com
missie op haar verzoek ontvangen rapport van den Commis
saris van Politie hierover liggen in de Leeskamer ter visie.
Wij hebben derhalve de eer, U nevensgaande concept
verordening ter vaststelling aan te bieden.
De Commissie voor de Strafverordeningen.
Aan den Gemeenteraad.
VERORDENING, houdende wijziging van de Verordening op
de Straatpolitie van den 1«" April 1897 (Gem.bl. No. 6),
laatstelijk gewijzigd bij de Verordening van 27 October
1910 (Gem.bl. No. 23).
Eenig artikel.
In art. 7 van de Verordening op de Straatpolitie worden de
woorden »tusschen 10 en 11 uur des voormiddags" vervangen
door: »tusschen 9 en 10 uur des voormiddags".
N°- 135. Leiden, 21 Mei 1911.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering in overweging te geven
gunstig te beschikken op bijgaand verzoek van Mej. J. J. M.
Tetterode, om ontslag uit hare betrekking van onderwijzeres
aan de openbare school der 2e klasse voor jongens en meisjes
aan de Oude Vest alhier, en haar dat ontslag eervol te verleenen
met ingang van 16 Augustus 1911.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 19 Mei 1911.
Aan de Edelachtbare Heeren Burgemeester en
Wethouders van Leiden.
Ondergeteekende heeft de eer UEA te berichten, dat zijner
zijds geen bezwaren ingebracht kunnen worden tegen het door
mejuffrouw J. J M. Tetterode ingediende verzoek om eervol
ontslag als onderwijzeres aan de Op. school 2e klasse voor
Jongens en Meisjes aan de Oude Vest.
Het Hoofd der School voornd
D. J. M. de Hondt.
Aan den Raad van Leiden,
Achtbare Heeren,
Bij dezen beeft Johanna, Jacoba, Maria, Tetterode de eer,
wegens haar aanstaand vertrek naar Indië, tegen half Augustus,
eervol ontslag te vragen uit hare betrekking van onderwijzeres,
aan de Openbare Lagere School voor Jongens en Meisjes aan
de Oude Vest.
Hoogachtend heeft zij de eer te zijn
Uwe dienstw.
Leiden 16 Mei 1911 J. J. M. Tetterode.
Vree wij kstr. 31a.
N°. 136. Leiden, 26 Mei 1911.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij tegen den in hare handen gestelden staat tot wijziging-
van de begrooting der Stads Bank van Leening, over het
dienstjaar 1910, geene bedenkingen heeft.
Zij adviseert U derhalve tot goedkeuring van dien staat te
besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 137. Leiden, 26 Mei 1911.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen
dat, indien Uwe Vergadering besluit tot het aangaan der door
Burg. en Weth. voorgestelde overeenkomst met Hazerswoude
inzake de gaslevering (Ing. St. n°. 121) en tot aankoop van de per-
ceelen aan den Heerensingel en de Schoolstraat (Ing. St. n°. 126),
zij noch tegen de wijze waarop wordt voorgesteld de benoodigde
gelden te vinden, noch tegen de daarbij gevoegde begrootings-
regelingen bedenking heeft.
Evenmin heeft de Commissie bezwaar tegen de bij Ing. St.
n°. 130 voorgestelde verhooging van begrootingsposten en de
betaling van een bedrag van ƒ28.688 uit den post voor Onvoor
ziene Uitgaven, zoodat zij U tot vaststelling van de daartoe
betrekking hebbende begrotingsstaten adviseert.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.