52 DONDERDAG 20 APRIL 1911. 7°. Mededeeling van S. P v. d. Hoogt en Mej. M. J. A. Weijers, dat zij hunne benoeming, respectievelijk tot onder wijzer en onderwijzeres aan de school in de Medusastraat aannemen. 8°. Mededeeling van A. Cattel, dat hij zijne benoeming tot onderwijzer-plaatsvervangend hoofd der school in de Heeren straat aanneemt. 9°. Mededeeling van Gedep Staten, dat over de eerste drie kwartalen van 1911, krachtens de artikelen 19 der Wet van 24 Mei 1897, zal worden betaalbaar gesteld ƒ31373.—. 10°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed gekeurde raadsbesluiten, houdende eervol ontslag aan J. J. Tertholen als onderwijzer-plaatsvervangend hoofd der school in de Heerenstraat en tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van den electrischen kabelaanleg naar Zoeterwoude. 11°. Missive van Gedep. Staten ten geleide van het Kon. Besluit houdende goedkeuring van de Verordening tot wijziging van die, regelende o.a. de heffing van schoolgeld aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. 12°. Mededeeling van M. J. Priems en D. C. de Bruyn,dat zij hunne benoeming tot onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de school in de Medusastraat aannemen. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van het bestuur der Vereeniging »Openbare Leeszaal en Bibliotheek" om toekenning van eene jaarlijksche subsidie ad 450. 2°. Verzoek van Mej. W. H. Dollee om eervol ontslag als leerares in het handteekenen. 3°. Verzoek van H. A. Breuning om eervol ontslag als leeraar aan het Gymnasium. 4°. Verzoek van W. Kruithof om eervol ontslag als onder wijzer met verplichte hoofdakte aan de school 4e klasse No 2. 5°. Verzoek van J. A. Buys om eervol ontslag als onder wijzer met verplichte hoofdakte aan de school der 3e klasse No. 3. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 6°. Verzoek van de Vereeniging tot bestrijding der tuberculose om weder in het genot te worden gesteld van de subsidie ad 1250.—. Zal worden behandeld bij de begrooting voor 1912. 7°. Adres van het bestuur der Vereeniging van Nederl. Loodwitfabrikanten, ten geleide van eene brochure getiteld: «Geschiedenis, bereiding en eigenschappen van het loodwit". 8°. Verzoek van den Directeur der Naaml. Venn. »Alg. Nederl. Slachtveeverzekering-maatschappij" om vergunning tot het bouwen van een houten gebouwtje op een gedeelte van het terrein aan de Veemarkt, Sectie N. No. 1119. 9°. Voorstel van Curatoren van het Gymnasium om een gratificatie toe te kennen, aan den Conrector voor de waar neming van het Rectoraat. Worden gesteld'in handen van Burg. en Weth. De Voorzitter stelt alsnog voor: de jaarwedde van de leerares in de gymnastiek, Mej. E. J. Deutz, vast te stellen als volgt: voor de Hoogere Burgerschool voor jongens op ƒ192.voor de Hoogere Burgerschool voor meisjes op ƒ288.voor de Kweekschool op 336.—, voor het Gymnasium op 96.—. De Voorzitter. Ingevolge art. 20 van het Reglement van Orde stel ik voor, als spoedeischend aan de orde te stellen het onder No. 95 vermelde ingekomen stuk, n.l. den staat van af- en overschrijving van verschillende sommen, in verband staande met de onlangs gesloten geldleening. Heeft iemand bezwaar tegen de onmiddellijke behandeling daarvan? Zoo niet, dan is daartoe besloten. Mag ik aan den Voorzitter van de Commissie van Financiën vragen, of de Commissie tegen dit voorstel bezwaar heeft De heer Reimeringer. Neen, mijnheer de Voorzitter. Het voorstel wordt zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Door eenige leden is mij verzocht om, voordat er tot de benoemingen wordt overgegaan, een bespreking te mogen houden met gesloten deuren. Ik zal de deuren dus laten sluiten, opdat de Raad dan eerst kunne beslissen of wij al dan niet met gesloten deuren zullen be raadslagen. De openbare vergadering wordt na eenigen tijd hervat. Aan de orde is alsnu I. Benoeming van een Commissaris der Stads-Bank van Leening. (Zie Ing. St. No. 67). De Voorzitter. Voor het doen van de nu volgende benoe mingen noodig ik de heeren van der Lip, Vergouwen, Hoogen- boom en Meuleman uit het stembureau te willen uitmaken. Wordt benoemd de heer Mr. Ph. B. Libourel met 26 stem men, terwijl 2 stemmen werden uitgebracht op den hêer P. Essers en één stem op den heer Mr. H. WT. C. J. de Jong. II. Benoeming van twee leden van het bestuur der ver eeniging »de Practische Ambachtsschool". (Zie Ing. St. No. 66). Achtereenvolgens worden benoemd de heerenA. M. Touw met 28 stemmen (de heer H. J. Planjer verkreeg 1 slem) en Mr. Q. J. Terpstra met 28 stemmen (de heer Dr. J. C. Schalkwijk verkreeg 1 stem). III. Benoeming van eene assistente bij het onderwijs in de handwerken aan de Kweekschool voor onderwijzers en onder wijzeressen. (Zie Ing. St. No. 73). Wordt benoemd met algemeene (29) stemmen Mej. A. E. Driesens. IV. Benoeming van eene eerste onderwijzeres in de hand werken aan de school der 3e klasse in de Medusastraat. (Zie Ing. St. No. 79). Wordt benoemd met 15 stemmen Mej. G. Koolhaas, terwijl 13 stemmen werden uitgebracht op Mej. S. C. J. de Wekker en één briefje in blanco was. V. Benoeming van eene derde onderwijzeres in de hand werken aan de school der 3e klasse in de Medusastraat, (Zie Ing. St. No. 79). Wordt benoemd met 28 stemmen Mej. A. S. Hooijer, terwijl één stem werd uitgebracht op Mej. J. J. W. Brijnen. VI. Benoeming van eene vierde onderwijzeres in de hand werken aan de school der 3e klasse No. 1. (Zie Ing. St. No. 72). Wordt benoemd mei algemeene (29) stemmen Mej. G. M. Wiersma. VII. Benoeming van een gemeente-apotheker(es). (Zie Ing. St. No. 93). Wordt benoemd met 27 stemmen Mej. H. H. de Wolff, terwijl 2 stemmen werden uitgebracht op Mej. J. A. van Toorenburg. De Voorzitter. Ik dank de heeren leden van het stem bureau voor de genomen moeite. VIII. Rekening, dienst 1909, van het R.-K. Wees- en Oude- liedenhuis. (Zie Ing. St. No. 68). De Voorzitter. De Commissie van Financiën adviseert, de rekening goed te keuren. Verlangt iemand hierover het woord? De heer Sijtsma. Tegen goedkeuring dezer rekening zelf heb ik natuurlijk niets, doch naar aanleiding van het advies van de Commissie van Financiën wensch ik toch een enkele vraag te doen. De Commissie van Financiën zegt n.l.: »De Commissie van Financiën heeft de eer u voor te stellen, de rekening van het R. C. Wees- en Oudeliedenhuis, dienst 1909, goed te keurenhoewel deze rekening niet geheel en al beantwoordt aan de eischen door de wet gesteld, meent de Commissie, na nadere toelichting door Heeren Regenten en ten einde de zaak te termineeren, deze rekening ter goed keuring aan u voor te stellen." Nu wensch ik te vragen, of het wel aangaat, dat wij als Gemeenteraad onze sanctie hechten aan een rekening die niet voldoet aan de eischen door de wet gesteld In ieder geval zou ik wel eenige inlichtingen wenschen. De heer Reimeringer. In antwoord op de vraag van den heer Sytsma kan ik mededeelen, dat de rekening gedurende geruimen tijd een onderwerp van beschouwing bij de Commissie van Financiën heeft uitgemaakt; de behandeling ervan heeft zelfs enkele maanden geduurd. Het bleek toch, dat het beheer op een eenigszins eigenaardige wijze was gevoerd. Verschillende zaken, die vroeger niet betaald konden worden, waren nu betaald. Door verkoop van land werd o. a. schuld afgelost. Verder was één van de posten niet genoegzaam gemotiveerd. Ware er hier sprake geweest van een klein bedrag, dan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 4