44 advies.der commissie van beheer over de gestichten »Endegeest" en Rh ij n geest", onder verwijzing naar de in de Leeskamer liggende voorwaarden van inschrijving en aanbieding, in overweging de levering ondershands op te dragen aan de Til- burgsche Machinefabriek en Ijzergieterij voorheen Gebroeders Mercx, te Tilburg voor de som van 10.870. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 75. Leiden, 31 Maart 1911. Tegen de overname in eigendom en onderhoud van het in nevensgaand adres bedoelde gedeelte van de Medusastraat bestaat noch bij de commissie van fabricage noch bij ons college bezwaaraangezien het straatgedeelte aan beide zijden voor meer dan de helft is bebouwd. Slechts zal vooraf een bedrag van 80 voor het in orde brengen der straat in de gemeentekas moeten worden gestort en zal door adressant, die geen eigenaar van het straatgedeelte blijkt te zijn, alsnog het bewijs moeten worden overgelegd, dat hij door den eigenaar tot de overdracht is gemachtigd. Mitsdien geven wij U in overweging te besluiten het ge deelte van de Medusastraat, kadastraal bekend onder Sectie K, n°. 2456, en nader op de hierbij overgelegde situatieteekening met een bruine kleur aangeduid, zonder eenige kosten voor de gemeente in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen, nadat door adressant voor het behoorlijk in orde maken van dat straatgedeelte een bedrag van 80 in de gemeentekas zal zijn gestort en hij zal hebben aangetoond tot de overdracht gerechtigd te zijn. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geef met verschuldigde eerbied te kennen dat ik Salemon Laurier wonende Janvossensteeg N°. 6 dat. hij eigenaar is van het gedeelte van de Mudusustraat te Oosten van de Nieuw gebouwde School en lang is Acht Meter dat hij verzocht dit gedeelte straat in eigendom te willen afstaan aan de Gemeente. t Welk doende Salemon Laurier Leiden 12 Januari 1911. Zij stelt U voor tot goedkeuring van die rekening te besluiten. l)e heer J P. Vergouwen, lid van het bestuur der vereeni- ging, heeft aan het onderzoek geen deel genomen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 76. Leiden, 4 April 1911. Tengevolge van de op 1 Januari j.l. in werking getreden wet van 30 December 1909, S. 416, tot wijziging der Gemeente wet zijn eenige wijzigingen aangebracht in het bepaalde omtrent het opnemen der boeken en kas van den Gemeente-Ontvanger. Vóór de inwerking treding dier wet moest die opneming ge schieden door ons College, terwijl daarvan proces verbaal moest worden opgemaakt en aan uwe Vergadering en Gedeputeerde Staten medegedeeld. Ingevolge het reglement van orde voor de vergadering van ons College vond de opneming echter niet plaats door ons College in pleno, doch door eene commissie, bestaande uit den Burgemeester en den Wethouder van Finan ciën, bijgestaan door den Gemeente-Secretaris, die van hun bevinding het bovenbedoelde proces-verbaal opmaakten Thans echter kan Uwe Vergadering krachtens het nieuwe tweede lid van artikel 116 aan ons College, met goedkeuring van Gedeputeerde Staten de bevoegdheid geven het opnemen van de boeken en de kas van den Ontvanger aan een lid van ons College of een daartoe aangewezen ambtenaar op te dragen. Het komt ons voor, dat het alleszins aanbeveling verdient, dat door U van die bevoegdheid wordt gebruik gemaakt, tenminste voorzoo veel betreft het in het leven roepen van de mogelijkheid, dat de opneming door een lid van ons College geschiedt. Uit den inhoud van het door Gedeputeerde Staten ingevolge het nieuwe 2e lid van artikel 181 der Gemeentewet vastgesteld model voor het proces-verbaal moet toch worden afgeleid, dat de opneming van kas en boeken van den Ge meente-Ontvanger, wanneer die bevoegdheid niet is gegeven, steeds door den Burgemeester en tenminste twee der Wet houders zal moeten plaats vinden, zoodat de in vroeger jaren gevolgde handelwijze niet meer mogelijk is. Onder mededeeling, dat het ons voornemen is bij het ver krijgen der in artikel 116, 2e lid vermelde bevoegdheid de opneming als regel op te dragen aan den Wethouder van Financiën, stellen wij Uwe Vergadering mitsdien voor ons de bevoegdheid te geven het opnemen van de boeken en de kas van den Gemeente-Ontvanger aan een lid van ons College op te dragen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 77. Leiden, 6 April 1911. Tegen de door het Bestuur der Vereeniging tot instand houding van het Leidsch Muziekcorps ingediende rekening over het jaar 1910 heeft de Commissie van Financiën geen bezwaar. N°. 78. Leiden, 7 April 1911. Wij hebben de eer U mede te deelen, dat de raming der navolgende posten van de gemeentebegrooting voor 1910 ontoereikend is gebleken en dat verhooging dier posten met de daarbij vermelde bedragen noodig is. Volgn. 67. Presentiegelden der leden van den Raad f 42.— Deze post vordert een uitgaaf van 1342. De raming was 1300 Volgn. 68. Jaarwedden van de ambtenaren en bedienden der gemeente-secretarie y> 42.21 De klerk ter Secretarie W. Reinders behaalde den 29en Juli 1910 het diploma, afgegeven door de »Nederlandsche vereeniging voor Gemeente belangen" en kreeg daardoor met ingang van dien datum recht op de eerste verhooging van zijn salaris met ƒ100.—. Eene aanvulling van den post met ƒ42.21 is dientengevolge noodig. Volgn. 81. Kosten van zegels van registers rekeningen enz403.95 Üp dit artikel moet een bedrag van ƒ1753.95 worden betaald. De raming was ƒ1350. Volgn. 83. Kosten van verteringen ten behoeve van het huishoudelijk bestuur en van de commissiën 77.63 Eenige extra uitgaven (bij de huldiging van den heer J. W. van Nouhuijs, Gezagvoerder der Gouver nementsmarine, de officiëele ontvangst der leden van het Geneeskundig Congres en van de leden van het Congres voor Openbare Gezondheidsrege ling) maken eene verhooging van dezen post met 77.63 noodzakelijk. Volgn. 87. Kosten van verteringen ten behoeve van het bureau van stemopneming124.79 Deze post vordert een uitgaaf van 374.79. De raming bedroeg 250. Volgn. 89. Kosten van de bevolkingsregisters 83.11 Het bedrag van ƒ900.uitgetrokken voor druk- en bindwerk en het bijwerken der bevolkings registers na de gehouden 9e tienjaarlijksche volks telling, bleek niet voldoende te zijn en moet met ƒ83.11 worden verhoogd. Volg. 90. Kosten van de 9e tienjaarlijksche volks telling 120. De kosten van de tienjaarlijksche volkstelling, geraamd op 2500.bedragen ƒ2620.eene verhooging van den post met ƒ120.is dienten gevolge noodig. Ter bestrijding van deze kosten is van het Rijk een bedrag van ƒ2728.53 ontvangen, welk bedrag wordt verantwoord op volgn. 49. Volgn. 117. Kosten van keuring van de overige levensmiddelen72.095 De uitgaven bedragen ƒ6459.095. Zij waren ge raamd op ƒ6387. Volgn. 120. Jaarwedden van het personeel ver bonden aan het bureau van de bouwpolitie en van het woningonder zoek. c. overige kosten45.44 Eene verhooging van dezen post met ƒ45.44 blijkt noodig. De raming bedroeg 600. Volgn. 126. Kosten van bruggen en overzetveren. a. Jaarwedden van het personeel voor de be diening147.72 Met het oog op de noodig gebleken assistentie bij de bediening der hulpbrug over de Turfmarkt, gedurende den bouw van de Blauwpoortsbrug, moet het voor buitengewone hulp op dit artikel geraamde bedrag van 200.met een bedrag van 147.72 worden verhoogd. Volgn. 139. Vergoeding of tegemoetkoming aan onderwijzers voor huishuur140.01 Wegens de uitkeering van tegemoetkomingen in de huishuur aan onderwijzers, die in den loop van 1910 daarop aanspraak verkregen, is het bij de begrooting geraamde bedrag ontoereikend ge bleken. Eene verhooging met 140.01 is noodig. Volgn. 141. Kosten van het herhalingsonderwijs. b. Overige kosten 12.885 Deze kosten bedragen 1387.885zij werden geraamd op 1375. Volgn. 145. Kosten van het aanschaffen en onderhouden der schoolboeken, leermiddelen en schoolbehoeften1250.525 Transporteeren 2562.365

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 4