GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 41 OGEKO![£Iir STUKKEN. N° 65. Leiden, 22 Maart 1911. De Commissie van Financien heeft de eer U mede te deelen, dat, indien de Raad besluit tot aanvulling van het Uitbrei- dings- en Vernieuwingsfonds der Electriciteitsfabriek met f 22000 ten behoeve van de stroomlevering in de gemeente Zoetei woude, zij tegen de daartoe strekkende begrootings- regeling geene bedenking heeft. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 66. Leiden, 20 Maart 1911. Het bestuur van de Vereeniging »de Practische Ambachts school" alhier heeft de eer Uwen Raad mede te deelen, dat zijn medelid de Heer B. J. H Haitink eerlang volgens rooster aftreedt en niet direct herkiesbaar is, terwijl ook zijn medelid de Heer Mr. E. C. Wiersma ontslag heeft genomen. Ter voorziening in deze vacaturen zijn door de algemeene ledenvergadering onzer vereeniging de volgende voordrachten opgemaakt voor de vacature Haitink de Heeren: 1. A. M. TOUW. 2. H. J. PLANJER. voor de vacature Wiersma de Heeren: 1. Mr. Q. J. TERPSTRA. 2. Dr. J. C. SCHALKWIJK. Overeenkomstig Art. 5 der Statuten gelieve Uwe Raad uit deze voordrachten twee leden van het bestuur te kiezen. Het bestuur voornoemd: G. van Driel, Voorzitter. R. J. H Haitink. Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. No. 67. Leiden, 24 Maart 1911. Ter vervulling van de vacature, welke met 1 Juli a. s ont staan zal in het college van Commissarissen der Stads-Bank van Leening, tengevolge van de periodieke aftreding van den heer Mr. Ph. B. Libourel, hebben wij de eer U krachtens art. 1 van het Reglement op de Bank van Leening, de vol gende alphabetische voordracht aan te bieden, met verzoek tot eene benoeming over te gaan: 10. P. ESSERS. 2°. Mr. H. W. C. J. DE JONG. 3°. Mr. Ph. B. LIBOUREL. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 68. Leiden, 27 Maart 1911. De Commissie van Financiën heeft de eer U voor te stellen de rekening van het R. C. Wees- en Oudeliedenhuis, dienst 1909, goed te keurenhoewel deze rekening niet geheel en al beantwoordt aan de eischen door de wet gesteld, meent de Commissie na nadere toelichting door Heeren Regenten, en ten einde de zaak te termineeren, deze rekening ter goed keuring aan U voor te stellen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 69. Leiden, 29 Maart 1911. Tegen de in hare handen gestelde begrooting, dienst 1911, van het R. Cath. Wees-en Oudeliedenhuis, heeft de Commissie van Financiën geene bedenkingen. Zij adviseert U tot goedkeuring van die begrooting te be sluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. No. 70. Leiden, 29 Maart 1911. Door het bestuur der R. K. Parochiale Jongensschool aan de Haarlemmerstraat is aan ons college de wensch te kennen gegeven, dat aan de spraakgebrekkige leerlingen dier school voor on- en minvermogenden het onderwijs, bedoeld in de verordening van 11 November 1909, regelende het onderwijs aan spraakgebrekkige kinderen te Leiden, van gemeentewege worde gegeven. Teneinde dit verzoek te kunnen inwilligen, zal eene aan vulling der verordening moeten plaats vinden, aangezien thans slechts onderwijzeressen de hoofdonderwijzeres, die met de leiding van het onderwijs aan de spraakgebrekkigen belast is, mogen bijstaan en op de school van adressanten uit sluitend door onderwijzers les wordt gegeven. Overeenkomstig het gevoelen der Plaatselijke Schoolcom missie geven wij Uwe Vergadering daarom in overweging door vaststelling van de navolgende verordening mogelijk te maken, dat in bijzondere gevallen ook aan onderwijzers die bijstand kan worden opgedragen. VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 11 November 1909 (Gemeenteblad no. 23), regelende het onderwijs aan spraakgebrekkige kinderen te Leiden. Artikel 1. In artikel 2, 2e lid wordt tusschen de woorden »onder- wijzeressen" en »van" ingevoegd: »,of in bijzondere gevallen door onderwijzers,". Art. 2. In artikel 2, 2e lid, laatste zin, en in de artikelen 3 en 5 wordt achter «onderwijzeressen" ingevoegd„of onderwijzers". Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N«. 71. Leiden, 29 Maart 1911. Met de Commissie voor het Marktwezen komt het ons voor, dat nevensgaand verzoek van F. Woestenburg en andere bewoners van den Apothekersdijk niet voor inwilliging vat baar is. Terecht toch merkt de Commissie in haar in de Leeskamer ter visie liggend rapport op, dat verplaatsing der groente- en ooftmarkt van den Apothekersdijk naar elders niet wel mogelijk is, aangezien dan het verband met de op de Bloemmarkt gehouden markt en veiling zou worden verbroken en het juist van groot belang is de markt bijeen te houden en niet te scheiden. Ter voorkoming van dit bezwaar, zoo vervolgt de Commissie, zou natuurlijk kunnen worden be sloten de markt zoowel van den Apothekersdijk als van de Bloemmarkt naar eene andere plaats over te brengen, doch ook dit zou h. i. niet in het belang der markt zijn en boven dien weder bezwaren bij anderen in het leven roepen. De argumenten n.l., die in 1903 voor de verplaatsing der groente- en ooltmarkt, van den Ouden Singel naar de Bloem markt en den Apothekersdijk werden aangevoerd (Ingekomen Stukken no. 220 van 1903) gelden ook nu nog en er is daarom naar het oordeel der Commissie geen enkele afdoende reden om thans op de in 1903, ingevolge verzoek van belangheb benden en overeenkomstig het advies van de Kamer van Koop handel en Fabrieken alhier, genomen beslissing terug te komen, terwijl een andere geschikte plaats op het oogenblik ook niet te vinden is. Wij kunnen ons met deze beschouwingen volkomen ver eenigen en geven Uwe Vergadering dan ook in overweging afwijzend op het verzoek van F. Woestenburg e. a. te be schikken. Inwilliging van het mede hierachter afgedrukt verzoek van A. van Varik e. a., om de groentemarkt eerst des namiddags te één uur te doen aanvangen achten wij daarentegen, even als de Commissie voor het Marktwezen alleszins rationeel. De kooplieden toch, die 's morgens met hunne wagens met groenten rondrijden, kunnen niet voor één uur op de markt komen en worden daardoor gedwongen van de z. g. voor- koopers, dus uit de 2e hand, hunne inkoopen te doen. Bil lijker en meer in het belang der markt komt het ons dien tengevolge voor, dat de groente- en ooftmarkt niet vroeger dan te één uur des namiddags aanvangt, op welk tijdstip alle koopers aauwezig kunnen zijn en waardoor ook tegen gegaan wordtdat de z. g. voorkoopers als 't ware de markt beheerschen en de prijzen drukken. Door een dergelijk besluit wordt tevens eenigermate tege moet gekomen aan de bezwaren, geopperd in het adres van de bewoners van den Apothekersdijk. Immers, de markt zal dan in den regel slechts een paar uur per dag duren en de hinder, die de omwonenden van de markt mochten onder vinden, zal zoodoende belangrijk worden verminderd. Boven dien worden de drukste markten in de maanden Juni, Juli, Augustus en September gehouden, in welke maanden de meeste studenten grootendeels niet in Leiden vertoeven, zoodat de overlast, dien de op den Apothekersdijk wonende studenten van de markt ondervinden, al zeer gering kan worden genoemd.. Wij merken hierbij evenwel op, dat de z. g Noord-Hollaridsche groente-markt (koolmarkt), die op en aan den Stillen Rijn gehou den wordt en de markt en veiling uitsluitend van ooft, evenals tegenwoordig 'smorgens vroeg zullen moeten beginnen, weshalve artikel 1. sub 1» a der verordening van 3 Maart 1904, houdende aanwijzing van de dagen, uren en plaatsen voor het houden van de verschillende markten en van veilingen van groente,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 1