GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
Sophie M. v. d. Ameele.
15
I^OEKOMEX STUKKEN.
N°. 18.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Ondergeteekenden hebben de eer voor te stellen:
In artikel 2 der Verordening regelende de heffing van school
gelden aan het Gymnasium, de Hoogere Burgerscholen enz
van 26 October 1899, gewijzigd 10 December 1903 en 5 Mei 1904:
de zinsnede »aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes ƒ60
per jaar''
te vervangen door de navolgende bepalingen
»Voor hen, die alle vakken volgen aan de Hoogere Burger
school voor Meisjes bedraagt het schoolgeld voor een leerling
uit een te Leiden wonend gezin, welks hoofd is aangeslagen in
den Hoofdelijken omslag dezer gemeente naar een inkomen
a. tot en met de dertiende klasse40.
b. in de veertiende tot en met de achttiende klasse 60.
c. in de negentiende toten met de drie en twintigste
klasse80.
d. in de vier en twintigste tot en met de zeven
en twintigste klasse100.
e. in de acht en twintigste klasse en daarboven. 150.
Voor leerlingen van laatstgenoemde Hoogere Burgerschool,
die zelve haar voortdurend verblijf in de gemeente Leiden hebben,
doch wier ouders of verzorgers niet in deze gemeente wonen,
wordt het schoolgeld, met inachtneming van het in de vorige
alinea bepaalde, door Burgemeester en Wethouders vastgesteld.
Fokker.
Leiden, 17 Januari 1911.
N°. 19. Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Ondergeteekenden hebben de eer voor te stellen:
In artikel 2 der Verordening regelende de heffing van school
gelden aan het Gymnasium, de Hoogere Burgerscholen enz.
van 26 October 1899, gewijzigd 10 December 1903 en 5
Mei 1904:
de zinsnede »aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes
60.per jaar"
te vervangen door de navolgende bepalingen
»Voor hen, die alle vakken volgen aan de Hoogere Burger
school voor Meisjes bedraagt het schoolgeld voor een leer ling
uit een te Leiden wonend gezin, welks hoofd is aangeslagen
in den Hoofdelijken omslag dezer gemeente naar een inkomen
a. tot en met ƒ3500.—60.
b. 3500.tot en met 5000.80.
c. 5000.— 7000.110.
d. 7000.9000.140.
e. 9000.11.000.180.
boven 11000.220.
Voor leerlingen van laatstgenoemde Hoogere Burgerschool
die zelve haar voortdurend verblijf in de gemeente Leiden
hebben, doch wier ouders of verzorgers niet in deze gemeente
wonen, wordt het schoolgeld, met inachtneming van het in de
vorige alinea bepaalde, door Burgemeester en Wethouders
vastgesteld.
Voor leerlingen van laatstgenoemde Hoogere Burgerschool,
wier ouders of verzorgers in een andere gemeente wonen en
die niet zelf hun voortdurend verblijf in de gemeente Leiden
hebben, voor zoover althans met het bestuur dier gemeenten
geen overeenkomst is gesloten, krachtens welke leerlingen uit
die gemeenten tegen betaling van het gewone schoolgeld moeten
worden toegelaten, wordt het schoolgeld met inachtneming
van het in de eerste alinea bepaalde, door Burgemeester en
Wethouders vastgesteld echter mag dit in geen geval minder
dan 150.bedragen."
Meuleman.
J. P. Vergouwen.
N°. 20. Leiden, 12 Januari 1911.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Naar aanleiding van no. 341 der «Ingekomen Stukken van
d*en Gemeenteraad van Leiden", waarin na eene uiteenzetting
van het vóór en tegen eener belasting op de publieke ver
makelijkheden in deze gemeente, B. en W. mededeelen dat
van hun College geen voorstel tot invoering eener zoodanige
belasting kan worden verwacht, heeft ondergeteekende de eer
de volgende motie voor te stellen:
»De Raad kennis genomen hebbende van de mededeelingen
vervat in No. 341 der Ingekomen Stukken van den Gemeente
raad van 16 November 1910, van oordeel dat invoering eener
belasting op de publieke vermakelijkheden op een wijze zooals
daarin wordt bedoeld wel is in het belang der gemeente,
noodigt B. en W. uit met bekwamen spoed een concept
verordening regelende deze belasting den Raad ter vaststelling
voor te leggen."
N°. 21. Leiden, 20 Januari 1911.
In Uwe Vergadering van 19 dezer werd wel het voorstel
van den heer Vergouwen tot verhooging van het schoolgeld
aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes en het daarop
ingediend amendement van den heer Meuleman, door de voor
stellers ingetrokken, doch werd tevens een voorstel van de
heeren van der Eist, Sijtsma en Fokker, om een progressief
schoolgeld aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes in te
voeren in onze handen gesteld ten fine van praeadvies, ter
wijl bovendien de heer Meuleman de indiening van een der
gelijk vonrstel aankondigde.
In verband hiermede komt het ons voor, dat het niet wen-
scbelijk is, om in het schoolgeld voor de buitenleerlingen der
Hoogere Burgerschool voor Meisjes wijziging te brengen vóór
de behandeling van ons praeadvies over bovengenoemde voor
stellen.
Wij geven L' mitsdien in overweging ons voorstel betreffende
het door de buitenleerlingen der Hoogere Burgerschool voor
Jongens en der Hoogere Burgerschool voor Meisjes te betalen
schoolgeld (lng. St. No. 349 van 1910) in dien zin te wijzigen,
dat vooralsnog alleen omtrent het schoolgeld voor de buiten
leerlingen van eerstgenoemde school een beslissing wordt
genomen. In de beide conclusiën van het voorstel zullen
dan de woorden «beide Hoogere Burgerscholen" vervangen
moeten worden door: «Hoogere Burgerschool voor Jongens".
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 22. Leiden, 20 Januari 1911.
Onder overlegging van nevensgaand verzoek van Mèj. S. M.
van den Ameele en van het naar aanleiding daarvan uitge
bracht advies van het Hoofd der betrokken school, hebben wij
de eer u in overweging te geven aan Mej. S. M. van den
Ameele, op haar verzoek, met ingang van l April 1911 eervol
ontslag te verleenen uit hare betrekking van derde onder
wijzeres in de handwerken aan de openbare lagere school der
4e klasse No. 2 alhier.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 20 Januari 1911.
Edelachtbare Heeren.
Ingevolge Uw verzoek om te willen dienen van bericht en
raad omtrent de ontslagaanvrage van Mej. S. M. van den
Ameele als 34e onderwijzeres in de nuttige handwerken voor
meisjes, heeft ondergeteekende de eer U mede te deelen, dat
zijnerzijds geen bezwaar bestaat het gevraagde ontslag met
ingang van 1 April 1911 eervol te verleenen.
't Hoofd der üpenb. lag. School IV. klasse No. 2.
J. Broeze.
Aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden.
Oegstgeest, 18 Jan. 1911.
Naar aanleiding van een voorgenomen huwelijk, verzoekt
ondergeteekende, S. M. v. d. Ameele, wonende te Oegstgeest.
derde onderwijzeres in de handwerken aan de School 4« klasse
No. 2 te Leiden als zoodanig eervol ontslag tegen 1 April 1911.
Met de meeste hoogachting
Uw dw. dnr.
Aan H.H. Burgemeester en Wethouders
der Gem. Leiden.
A. VAN DER El.ST.
K. SlJTSMA.
K. SlJTSMA: