GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 109 OOEKOKE^ STEKKEN. N°. 369. Leiden, 20 December 1910. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen dat indien de Raad besluit, overeenkomstig de voordrachten van Burgemeester en Wethouders, a. tot beschikbaarstelling van een bedrag van ƒ111000. voor den bouw van een nieuw administratiegebouw, een winkelhuis enz. ten behoeve van de stedelijke fabrieken van gas en electriciteit (Ing. St. No. 358), b. tot overneming van de bestaande brug over de Mare- singelgracht bij de Gasfabriek en een gedeelte van de aarden baan en den bouw van een nieuwe draaibrug aldaar (Ing. St. No. 361), c. tot, toekenning van een subsidie over het jaar 1911 aan de vereeniging «Zuigelingenzorg" ad 200.(Ing. St. No. 363) en d. tot beschikbaarstelling van een bedrag van f '1500.— ten behoeve van de vergrooting van de woning van den lsten Geneesheer van «Rhijngeest" (Ing. St. No. 364), zij tegen de daarbij overgelegde begrootingsstaten geene be denking heeft. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 370. Leiden, 23 December 1910. Onder verwijzing naar nevensgaand schrijven van Commis sarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit en onder mededeeling, dat wij ons met den inhoud van dat schrijven geheel kunnen vereenigen, stellen wij U voor de jaarwedde van den heer E. J. F. Thierens, adjunct-Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, met ingang van 1 Januari 1911, te verhoogen met 500.en mitsdien vast te stellen op 3500. Aan den Gemeenteraad. Burg. en W;eth. van Leiden. Leiden, 23 December 1910. Bij dezen hebben wij de eer U het volgende mede te deelen. Bij raadsbesluit van 3 Juni 1909 werd tot adjunct-directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit op e<m salaris van f 3000.— benoemd de heer E. J. F. Thierens, w. i. Den 15den Juli d. a. v. is de heer Thierens in dienst getreden. Zijn voorganger, wijlen de heer Holleman, genoot een wedde van 3500; leeftijd, ervaring en praktische kennis in aanmerking genomen, was het aanvangssalaris van den heer Thierens hiermede in overeenstemming. Gedurende den tijd, dien de heer Thierens bij de gemeente werkzaam is geweest, is gebleken dat hij volkomen voor zijn taak berekend is. De uitbreiding der electriciteitsfabriek, waardoor deze de dubbele capaciteit zal verkrijgen, is door hem voorbereid en voor een goed doel onder zijn leiding uit gevoerd. Vooral dit laatste is geen gemakkelijke taak, als men in aanmerking neemt, dat de bestaande fabriek 24 uur in een etmaal in bedrijf moet blijven. Daarbij is de betrekking van adjunct-directeur door bijvoe ging van andere werkzaamheden omvangrijker geworden dan vroeger. Wij achten het daarom billijk, dat het salaris van den adjunct-directeur tot 3500, zijnde de som, die door zijn voorganger werd genoten, wordt verhoogd. Wij teekenen hierbij aan dat ingevolge art. 5 der Verorde ning van den 6den Juni 1907, houdende Reglement op het beheer en bestuur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit (N°. 8 van 1907) de jaarwedde van den adjunct directeur zal bedragen van 3000 tot 4000 en deze door den Gemeenteraad wordt vastgesteld. üp grond van het bovenstaande hebben wij de eer U in overweging te geven bij den Raad het voorstel aanhangig te maken om, met ingang van 1 Januari 1911, de wedde van den adjunct-directeur der Sted. Fabrieken van Gas en Electri citeit vast te stellen op 3500. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit J. Korevaar, Voorzitter. P. J. M. Aalberse. J. P. Driessen. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 371. Leiden, 23 December 1910. Wij hebben de eer U mede te deelen, dat de gemeente in de gelegenheid is zich voor de som van ƒ32.000.den eigendom te verschaffen van een complex huisjes aan de Langegracht, de Westvolmolensteeg en het Bloemendaalshof. Dit complex wordt zoowel aan de oost- als aan de westzijde begrensd door de terreinen van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit en het is dus duidelijk, dat het met het oog op eene uitbreiding van die fabrieken van het hoogste belang is, dat het complex door de gemeente ten behoeve der licht fabrieken wordt aangekocht Weliswaar zijn niet al de huisjes, die van het complex deel uitmaken, direct voor het bedrijf noodig en zoude de aankoop van enkele dier huisjes met het oog daarop misschien nog eenigen tijd kunnen worden uitgesteld, doch het komt ons voor, dat het zoowel ter verkrijging van een afgerond geheel, als om fmancieele redenen in het belang der gemeente is het geheele complex aan te koopen. Het spreekt toch wel haast vanzelf, dat indien de aankoop van de niet direct benoodigde huisjes tot later wordt uitgesteld, deze ontzettend in prijs zullen stijgen. En de gemeente zoude dan, zooals men wel zegt, het kind van de rekening zijn. Besluit men daarentegen het complex in zijn geheel te koopen, dan is dit, behalve in het financieel belang der ge meente, bovendien bevorderlijk aan het verkrijgen van een mooi geheel daar ter plaatse. Tusschen het terrein der Elec triciteitsfabriek en dat gereserveerd voor de kantoren der lichtfabrieken bevinden zich dan niet langer eigendommen van anderen en het terrein dier fabrieken wordt met eene oppervlakte van 1000 M2. (waaronder begrepen de Westvol molensteeg, die natuurlijk na latere amotie der huisjes hare beteekenis verliest) vergroot. Om al deze redenen komt het ons derhalve zeer gewenscht voor, dat tot aankoop van het geheele complex ten behoeve der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit wordt over gegaan Behalve dit complex heeft de gemeente nog een 29 tal andere huisjes in handen, gelegen aan de Langegracht ten oosten van het Prinsensteegje, in de onmiddellijke nabijheid der Gas- en Electriciteitsfabrieken, voor de som van ƒ50.600. De aankoop van deze huisjes is zeer gewenscht, teneinde te kunnen beschikken over een terrein, waarop eventueel de vuilverbranding zoude kunnen plaats hebben, indien mocht worden besloten om na beëindiging van het pacbtcontract in zake het reinhouden der gemeente op 31 December 1913, in plaats van het tegenwoordige systeem van vuilverwijdering tot vuilverbranding over te gaan. Wordt hiertoe echter niet besloten, dan zal de aankoop van het terrein, dat met inbegrip van het Vogelstraatje een oppervlakte heeft van '1457 M2, toch niet nutteloos zijn, aangezien de grond, waarop de huisjes staan, dan kan dienen tot uitbreiding van het terrein der Gas- en Electriciteitsfabrieken. Want al is uit breiding van het terrein dier fabrieken ook met dezen grond vermoedelijk niet in de naaste toekomst noodig, hoogstwaar schijnlijk zal die, gezien de uitbreiding der fabrieken in den laatsten tijd, na verloop van eenige jaren wel noodig zijn. En wij zijn ervan overtuigd, dat dan de prijzen veel hooger zullen zijn, zoodat directe aankoop in ieder geval voordeelig is voor de gemeente. Op grond van al het bovenstaande geven wij U mitsdien in overweging: 1°. te besluiten tot den aankoep van het complex huisjes aan de Langegracht, de Westvolmolensteeg en het Bloemen daalshof, benevens den strook grond, genaamd het Bloemen daalshof, alles kad. bekend onder Sectie B nis., 2141, 2309 en 2767 t/m 2780 voor de totaalsom van ƒ32.000. 2°. te besluiten tot aanvulling van het Uitbreidings- en Vernieuwingsfonds der fabrieken van G. en E. met een bedrag van 33.259.onder bepaling, dat jaarlijks door die fabrieken aan de gemeente zal worden betaald dezelfde interest als de gemeente van het door haar geleende kapitaal verschuldigd is en dat jaarlijks 5% zal worden bestemd tot aflossing van schuld of kapitaalbelegging, te beginnen met het jaar 1911. 3°. te besluiten tot den aankoop van het complex huisjes aan de Prinsensteeg, de Langegracht en het Vogelstraatje, kad. bekend onder Sectie Bnis 581, 585 t/m. 593, 597 t/m. 600, 1297, 1298, 1301 t/m. '1303, 1384 t/m. '1386, 1810, 1813, 1891 t/m. 1893, 2720 en 2721 voor de totaalsom van 50.600. 4°. over te gaan tot de vaststelling van den hierbij over- gelegden suppletoiren begrootingsstaat, groot met inbegrip var» de kosten van overdracht, 85.653.375. De koopprijs van elk huisje afzonderlijk is vermeld op een in de Leeskamer liggenden staat. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1910 | | pagina 1