202 DONDERDAG 8 DECEMBER 1910. Waar ik nu eenmaal heb voorgesteld, om het schoolgeld op ƒ80.te brengen en dat voorstel al twee jaar hangende is, kan ik nu moeilijk met een voorstel komen, om dat nog te verhoogen. Als een van de andere leden evenwel met een voorstel komt, om dat bedrag te verhoogen, dan zal ik natuurlijk gaarne dat voorstel steunen. Anders blijf ik bij mijn voorstel. De Voorzitter. Ik had niet gedacht, dat de heer Vergou wen zoo spoedig het voorbeeld van den heer Sijtsma zou hebben gevolgd, maar mocht ik het straks van den heer Sijtsma onbillijk gevonden hebben, nu vind ik het heelemaal onbillijk, want op de Agenda staat duidelijk het voorstel van den heer Vergouwen tot verhooging van het schoolgeld voor de Hoogere Burgerschool voor meisjes. De omzetting van de Hoogere Burgerschool voor meisjes in een M. U. L. O. school is absoluut niet aan de orde. Omtrent het rapport, door Burgemeester en Wethouders op voorstel van den heer Vergouwen uitgebracht, is nu niets aan de orde, zoodat de heer Vergouwen moeilijk kan zeggen, dat het te vroeg aan de orde is gebracht. Ik heb er geen bezwaar tegen gehad, dat de heer Vergouwen er thans over sprak, maar hij heeft het nu zoo breedvoerig gedaan, dat wij het nu wel spoedig en gemakkelijk zullen kunnen voorbereiden. Al is het voorstel der omzetting dan niet aan de orde, zoo mag ik toch wel even zeggen, dat ik met belangstelling het betoog van den heer Vergouwen heb gehoord en daar ik zelf geen onderwijsspecialiteit ben, kan ik dus moeilijk in bestrij ding treden. Waar de heer Vergouwen echter zegt, dat het een per soonlijke bestrijding is geweest, meen ik, dat dat niet juist is. Burgemeester en Wethouders hebben alleen verdedigd het behoud van een Hoogere Burgerschool voor meisjes in deze gemeente. Over het algemeen (de zaak dateert eigenlijk geheel en al uit den tijd vóór mijn optreden als Burgemees ter) zal wel iedereen uit de stukken van het vorig jaar ge destilleerd hebben, dat de heer Vergouwen de Hoogere Burgerschool voor meisjes wilde omzetten in een school voor M. U. L. O. en daar Burgemeester en Wethouders dat niet wilden, hebben zij zich daartegen verzet, maar dat is toch geen persoonlijke bestrijding. Waar de heer Vergouwen verder zegt, dat er anders geredeneerd wordt, al naarmate van wie het voorstel komt, meen ik dat dat niet juist is; men kon het schoolgeld op de Hoogere Burgerschool voor jongens niet verhoogen omdat anders de subsidie van 't Rijk gevaar zou hebben geloopen. Iets anders is, dat de Minister ons heeft verzocht, eens met de buitengemeenten te confereeren over de heffing van een hooger schoolgeld. Anders zal een wetsvoorstel ingediend worden, om een verhooging mogelijk te maken. Nu stonden wij dus tegenover het geval, dat wij het eigenlijk verplicht waren. De heer Reimeringer. M. d. V. Naar aanleiding van hetgeen de heer Vergouwen gezegd heeft, wensch ik toch even het antwoord van de Commissie voor het Middelbaar Onderwijs nader in het licht te stellen. De heer Vergouwen verlangt van de commissie iets onmogelijks, dat zij zal terugkomen van hetgeen zij zelf wil en wat haar heilige overtuiging is. Zoo lang echter de Commissie het den heer Vergouwen niet naar den zin maakt, wil deze het rapport geheel en al afbreken. Het doel van het rapport is eenvoudig, om aan te toonen de onjuistheid van de bewering van den heer Ver gouwen, dat de ontwikkeling van de leerlingen, die van een M. U. L. O. school komen, precies gelijk staat met die van meisjes, die van de Hoogere Burgerschool komen. Het rapport toont dan ook aan, dat dit absoluut onjuist is en het verwondert mij, dat het rapport nog niet lijvig genoeg gevonden wordt en dat men nog meer wil hebben, om aan te toonen, dat de meisjes, die van de Hoogere Burgerschool komen, zich gunstig onderscheiden door hun meerdere ontwikkeling op allerlei gebied. De heer Vergouwen heeft trouwens zelf reeds toegegeven, dat het onmogelijk is, dat onderwijzers (voor wie ik alle achting heb) die alleen een acte Lager Onderwijs hebben, hetzelfde grondige onderwijs geven dat op de Hoogere Burgerschool voor meisjes gegeven wordt door leeraressen, van wie zelfs het bezit van de acte B wordt geëischt. Het groote verschilpunt is misschien, dat de heer Vergouwen andere eischen stelt aan meisjes, die, hetzij een examen moeten doen, hetzij in de maatschappij moeten komen. Echter is gebleken dat van 640 meisjes, die van de Hoogere Burgerschool kwamen, een groot deel een zeer eervolle positie verworven heeft, dat de meisjes van de Hoogere Burgerschool het best geschikt zijn, om verder te gaan voor onderwijzeres en dat door alle instellingen, die in de Ingekomen Stukken zijn genoemd, hulde wordt gebracht aan de goede, breede ontwikkeling van de meisjes, die van de Hoogere Burgerschool komen. Een van de heeren heeft gezegd: ik heb veel liever de meisjes, die de Hoogere Burgerschool doorloopen hebben, dan die van de M. U. L. O school. De M. U. L. O. school is dan ook eenvoudig wat het woord aangeeft, een school voor meer uitgebreid lager onderwijs, een totaal ander onderwijs dus dan dat, hetwelk gegeven wordt op de Hoogere Burgerschool. Als voorbeeld noem ik het onderwijs in litteratuur. Er is beweerd, dat de boeken die gebruikt worden op de M. U. L, O. school dezelfde zijn als de boeken, die gebruikt worden op de Hoogere Burgerschool voor meisjes en daaruit wordt dan geconcludeerd, dat de leerlingen bij het verlaten van de school op dezelfde hoogte zijn. Dat is totaal onjuist, mijnheer de Voorzitter. Het is zeker waar, dat enkele van de boeken, die gebruikt worden op de Mi U. L. O. school, ook gebruikt worden op de Hoogere Burgerschool voor meisjes, maar wanneer de geachte voorsteller de zaak nog eens nader had bekeken, dan had hij gezien, dat naast de boeken voor grammatica ook andere boeken gebruikt worden en die geven juist meer inzicht en betere ontwikkeling aan de meisjes, die de Hoogere Burgerschool volgen. Wanneer wij bijvoorbeeld nemen de boeken, die op de Meisjes Hoogere Burgerschool gebruikt worden voor het onderwijs in de Fransche letterkunde, dan vinden wij behalve de grammatica, verschillende schrijvers. De oudere schrijvers worden goed behandeld, men kent stukken van Racine, Corneille, Molière, terwijl op de M. U. L. school wat ook natuurlijk is, een gewoon leerboek wordt gebruikt. Bij Engelsch krijgen de kinderen op de M. U. L. O. school eenvoudig een boek over Engeland, terwijl men op de Hoogere Burgerschool voor meisjes Shakespeare en andere schrijvers behandelt. Zoo gaat het ook met Duitsch. De kinderen op de Hoogere Burgerschool voor meisjes leert men apprecieeren de groote Duitsche dichters, daar worden behandeld Schiller Goethe, Lessing en ook de nieuweren. Daarvan is op de M. U. L. O. school geen sprake. Men gebruik! daar in de hoogste klassen een boekje, dat men in Duitschland misschien aan kinderen van tien of twaalf jaar geeft, en waarin in plaats van litteratuur het bekende verhaaltje voorkomt van een Duitscher, die in Amsterdam komt en denkt door het antwoord dat hij telkens krijgt, dat een heer, wiens rijkdommen hij bewonderd en een begrafenis die hij ontmoet, van een en dezelfde persoon is en »kann nicht verstehen" heet. Men zal toch moeten toegeven, dat er een groot verschil is tusschen de ontwikkeling die aan de eene school en die, welke aan de andere school wordt gegeven. Ik zou het dan ook zeer betreuren wanneer de Hoogere Burgerschool werd omgezet in een school voor M. U. L. O. De Voorzitter. Naar aanleiding van de woorden van den heer Reimeringer wil ik er de heeren even attent op maken, dat nu eigenlijk gesproken wordt over iets, dat heelemaal niet aan de orde is. Thans is slechts aan de orde het voorstel van den heer Vergouwen om het schoolgeld te verhoogen. Nu kunnen de heeren wel over het rapport spreken, maar dat debat mag niet te lang duren. Als de heer Vergouwen naar aanleiding van dat rapport een voorstel doet, dan kan dat natuurlijk wel in behandeling komen, maar op het oogenblik is het beter dat de heeren zich bepalen tot het thans aanhan gige voorstel, om het schoolgeld van 60 te brengen op 80. De heer Meuleman. M. d. V. Het is nu bijna twee jaar geleden, dat het voorstel van den heer Vergouwen, om het schoolgeld voor de Hoogere Burgerschool voor meisjes te ver hoogen, werd ingediend. De kwestie van de omzetting is ook ter sprake gekomen in de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs en die Commissie was toen van meening, dat daar geen sprake van kon zijn. Geheel anders staat het evenwel met de vraag, of het geen tijd wordt, dat het school geld voor de Hoogere Burgerschool voor meisjes wordt gebr acht op het peil, waarop het eigenlijk'behoort. Burgemeester en Wethouders hebben uitgerekend, dat het onderwijs op de Meisjes-Hoogere Burgerschool de gemeente per leerling (en er zijn er 63) kost 180.en als men dan bedenkt, dat de leerlingen van de Meisjes-Hoogere Burgerschool over het algemeen uit dien stand komen, die nu werkelijk niet het slechtst in staat is, om belasting te betalen, dan vraag ik mij af, of het dan geen tijd wordt, de schoolgelden te brengen op een zoodanige hoogte, dat de school niet zoo exorbitant veel kost. Ik wil niet zeggen, dat zij zich zelf moet kunnen bedruipen, want ik heb er wel wat voor over, dat Leiden een goeden naam heeft op het gebied van het onderwijs, en dat Leiden onderwijsinrichtingen heeft, die de menschen er toe kunnen brengen, zich hier te vestigen. Ik heb daarom de eer, voor te stellen, te lezen in plaats van 80, 100. De heer Fokker. M. d. V. Zou ik even een vraag mogen doen? Zou het niet overweging verdienen, de verdere behan deling van dit voorstel, waarop nu reeds een amendement is ingekomen van den heer dr. Meuleman, aan te houden tot een volgende vergadering, wanneer de Wethouder van onderwijs aanwezig is. Wij zullen er toch zeker prijs op stellen, de opinie van den geachten Wethouder van onderwijs over deze zaak te vernemen. Het is toch werkelijk geen kleinigheid, het schoolgeld te verhoogen van 60 op 100.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1910 | | pagina 8