GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
137
INGEKOHEir STUKKEN.
N°. 318. Leiden, 18 October 1910.
De Commissie van Financiën heeft de eer IJ mede te dee-
len, dat zij geene bedenking heeft tegen de door Burgemees
ter en Wethouders voorgestelde overneming van de Groen-
hovenstraat in eigendom en onderhoud bij de gemeente (Ing.
St. n° 315), noch, indien de Raad besluit tot het doen aan
leggen van een plantsoentje of heesterpark aldaar, tegen de
hierop betrekking hebbende begrootingsregeling.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 319. Leiden, 18 October 1910.
Naar aanleiding van eene bij haar ingekomen klacht over
het gevaar, veroorzaakt door het berijden van de Kerksteeg
tusschen de Heerengracht en de Vestestraat in de richting
naar de Vestestraat, is door de politie een onderzoek inge
steld naar de juistheid dier klacht.
Op grond van hare in de Leeskamer ter inzage liggende
rapporten komt het ons voor, dat het inderdaad aanbeveling
verdient het rijden door de Kerksteeg te beperken.
Thans mag deze zoowel door automobielen als door voer
tuigen èn in de richting naar de Heerengracht èn in de
richting naar de Vestestraat worden bereden.
In het belang van de veiligheid van verkeer achten wij
het gewenscht het rijden met automobielen geheel te ver
bieden en dat met voertuigen voorzooveel betreft het rijden
in de richting naar de Vestestraat.
Het verkeer met automobielen wordt hierdoor niet noemens
waard bemoeilijkt, aangezien met automobielen door het pa
rallel loopende gedeelte der Groenesteeg, dat begrepen is
tusschen de Heerengracht en de Vestestraat, in beide rich
tingen mag worden gereden.
Dit gedeelte Groenesteeg is evenwel op grond van het be
paalde in art. 70 der verordening op de straatpolitie uitge
sloten van het verkeer met voertuigen in de richting naar
de Vestestraat, doch er is o. i. geen enkel bezwaar dit verbod
uit de verordening te lichten, waar het den bestuurders van
automobielen wel vrijstaat de Groenesteeg tusschen de Heeren-
gracht en de Vestestraat in beide lichtingen te berijden en
dit gedeelte der steeg veel breeder is dan de Kerksteeg.
Moeilijkheden behoeft een verbod om met voertuigen de Kerk
steeg in de richting naar de Vestestraat te berijden dan niet
op te leveren.
Nu wij Uwe Vergadering derhalve voorstellen de verorde
ningen óp het rijden met motorrijtuigen en rijwielen en op
de straatpolitie eenigszins te wijzigen en aan te vullen, kan
van deze gelegenheid worden gebruik gemaakt, om ook nog
een paar andere wijzigingen in de eerstgenoemde verordening
en in de artikelen 68 en 70 der laatstgenoemde verordening
aan te brengen.
Zoo wordt in art. 68 der verordening op de straatpolitie
verboden harder dan stapvoets door de Schapensteeg te rijden,
terwijl art. 70 het berijden van de Schapensteeg in de
richting naar de Haarlemmerstraat verbiedt, niettegenstaande
het rijden door de Schapensteeg reeds gedurende eenige
jaren geheel en al verboden is op grond van het bepaalde in
art. 72, aangezien die steeg blijkens eenig zichtbaar teeken
(i. c. de houten paaltjes aan het uiteinde bij de Haarlem
merstraat en het bord met het opschrift «niet inrijden" aan
het uiteinde bij den Apothekersdijk) aan het verkeer met
voertuigen is onttrokken. De Schapensteeg dient dus uit de
artikelen 68 en 70 geschrapt te worden. Evenzoo kan uit
art. 68 de Paardensteeg vervallen, aangezien die steeg is
vervangen door de veel breedere Prinsessekade.
In de verordening op het rijden met motorrijtuigenen rijwielen
zouden wij aan art. 3 nog een nieuw vierde lid wenschen toege
voegd te zien, waarbij het den bestuurders van motorrijtuigen
of van rijwielen verboden wordt ook op die wegen of ge
deelten van wegen en door die stegen te rijden, welke door
Burgemeester en Wethouders tijdelijk van het verkeer hetzij
met automobielen, hetzij met fietsen, hetzij met automobielen
en fietsen, zijn uitgesloten. De bedoeling van deze bepaling
is, om Burgemeester en Wethouders de bevoegdheid te geven,
indien dit hun b.v. met het oog op het maken of herstellen
der rioleering of het herstellen der bestrating noodzakelijk
voorkomt, tijdelijk het rijden met automobielen of fietsen of
met beide vervoermiddelen in eeri straat of steeg te verbieden,
gelijk op grond van het bepaalde in artikel 72 der verorde
ning op de straatpolitie ten opzichte van andere vervoer
middelen mogelijk is.
De Rijks-, Provinciale-, of voor doorgaand verkeer vereischte
en geschikte wegen zijn van dit verbod uitgesloten, teneinde
strijd met de bepalingen der motor- en rij wiel wet te ver
mijden.
Met het oog op de vele wijzigingen, welke in de verordening
op het rijden met motorrijtuigen en rijwielen zijn aangebracht,
komt het ons eindelijk wenschelijk voor deze verordening op
nieuw vast te stellen. De minder duidelijke bepaling in art.
3 eerste lid, dat het verboden is te rijden op de helling van
de Vischbrug in de richting van den Nieuwen Rijn kan dan
overeenkomstig de bedoeling gelezen worden »in de richting
naar den Nieuwen Rijn", in art. 6 kan »art. 8, 3°" ver
vangen worden door »art. 8, litt. b, 2°" in verband met eene
na de vaststelling der verordening aangebrachte wijziging in
dat artikel der motor- en rijwielwet, terwijl tenslotte de ar
tikelen 9t>ia, 10 en 11 kunnen genummerd worden 10, 11 en 12.
Op grond van een en ander geven wij Uwe Vergadering
alsnu in overweging:
a. vast te stellen de hierbijgaande verordening, houdende
wijziging der artikelen 68 en 70 der verordening op de
straatpolitie;
b. in de verordening op het rijden met motorrijtuigen en
rijwielen de hierachter afgedrukte wijzigingen aan te brengen
en de aldus gewijzigde verordening op nieuw in haar geheel
vast te stellen.
De Commissie voor de Strafverordeningen.
Aan den Gemeenteraad.
VERORDENING, houdende wijziging der verordening op de
straatpolitie van 1 April 1897 (Gein. Blad n°. 6),
laatstelijk gewijzigd bij verordening van 10 December
1908 (Gem. Blad n°. 32).
Artikel 1.
In artikel 68 van bovengenoemde verordening vervallen de
woorden: »de Paardensteeg, de Schapensteeg".
Art. 2.
In artikel 70 vervalt uit alinea 3 «de Schapensteeg", wordt
in de zinsnede, aanvangende met »het gedeelte van de Groene
steeg" „Heerengracht" vervangen door «Vestestraat" en wordt
vóór de woorden, »en eindelijk" eene nieuwe zinsnede inge
voegd, luidende: »de Kerksteeg tusschen de Heerengracht en
de Vestestraat in de richting naar de Vestestraat."
WIJZIGINGEN, voorgesteld in de verordening op het rijden
met motorrijtuigen en rijwielen van 17 Mei 1906
(Gem. Blad n°. 23), laatstelijk gewijzigd bij verorde
ning van 24 Juni 1909 (Gem. Blad n°. 11).
1°. In artikel 3 wordt in het eerste lid inplaats van »in de
richting van den Nieuwen Rijn" gelezen: »in de richting naar
den Nieuwen Rijn".
2°. In artikel 3, 2e lid wordt vóór »de Pelikaanstraat" in
gevoegd: y>de Kerksteeg tusschen de Heerengracht en de
Vestestraat"
3°. Aan artikel 3 wordt een nieuw vierde lid toegevoegd,
luidende:
Bovendien is het den bestuurders van motorrijtuigen of
van rijvnelen verboden te rijden op die wegen of gedeelten van
wegen en door die stegen, welke door Burgemeester en Wet
houders tijdelijk van het verkeer, hetzij met motorrijtuigen en
rijwielen, hetzij met motorrijtuigen op meer dan twee wielen
hetzij met motorrijtuigen op twee wielen en rijwielen, zijn
uitgesloten, mits die wegen niet zijn Rijks-, Provinciale-, of
voor doorgaand verkeer vereischte en geschikte wegen".
4°. In artikel 6 wordt »8, 3°" vervangen door y>8, litt. b2°"
5°. De artikelen 9bis, 10 en 11 worden de artikelen 10,11 en 12.
N°. 320. Leiden, 18 October 1910.
In de raadszitting van den 2en December 1909 werd be
sloten om het hoofd der school 3e klasse No. 1, den heer P.
A. Hibma, met ingang van 1 Mei 1910 aan het hoofd dei'
Jongensschool 2e klasse te stellen.
Diens opvolger, de heer Verbrugge, aanvaardde zijne be
trekking den len September j. 1. zoodat het bestuur dier school,
na aftrek van drie weken zomervacantie, ongeveer drie maanden
werd waargenomen door den onderwijzer-plaatsvervangend
hoofd, den heer J. Verweij de Winter.
Bij vorige dergelijke gelegenheden werden deze buitenge
wone diensten beloond door aan het plaatsvervangend hoofd