118
bepaalde in §261 der Algemeene Voorschriften het navolgende
voorschrift zal worden opgenomen.
»Het loodwit moet worden betrokken van een fabriek,
welke het aflevert gemalen in zuivere belegen lijnolie."
De Minister van Waterstaat
Voor den Minister
De Secretaris-Generaal
G. VAN DER MeüLEN, l.-S.-G.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van de Gemeente
Leiden.
N°. 295. Leiden, 3 October 1910.
Dat op nevensgaand verzoek van de Afdeeling Leiden van
den Algemeenen Nederlandschen Typografen Bond moeielijk
anders dan afwijzend kan worden beschikt, behoeft naar wij
meenen, geen breede toelichting.
In de eerste plaats wordt door adressante verzocht dat bij
het opnieuw uitbesteden van het gemeentelijk drukwerk »een
nieuw artikel in de overeenkomst wordt opgenomen, waarbij
het den betrokken drukkers-patroons wordt verboden, het
grondwettelijk recht van vereenigen aan hun personeel te
ontnemen."
Wij behoeven u wel niet te zeggen dat een dergelijke
bepaling geen zin zou hebben en dan ook volkomen over
bodig is. Niemand, ook niet een drukkerspatroon, is in staat
om iemand zijn grondwettelijke rechten te ontnemen. Waar
toe dan een verbod, dat slechts zou dienen om iemand een
handeling te verbieden die hij toch niet zou kunnen verrichten?
Dit sluit natuurlijk niet uitdat een drukkerspatroon
bezwaar kan maken om werklieden in dienst te nemen of in
zijn dienst te houden, die lid zijn van de een of andere veree-
niging. Maar dat is een zaak, die de patroon zelf behoort uit
te maken en waar de gemeente zich buiten behoort te houden.
Ieder moet vrij zijn om die werklieden in dienst te nemen,
die de hun op te dragen werkzaamheden naar zijn meening
het best zullen verrichten. En evenmin als men aan iemand
zijn grondwettelijk recht van vereeniging kan ontnemen,
evenmin is het geoorloofd om iemand te belemmeren in de
vrije keuze der personen, die hij aan zijn zaak wil verbinden.
En het zou der gemeente zeker niet voegen in deze eenige,
zij het ook indirecte, pressie uit te oefenen.
Maar ook het tweede verzoek mist, meenen wij, allen grond.
Hetzij het drukwerk in het openbaar, hetzij het ondershands
wordt verpacht, in beide gevallen kan ieder die dit wenscht,
van de voorwaarden der aanneming inzage nemen. Immers
ook bij onderhandsche gunning geschiedt dit niet, dan krach
tens een openbaar Raadsbesluit, waarvan aan ieder, die dit
wenscht, een afschrift wordt verstrekt. Nog daargelaten dus,
dat in overeenkomsten als hier bedoeld, tal van bepalingen
voorkomen, ja, wij zouden haast zeggen, bijna uitsluitend
bepalingen voorkomen, die de werklieden als zoodanig niet
aangaan, staat toch de kennisneming daarvan voor een ieder
open. Maar dan kan er ook geen enkele reden zijn om nog
verder te gaan en den aannemer de verplichting op te leggen
om de voorwaarden, waarop hij het werk heeft aangenomen,
ten allen tijde voor de werklieden op de werkplaatsen ter
inzage te leggen.
Mitsdien geven wij U in overweging op beide onderdeelen
van het verzoek afwijzend te beschikken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 12 September 1910.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
EdelAchtbare Heeren.
Geven eerbiedig te kennen, H. Neuteboom en J. J van
Stralen, respectievelijk optredend als Voorzitter en Secretaris
der Afd. Leiden van den Alg. Ned. Typografen-Bonden
domicilie kiezende ten huize van J. J. van Stralen, Bakker-
korfïstraat 8, te Leiden:
dat zijbij het opnieuw uitbesteden van Gemeentedruk
werk zoowel voor het gedeelte wat tot 31 December a s.
onderhands is gegund aan de firma Groenals wel voor het
gedeelte, dat periodiek openbaar wordt aanbesteed, gaarne
wenschen
le. dat een nieuw artikel in de overeenkomst wordt opge
nomen, waarbij het den betrokken drukkers-patroons wordt
verboden het grondwettelijk recht van vereenigen aan hun
personeel te ontnemen
2®. dat zoodanige afdoende maatregelen worden getroffen
dat voor het personeel de voorwaarden der inschrijving ten
alle tijde ter inzage liggen.
't Welk doende,
Namens de Afd. Leiden Alg. Ned. Typ. Bond.
H. Neuteboom, Voorz.
J. J. v. Stralen, Secr.
N°. 296. Leiden, 3 October 1910.
Reeds spoedig nadat in uwe vergadering van 27 Januari
van dit jaar besloten was aan de gemeente Leiderdorp gas
te leveren, verzocht ook bet gemeentebestuur van Rijnsburg
de voorwaarden te mogen kennen, waaronder onze gemeente
bereid zou zijn dat dorp van gas te voorzien. Waar evenwel
het gemeentebestuur van Warmond Rijnsburg reeds meteen
aanvrage was vóór geweest, moest de behandeling van het
verzoek van Rijnsburg noodwendig eenige vertraging onder
vinden.
Bezwaar kon echter uit den aard der zaak ook deze aan
vrage niet ontmoeten. Zij lag geheel in de lijn van de in den
laatsten tijd door de gemeente gevolgde gedragslijn om het
afzetgebied harer fabrieken van gas en electriciteit zooveel
mogelijk ook over de omliggende gemeenten uit te strekken.
Het kwam er slechts op aan de voorwaarden te formuleeren,
waarop ook hier weer overeenstemming zou kunnen worden
verkregen. Toen dus in uwe vergadering van 19 Mei 1.1. de
Raad aan de met Warmond te sluiten overeenkomst zijn goed
keuring had gehecht, werden de onderhandelingen met Rijns
burg met ernst ter hand genomen. Sedert kwam men ook hier
tot, overeenstemming, zoodat thans behoudens uwe goedkeu
ring, tot het aangaan van de hierbij overgelegde concept
overeenkomst kan worden overgegaan.
Na onze praeadviezen, opgenomen onder nia- 31 en 135
van de Ingek Stukken van dit jaar, zal deze overeenkomst
nauwelijks meer toelichting behoeven. Mutatis mutandis toch
is deze overeenkomst geheel gelijk aan die welk laatstelijk
met Warmond werd gesloten. Immers ook hier zal evenals
in Leiderdorp en Warmond het gas rechtstreeks aan de
verbruikers (en dus niet in massa aan de gemeente) worden
geleverd. Slechts de cijfers behoeven dus nog vermelding.
De totaal-kosten van den aanleg worden geraamd op f 52.500
Deze zijn verdeeld als volgt:
Voor de persleiding van de Postbrug over Oegstgeest naar
Rijnsburgf 7000.—
voor den gashouder te Rijnsburg13000,
loods en toestellen3500.
het buizennet in Rijnsburg16500.—
gasmeters3000.
muntgasinstallaties6000.
huisleidingen2000.
materiaal straatverlichting1500
Totaal f 52500.—.
De aanlegkosten zijn dus 12500.hooger dan voor Lei
derdorp en f 19500.hooger dan voor Warmond. Hiermede
is rekening gehouden bij de bepaling van het bedrag, waar
voor, blijkens art. 1, door Rijnsburg na een tijdsverloop van
15 jaar de verdere naleving van het contract kan worden
afgekocht. Voorts is hier de hoeveelheid van het over de ge
wone en de muntgasmeters afgeleverde gas, dat moet zijn
bereikt, alvorens de prijs van het gas voor de openbare straat
verlichting van 7,5 op 5,5 cent wordt teruggebracht, gesteld
op 119.000 M3 per jaar, omdat wegens den grooteren afstand
van Rijnsburg de administratiekosten voor Leiden hier weer
grooter zijn, dan bij Leiderdorp of Warmond het geval was,
waar die hoeveelheden resp. op 60.000 en 80.000 M3. werden
bepaald.
Voor het overige meenen wij naar den inhoud van de
overeenkomst zelve te mogen verwijzen.
Op grond van een en ander geven wij U in overweging,
1°. over te gaan tot de vaststelling van de hierbij overge
legde conceptovereenkomst voor de levering van gas aan de
gemeente Rijnsburg;
2°. te besluiten tot aanvulling van het Uitbreidings- en
Vernieuwingsfonds der gasfabriek met een bedrag van
f 52500.te vinden uit geldleening, onder bepaling dat jaar
lijks door de gasfabriek aan de gemeente zal worden betaald
dezelfde interest, als de gemeente van het door haar geleende
kapitaal verschuldigd is en dat jaarlijks 5% zal worden be
stemd tot aflossing van schuld of kapitaalbelegging, te be
ginnen met het jaar 1911
3°. over te gaan tot vaststelling van den hierbij overgeleg-
den suppletoiren begrootingsstaat, groot f 52500.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.