134
DINSDAG 6 SEPTEMBER 1910.
3°. Begrooting van de ontvangsten en uitgaven der gemeente
over het dienstjaar 1911.
Is op 31 Augustus ter visie gelegd en aan de leden toe
gezonden.
4°. Verzoek van W. J. Zwetsloot om bestendiging van de
huur van het weiland in den Pesthuispolder.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
5°. Verslag van het Bestuur van het gemeentelijk Werk-
loozenfonds over het jaar 19091910.
Zal worden gedrukt en aan de leden toegezonden.
6°. Verzoek van P. Kooreman en J. N. Botermans om de
Groenhovenstraat aan de zijde van het Diaconessenhuis van
gemeentewege te doen bestraten.
7°. Verzoek van J. C. Guldemond e. a. om de Oranjestraat
bij de gemeente in eigendom over te nemen.
8°. Verzoek van Dr. B. M. van Daifsen om eervol ontslag
als leeraar aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens en als
tijdelijk leeraar aan de Kweekschool voor onderwijzers.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
9°. Begrooting, dienst 1911, van de Stads-Bank van Leening.
Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
10°. Verzoek van de Besturen van de afd. Leiden van de
Vereeniging tot afschaffing van alcoholhoudende dranken en
andere vereenigingen om een bedrag van ƒ350 op de begrooting
voor 1911 uit te trekken als subsidie voor drankbestrijding.
Dit stuk luidt als volgt:
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Mijne Heeren!
Geven met verschuldigden eerbièd te kennen:
de besturen der navolgende vereenigingen afdeeling Leiden
der Nederlandsche Vereeniging tot afschaffing van alcohol
houdende Dranken, Het Leidsch Kruis verbond, afdeeling Leiden
van den Algemeenen Nederlandschen Geheelonthoudersbond
afdeeling Leiden van den Volksbond tegen Drankmisbruik,
Leidsche Geheelonthoudersvereeniging »De Volharding," Gere
formeerde Drankbestrijdersvereeniging en de afdeeling Leiden
van de Nationale Christelijke Geheelonthoudersvereeniging,
dat de drankbestrijding is een zaak van groot algemeen
belang,
dat het tot de taak der gemeente behoort ook in dezen het
algemeen belang te bevorderen,
dat de bijdragen van leden en begunstigers niet voldoende
geacht kunnen worden om voortdurend met vrucht propaganda
te maken voor de beginselen der drankbestrijding.
Redenen waarom zij beleefd verzoeken dat door Uw geacht
college op de begrooting voor het jaar 1911 weer een som
als subsidie aan de plaatselijke drankbestrijdersvereenigingen,
hiervoor genoemd, wordt uilgetrokken, doch dat zij, hoewel
erkentelijk voor het subsidie hetwelk zij ingevolge Üw beslui;
van 2 October 1909 mochten ontvangen, in beleefde over
weging geven het bedrag te willen vaststellen op 350,
zijnde 50,per vereeniging.
Eene memorie van toelichting bevattende tevens een
opgave van gemeentebesturen in ons land die, voor zoover
bekend reeds een subsidie aan de drankbestrijding verleenen,
wordt hierbij overgelegd.
't Welk doende, enz.
Namens de vereenigingen voornoemd,
Leiden, 5 Sept. 1910. Joh. Kuik.
Koningsstraat 16.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth
De VooRziTTER deelt alsnog mede:
dat aan den eervol ontslagen Directeur van de afd. B der
Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen N. Brouwer,
met ingang van 1 Sept. 1910, een pensioen is verleend van
97 'sjaars.
De Voorzitter. In de laatste dagen van September zal hier
worden gehouden het Congres voor Openbare Gezondheids
regeling. Het bestuur heeft gevraagd, of het Congres officieel
ten Stadhuize kon worden ontvangen. Burgemeester en Wet
houders hebben hiertoe besloten. De officieele ontvangst ten
Stadhuize zal plaats hebben op Vrijdagavond 23 September,
des avonds ten 8 uur. Ik zou den leden van den Raad, die
hierin genoegen vinden, wel willen verzoeken bij die ontvangst
tegenwoordig te zijn. De leden van het Congres zullen de tegen
woordigheid van de leden van den Raad zeker op prijs stellen.
Verder zal hier nog plaats hebben het Tweede Groot-Neder-
landsch Studenten-Congres, hetwelk ook heeft verzocht op het
Stadhuis te worden ontvangen. Dit zal dan geschieden op
Vrijdag 16 dezer, des namiddags te 3 uur. Ik denk dat de
heeren er wel prijs op zullen stellen, ook bij deze ontvangst
zooveel mogelijk tegenwoordig te zijn.
Aan de orde is alsnu:
I. Benoeming van drie leden van de Commissie van Finan
ciën en uit dezen van den Voorzitter (aftredende ledende
H.H. A. L. Reimeringer, Voorzitter, J. P. Vergouwen en
J. Bosch, leden).
De Voorzitter. Voor het doen van deze en de volgende be
noemingen, verzoek ik de heeren van der Lip, Sijtsma,
Meuleman en Vergouwen het stembureau te willen uitmaken.
De heer Pera. M. d. V. Ik zou den leden van den Raad
wel willen verzoeken om voor de benoeming van leden van
de Commissie voor de Huishoudelijke Verordeningen hun stem
niet op mij uit te brengen. Het zou mij aangenaam zijn,
wanneer ik hiervoor niet in aanmerking kwam.
Achtereenvolgens worden benoemd de heeren:
Reimeringer met 24 stemmen, 2 briefjes waren in blanco.
Vergouwen met 25 stemmen, 1 briefje was in blanco.
Bosch met 25 stemmen, 1 briefje was in blanco.
Tot Voorzitter der Commissie wordt benoemd de heer Reime
ringer met 23 stemmen, terwijl 3 briefjes van onwaarde waren.
Al de benoemde heeren verklaren zich bereid de benoeming
aan te nemen.
II. Benoeming van twee leden van de Commissie van Fabricage
(aftredende leden de H.H. J. Roem en A. Mulder).
Achtereenvolgens worden benoemd de heeren
Roem met 23 stemmen, 3 briefjes waren in blanco.
A. Mulder met 21 stemmen, de heer Hoogenboom verkreeg
2 stemmen en de heer P. J. Mulder 1 stem, terwijl 2 briefjes
in blanco waren.
Beide heeren verklaren zich bereid de benoeming aan te
nemen.
III. Benoeming van twee leden van de Commissie voor het
Openbaar Slachthuis (aftredende leden de H.H. Dr. H. J. Zwiers
en J. A. Bots).
De Voorzitter. Ik kan den heeren mededeelen, dat met
ingang van heden als Voorzitter van deze Commissie zal op
treden de heer van der Lip in plaats van den heer Kerstens.
Achtereenvolgens worden benoemd de heeren
Zwiers met 22 stemmen, de heeren van Gruting en Bots
verkregen ieder 1 stem, terwijl 2 briefjes in blanco waren.
Bots met 22 stemmen, de heeren Meuleman en Zwiers
verkregen ieder 1 stem, terwijl 2 briefjes in blanco waren.
Beide heeren verklaren zich bereid de benoeming aan te
nemen.
IV. Benoeming van twee leden van de Commissie voor het
Oud-Archief (aftredende leden: de H.H. Mr. S. J. Fockema
Andreae en Dr. G. Wildeboer).
Achtereenvolgens worden benoemd de heeren:
Fockema Andreae met 25 stemmen, 1 briefje was in blanco.
Wildeboer met 25 stemmen, de heer P. J. Mulder ver
kreeg 1 stem.
De heer Fockema Andreae verklaart zich bereid de benoeming
aan te nemen, terwijl den heer Wildeboer van zijne benoeming
zal worden kennis gegeven.
V. Benoeming van twee leden van de Commissie voor het
Marktwezen (aftredende leden: de H.H. D. van Gruting en S.
de Boer Azn.).
Achtereenvolgens worden benoemd de heeren
van Gruting met 25 stemmen, 1 briefje was in blanco,
de Boer met 24 stemmen, de heer Sijtsma verkreeg 1 stem,
terwijl 1 briefje in blanco was.
Beide heeren verklaren zich bereid de benoeming aan te
nemen.
VI. Benoeming van drie leden van de Commissie voor de
Huishoudelijke verordeningen en uit dezen van den Voorzitter
(aftredende leden: de H.H. Mr. A. van der Eist, Voorzitter,
W. Pera en Mr. P. E. Briët, leden).
Achtereenvolgens worden benoemd de heeren:
van der Eist met 25 stemmen, de heer Sijtsma verkreeg
1 stem.
Pera met 14 stemmen, de heer Sijtsma verkreeg 4 stemmen,
de heer Corts 2 stemmen, de heeren Timp, Carpentier Alting,
Bots en Fokker ieder 1 stem, terwijl 2 briefjes in blanco waren.
Briët met 25 stemmen, 1 briefje was in blanco.
Tot Voorzitter der Commissie wordt benoemd de heer van
der Eist met 24 stemmen, terwijl 1 briefje van onwaarde was.
(De heer van Hamel nam aan deze stemming geen deel).