DINSDAG O SE PT EMBER 1910. 133 Zitting van Dinsdag 6 September ÏDIO. Geopend des namiddags te twee uur. Voorzitter: de heer Burgemeester Jhr Mr. N. C. DE GIJSELA AR. Te behandelen onderwerpen 1° Benoeming van drie leden van de Commissie van Finan ciën en uit dezen van den Voorzitter, (aftredende leden: de H.H. A. L. Reimeringer, Voorzitter, J. P. Vergouwen en J. Bosch, leden). 2° Benoeming van twee leden vari de Commissie van Fabricage, (altredende leden de H.H. J. Roem en A. Mulder). 3° Benoeming van twee leden van de Commissie voor het Open baar Slachthuis, (aftredende leden: de H.H Dr. H. J. Zwiers en J. A. Bots). 4° Benoeming van twee leden van de Commissie voor het Oud-Archief, (aftredende leden: de H.H. Mr. S. J. Fockema Andreae en Dr. G. Wildeboer). 5° Benoeming van twee leden van de Commissie voor het Marktwezen, (aftredende leden: de H.H. D. van Gruting en S. de Boer Azn.). 6° Benoeming van drie leden van de Commissie voor de Huis houdelijke verordeningen en uit dezen van den Voorzitter, (aftredende leden: de H.H. Mr. A. van der Eist, Voorzitter, W. Pera en Mr. P. E. Briët, leden). 7° Benoeming van twee leden van de Commissie voor de Strafverordeningen, (aftredende leden: de H.H. Mr. S. J. Fockema Andreae en Mr. A. J. Fokker). 8° Benoeming van een lid van de Commissie voor de Stedelijke fabrieken van gas- en electriciteit, (aftredend lid: de Heer J. P. J. Driessen (227) 9° Benoeming van een lid der Commissie van Beheer overhet Krankzinnigengesticht »Endegeest" en het Sanatorium voor zenuwlijders »Rhijngeest", (aftredend lid: de Heer Mr. A van der Eist). (239) 10° Benoeming van drie leden van de Commissie voor het Stede lijk Museum »de Lakenhal" (aftredende leden: de H.H. Dr. P. J. Blok, Dr. A. W. Kroon en D. Hartevelt H.Czn.) (60) 11° Benoeming van een lid van het Bestuur der Stedelijke Werk inrichting, (aftredend lid: de Heer Dr. J. G. van der Sluys). (61) 12° Benoeming van een lid en van een plaatsvervangend lid van de Commissie van onderzoek, bedoeld in art. 22 van het Reglement voor de werklieden in dienst van de gemeente Leiden, (aftredende leden: dè H.H. Mr. A. van der Eist en Mr. P. E. Briët). 13° Benoeming van een lid der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs. (252) 44* Benoeming van een leeraar in de algebra aan de Kweek school voor Onderwijzers en Onderwijzeressen. (259) 15° Voorstel tot vaste aanstelling van Mej. C. Ligtenberg als leerares in de geschiedenis en aardrijkskunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (258) 16° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van den aankoop van het perceel Geeregraeht No. 68. (256) 17° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ter voorziening in de hoogere kosten der vernieuwing van een brug in den Zijldijk. (255) 18° Verordening, houdende wijziging van de verordening van 18 September 1902, regelende het beheer van het Openbaar Slachthuis, en den rang, het getal, de bezoldiging en de wijze van benoeming van het daaraan verbonden personeel. (257) 19° Verzoek van J. van Muiden om vergunning tot demping van een gedeelte sloot langs den Hoogen Rijndijk, vóór het perceel No. 50. (254) 20° Voorstel tot verhooging der begrooting, dienst 1910, ter voorziening in de kosten van verbreeding van den Rijnsbur- gerweg en de uitvoering van andere werken voor den aanleg van den electriscnen tramweg door de gemeente. (253) 21° Verdeeling van den Raad in Sectiën. Tegenwoordig zijn 26 leden, als de heeren: Fockema Andreae, Timp, A. Mulder, Bots, Fokker, Driessen, de Boer, van Tol, Reimeringer, Roem, Zwiers, van Hoeken, Vergouwen, Meuleman, Bosch, Briët, van Gruting, P. J. Mulder, Sijtsma, van Hamel, Kerstens, Pera, Corts, Hoogenboom, Korevaar en van der Lip, alsmede de Burgemeester, Voorzitter. Afwezig zijn de heeren: van der Eist, de Vries, Wildeboer en Aalberse, wegens uitstedigheid, en Carpentier Alting, wegens verhindering. De notulen van de vorige vergadering van 25 Augustus 1910, worden goedgekeurd. De Voorzitter. Ik heb de vrijheid genomen om ook namens de leden van den Raad aan Hare Majesteit de Koningin op Haar verjaardag een telegram van gelukwensching te zenden. In antwoord daarop mocht ik het volgende telegram ontvangen Mr. N. C. de Gijselaar, Burgemeester, Leiden. Hare Majesteit de Koningin draagt mij op hoogstderzelver oprechten dank te betuigen voor gelukwenschen. Adjudant van dienst Ik meende door het zenden van dezen gelukwensch aan Hare Majesteit in uw aller geest te handelen. Teekenen van instemming.) De Voorzitter deelt hierop mede dat zijn ingekomen: 1°. Mededeeling van den Minister van Binnenlandsche Zaken, dat de verordening, regelende het onderwijs in de gymnastiek, voor zooveel het gymnasium en de middelbare scholen betreft, wordt goedgekeurd. 2°. Dispositie van Gedep. Staten teri geleide van de goed gekeurde raadsbesluiten tot overbrenging van het dienstjaar 1909 op dat van 1910 van een nog verschuldigd gedeelte der kosten van den bouw en van de meubileering van de school in de Medusastraat, tot verhooging van volgn. 167 der be grooting, dienst 1910, ten behoeve van de meerdere kosten voor de Lustrumfeesten en tot verhooging van het op de begrooting voor 1910 uitgetrokken bedrag ter voorziening in de behoefte aan kasgeld en van dat voor rente van tijdelijk opgenomen gelden. 3°. Mededeeling van A. van der Hoogt dat hij de benoeming tot onderwijzer aan de school der 3e klasse No. 5 aanneemt. 4°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed gekeurde raadsbesluiten tot verhuring van het winkelhuis Breestraat No. 94 aan de dames Bayer en Goddijn en het perceel Dolhuissteeg 18 aan B. Neuteboom en tot aankoop van het perceel Geeregraeht Sectie A No. 83. 5°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed gekeurde raadsbesluiten tot, beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de kosten van ophooging van het Schutters veld en tot verhuring van dat gedeelte aan het Rijk, met ontbinding van de vroegere huurovereenkomst. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van P. Woestenburg e.a. om verplaatsing van de groentemarkt aan den Apothekersdijk. Dit stuk luidt als volgt: Aan den Raad der gemeente Leiden. Geven eerbiedig te kennen: de oridergeteekenden, allen bewoners van den Apothekersdijk dat sedert geruimen tijd aan die gracht de groentemarkt wordt gehouden en deze markt gaandeweg in omvang toeneemt dat die toename in bloei voor de bewoners van genoemde gracht echter medebrengt toename in last, hinder en gevaar; dat het gejoel en geschreeuw van kooplieden en koopers op die markt niet alleen hinderlijk voor de bewoners is in de uitoefening van hun bedrijf en beroep, doch bovendien voor de inwonende studenten, voor wie een rustige studie bijna onmogelijk is; dat echter, afgescheiden van dat gejoel en geschreeuw, waarbij de meest ergerlijke taal wordt gebezigd, het groote getal wagens en karren de passage zóó verspert dat men herhaaldelijk verplicht is op stoepen of in hekken een toe vlucht te zoeken en het gevaar om aangereden of overreden te worden zeker niet denkbeeldig is; dat bovendien de aanwezigheid van koolsbladeren en ander afval het gevaar voor mensch en dier nog vermeerdert, aan gezien het niet zelden voorkomt dat personen of dieren uit glijden en zich ernstig bezeeren dat het dan ook inderdaad een wonder mag heeten dat tijdens de drukte van de markt niet meerdere en grootere onheilen zijn voorgekomen. Redenen, waarom zij zich tot Uwen Raad wenden met het beleefd, maar dringend verzoek, tot verplaatsing van de groente markt naar een ander terrein te besluiten. 'tWelk doende; Leiden, den Augustus 1910. P. Woestenburg. (Volgen de namen van nog 33 adressanten.) Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 2°. Bekening, dienst 1909, van het Pensioenfonds voor weduwen en kinderen van gemeenteambtenaren en begrooting van dat fonds voor het dienstjaar 1911. Zal in de Leeskamer ter lezing worden nedergelegd. SCHIMMELPENNINCK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1910 | | pagina 1