DONDERDAG 25
AUGUSTUS 1910.
129
toe verkeert. Hoe groot nu het belang is van de gemeente
en van het Rijk is moeielijk onder cijfers te brengen, maar het
komt mij voor, dat de helft een zeer goede maatstaf is.
De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel wordt hierop
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
XX. Verzoek van het Bestuur van het genootschap «Mathesis
Scientiarum Genitrix" om verhooging van de aan de school
van dat genootschap toegekende subsidie.
(Zie lug. St. n° 232).
De heer Hoogenboom. Ik heb het woord gevraagd om het
voorstel te doen de door het Genootschap Mathesis S. G.
gevraagde subsidieverhooging van f 750 te vermeerderen tot
f 900. Ik durf dit te doen, omdat in het praeadvies van Bur
gemeester en Wethouders geen bepaalde bezwaren tegen zulk
ee.ne verhooging worden aangevoerd en er zeker wel iets voor
de subsidieverhooging tot 900 te zeggen is.
Reeds lang heeft het bij het Bestuur van Mathesis een punt
van overweging uitgemaakt om aan de vele leeraren, er zijn
28 leeraren aan het genootschap verbonden, een pensioen te
verzekeren. Het genootschap, dat nu 125 jaar oud is, heeft
reeds eene pensioensregeling op bescheiden schaal; dat is
echter meer een soort spaarkas waarin door de leeraren en
ook door het genootschap zekere bijdragen worden gestort,
doch dit fonds is geheel onvoldoende om daaruit de leeraren
naar behooren pensioen te verleenen. Het genootschap heeft
daarom omgezien naar eene betere regeling van de pensioe
nen der leeraren; het heeft daartoe, zooals uit het ingediende
adres blijkt, een onderzoek ingesteld, waaruit bleek dat men
voor eene dragelijke regeling der pensioenen noodig zal heb
ben een bedrag f 3500 per jaar. Het genootschap kan die
som niet uit eigen middelen bijeenbrengen en het heeft zich
daarom gericht tot de besturen van Rijk, Provincie en Ge
meente, om door verhooging van de subsidiën dier lichamen,
het bedrag van f 3500 bijeen te krijgen, en wel zoodanig
verdeeld dat het Rijk zou geven f 200Ó en de Provincie en
de Gemeente ieder 750.
In dien zin zijn verzoeken ingediend. De eenige beslissing
tot nog toe genomen is die van de Provinciale Staten, welke
het subsidie hebben verhoogd met ƒ600, onder uitdrukkelijke
voorwaarde dat Rijk en Gemeente samen eene verhooging
van 2900 zouden verleenen. Had men vooruit geweten dat
de Provincie de verhooging lager zou hebben gesteld dan
de f 750 die was aangevraagd, dan zou men de verdeeling anders
hebben opgemaakt, en dadelijk aan de gemeente een bedrag
van 900 hebben gevraagd. Nu stellen Burgemeester en
Wethouders in hun advies voor niet hooger te gaan met het
toestaan van een grooter subsidie dan door het genootschap
werd gevraagd. Na het uitbrengen van dit advies is het be
stuur van M. S. G. echter niet meer in de gelegenheid ge
weest een nader verzoek in te dienen. Worden nu de sub
sidiën door het Rijk en door de Gemeente niet met een bedrag
van f 2900 verhoogd, dan kan ook niet worden voldaan aan
de voorwaarde door de Provinciale Staten gesteld en loopt men
groot gevaar, dat de pensioenregeling niet tot stand komt.
Ik meen daarom dat waar deze school in deze gemeente een
goeden naam heeft, waar zij reeds zoovele jaren bestaat, en
bovendien een burgeravondschool vervangt, die de gemeente
anders zou moeten h.bben, dat er nu ook alle reden is voor
de gemeente om mede te werken tot het totstandkomen van
de pensioenregeling, en dus te voldoen aan de voorwaarde
door de Provinciale Staten gesteld.
Ik heb dus de eer voor te stellen het bedrag van 750 te
verhov gen tot f 900.
Het amendement wordt voldoende ondersteund en maakt
derhalve een onderwerp van beraadslaging uit.
De heer Sijtsma M. d. V. Een enkel woord over het
voorstel van Burgemeester en Wethouders zelf. In het prae
advies van Burgemeester en Wethouders wordt gezegd: «Wij
willen nu in het midden laten of er werkelijk voor de ge
meente aanleiding kan bestaan om door eene verhooging
van het aan de instelling toegekende subsidie de invoering
van pensioenregeling bij Mathesis mogelijk te maken." Dit nu
wil ik nu juist niet in het midden laten, dit wil ik juist als
uitgangspunt van mijne bestrijding van het voorstel nemen.
Het pensionneeren van eigen ambtenaren door de gemeente
vind ik uitstekend, maar dat wij door subsidie en met geld
van de gemeente het eene particuliere inrichting mogelijk
gaan maken haar ambtenaren te pensionneeren, dit gaat mij
te ver. Wanneer wij zoo iets aan Mathesis als feestgave geven,
dan zullen ook straks andere inrichtingen komen om iets
dergelijks te vragen. «Kennis is Macht'', eene inrichting van
gelijken aard, krijgt ook subsidie van Rijk, Provincie en
Gemeente Die zal dan ook gaan zeggenonze leeraren moeten
noodig pensioen hebben. Helpt gij er ons aan. Dan zal de
teekenschool van den R. K. Volksbond kunnen komen met
gelijk verzoek. En mogen wij het dan deze inrichtingen
weigeren 7 Op principieele gronden en om geen precedent te
stellen, zal ik dus tegen het voorstel van Burgemeester en
Wethouders stemmen.
Wij hebben 28 leeraren aan het genootschap, zegt de heer
Hoogenboom, maar van die 28 zijn er 12 leeraren of onder
wijzers in dienst van de gemeente, die hebben dus krachtens
hunne gewone betrekking reeds recht op pensioen. De gemeente
heeft hun nu de vrijheid gegeven om die nevenbetrekking bij
het genootschap er bij te bekleeden; wanneer de Raad straks
het recht heeft inzake het bekleeden van nevenbetrekkingen
ook voor deze ambtenaren eene beslissing te nemen, gaat
men wellicht aan die vrijheid tornen. Nu gaan wij echter
verder; wij laten niet alleen toe, dat die heeren een neven
betrekking bekleeden, maar zullen nu zeggen: de inrichting
waaraan zij werkzaam zijn heeft geen geld om de pensioen
bijdrage voor hen te storten, welnu, dan zullen wij het gaan
storten. Wij geven daardoor aan ambtenaren die reeds als
gemeenteambtenaren pensioen hebben, gelegenheid om in
hunne bijbetrekking ook nog pensioen te verkrijgen. Dat is
zeker over-royaal.
Behalve die 12 onderwijzers of leeraren, hebben er 5 een Rijks
betrekking aan het laboratorium of andere rijksinstellingdie
hebben dus een Rijkspensioen; dan is er een particulier
Ingenieur bij die eene jaarwedde van f 1700 geniet en als
Ingenieur van de gemeente en bij particulieren heel wat ver
dient. Daarvoor behoeven wij geen extra bijdrage te geven;
verder een particulier electrotechnisch-Ingenieur die ook wel
een behoorlijk salaris zal hebben en desnoods zelf voor zijn
toekomst kan zorgen. Ik geloof niet dat gemeente verplicht
is voor hun pensioen te zorgen. En wat de overigen betreft,
die een salaris van f 100 a 600 verdienen, voor hen zal het
pensioen zulk een klein bedrag uitmaken, dat men daarvoor
geen leeraar bij Mathesis zal worden of willen blijven zelfs.
Alles te zamen genomen geloof ik dat [wij verstandig zullen
doen dezen weg niet in te slaan. Tot mijn spijt, want Mathesis
heeft mijn liefde en mijn hart, kan ik niet medewerken, dat
haar deze feestgave wordt, geschonken.
De heer Pera. Naar aanleiding van het gesprokene door
den heer Sijtsma eene enkele opmerking. Er ligt in zijne
critiek veel dat ik toejuich, maar er is eene zaak waarmede
wij altijd worden geslagen. Toen in de Provinciale Staten het
voorstel aan de orde kwam om het voorgestelde subsidie van
600 te verhoogen tot 750 en dus te brengen op het volle
bedrag door het genootschap gevraagd, waren Gedeputeerde
Staten er dadelijk bij om te zeggen«op die wijze maakt de
gemeente Leiden er zich al heel gemakkelijk af." Immers het
is bekend, de heer Hoogenboom heeft het ook reeds opgemerkt,
dat Mathesis voor de gemeente Leiden vervangt de burger
avondschool, die het anders zou moeten hebben. De gemeente
Leiden heeft dus verplichting aan Mathesis en dit moet er
ons toe brengen om de aangevraagde hoogere subsidie ook toe
te staan, tenzij wij den geheelen toestand van Mathesis in de
waagschaal willen stellen, waardoor Leiden tot de oprich
ting van een burgeravondschool zal moeten komen. De verge
lijking van den heer Sijtsma van Mathesis met de inrichting
van den R. K. Volksbond gaat daarom niet op, omdat deze
laatste inl ichting eene geheel zelfstandige particuliere inrich
ting is. Dat is Mathesis nu ook wel, maar toch is de gemeente
Leiden er aan gebonden, omdat Leiden zonder Mathesis zal
moeten overgaan tot oprichting van een burgeravondschool.
De heer Roem. Dat Mathesis in eene behoefte voorziet is
zeker, en dat het mijn hart heeft, is ook zeker, maar om nu
te zeggen, dat Leiden er zich maar van af maakt, dat is
mij wat te sterk. Het subsidie van 9000.door de ge
meente Leiden gegeven, is toch een zeer belangrijk bedrag.
Daarbij komt nog het onderhoud van de lokalen door Mathesis
gebruikt. Nu gaat het m. i. niet aan, dat een gemeente haar
subsidie weer zal moeten verhoogen in die mate, dat het
onderwijzend personeel aan Mathesis werkzaam, daardoor
gepensionneerd zou kunnen worden. Daarmede heeft de ge
meente zich niet in te laten. Bij de Ambachtsschool was het
een geheel ander geval, de verhooging der subsidie diende
toen om den onderwijzers, d. i. de officieele naam, daaraan
verbonden, zijnde hun eenige betrekking, een pensioen te
verzekeren.
Er komt nog iets bij. De lokalen van Mathesis voldoen
niet aan de eischen en er ligt dan ook een plan in portefeuille,
dat belangrijke uitgaven van de gemeente zal eischen ter
verbouwing van de school. Ook op grond daarvan acht ik
mij niet verantwoord om voor verhooging van het subsidie
te stemmen.
De heer Hoogenboom De bestrijding van den heer Sijtsma
is feitelijk eene bestrijding van elke pensionneering door
eene particuliere instelling. De instelling die het hier geldt
is echter slechts in zekeren zin een particuliere, want de
school van het genootschap vervangt de burgeravondschool,
die de gemeente anders zou moeten hebben het is dus eene