82
N°. 190. Leiden, 2 Juli 1910.
In nevensgaand adres van een zestal installateurs van elec-
trische geleidingen worden tot U twee verzoeken gericht:
1° om voor leveringen van gemeentewege zooveel mogelijk
Leidsche installateurs aan te wijzen
2°. om indien de adjunct-directeur der stedelijke fabrieken
van gas en electriciteit tijdelijk moet worden vervangen, in
zijn plaats een electro-technisen ingenieur aan te wijzen.
Commissarissen der stedelijke fabrieken van gas en electri
citeit, aan wie wij te dezer zake om inlichtingen vroegen,
deelen in hun in de Leeskamer ter inzage liggend rapport
het navolgende mede.
Met betrekking tot het eerste verzoek, waarbij adressanten
er op wijzen, dat het aanbrengen van de electrische illumina
tie aan het Raadhuis ter gelegenheid van de lustrumfeesten
aan eene Haagsche firma is opgedragen, merken commissa
rissen op, dat voor het in huur geven en aanbrengen dier
illuminatie een vijftal firma's zijn uitgenoodigd en wel drie
firma's uit Leiden, één firma uit Haarlem en de firma Ëouvy
en Protzmann uit 's-Gravenhage, die de electrische binnen-
installatie van het Raadhuis ingevolge openbare aanbesteding
had gemaakt.
Van de 5 aanbiedingen bleek die van laatstgenoemde firma
de laagste te zijn, en, aangezien de binnen-installatie, voor
zoover daarover bij de behandeling der inschrijvingen voor
de illuminatie kon worden geoordeeld, zeer naar genoegen was
opgeleverd, bestond er geen enkel bezwaar haar ook de op
dracht voor het opstellen enz. der electrische illuminatie bui
ten het Raadhuis te verstrekken.
Het komt ons voor, dat, waar hier drie firma's uit Leiden
tot inschrijving zijn uitgenoodigd, aan de Leidsche installa
teurs voldoende gelegenheid tot mededinging geboden is en
dus volstrekt niet gesproken kan worden van bevoorrechting
van firma's, buiten de gemeente gevestigd. Tn den vervolge
alleen Leidsche installateurs tot inschrijving uit te noodigen,
gelooven wij met commissarissen, dat niet in het belang der
gemeente zoude zijn.
In het tweede gedeelte van het adres opperen adressanten
bezwaren tegen het tijdelijk gebruik maken ten behoeve van
de electriciteitsfabriek van de diensten van seen zich noemend
consulteerend en adviseerend ingenieur, welke ook particu
lieren met aanbiedingen ten dienste staat."
Terecht merken commissarissen hiertegen op, dat door de
electriciteitsfabriek geen installaties worden uitgevoerd en door
haar onder geen enkelen vorm toestellen aan particulieren
worden geleverd, zoodat zij volkomen vrij staat tegenover de
electrische installateurs. De in het adres bedoelde persoon
treedt voor particulieren in Leiden en elders uitsluitend als
adviseur op, hij belast zich niet met leveranties en is bij deze
niet geïnteresseerd. Zijne positie zoude dus het best vergele
ken kunnen worden met die van een particulier architect.
Met commissarissen gelooven wij, dat er geen bezwaar tegen
bestaat, dat de electriciteitsfabriek van de diensten van be
doelden adviseur gebruik maakt, vooral waar dit in het finan
cieel belang van die fabriek en dus ook van de gemeente is.
Indien toch de electrische centrale in de afgeloopen drie jaren
niet herhaaldelijk over de diensten van den tijdelijken advi
seur had kunnen beschikken, was men in de noodzakelijkheid
geweest, behalve het thans in dienst zijnde personeel, nog
een ervaren electro-technicus aan te stellen en voor onbe-
paalden tijd aan de centrale te verbinden.
Tenslotte stellen commissarissen, waar h. i. uit het adres de
duidelijke bedoeling spreekt om den tijdelijken adviseur in
een minder gunstig daglicht te plaatsen, er prijs op te ver
klaren, dat zij dezen hebben leeren kennen als een degelijk
onderlegd electro-technisch ingenieur, als iemand die zoowel
theoretisch als practisch volkomen op de hoogte is van alles,
wat de moderne centralen-praktijk betreft en dat zij zich op
diens integriteit gerust durven verlaten. Wij zullen dan ook,
zoo schrijven commissarissen, niet nalaten bij voorkomende
gelegenheden opnieuw diens hulp in te roepen.
Ons College kan zich, gelijk U reeds uit het bovenstaande
zal zijn duidelijk geworden, volkomen met het rapport van
heeren commissarissen vereenigen en wij geven Uwe Verga
dering mitsdien, geheel overeenkomstig hun advies, in over
weging, het adres voor kennisgeving aan te nemen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen, ondergetee-
kenden, installateurs voor electrische geleidingen gevestigd te
Leiden
dat zij voor leveringen van Gemeentewege te houden, ver
zoeken zoo veel mogelijk Leidsche installateurs aan te wijzen,
waar ook nu weder de illuminatie van het raadhuis door een
Haagsche installateur wordt uitgevoerd,
dat zij verzoeken indien vervanging van den onderdirec
teur der electrische centrale tijdelijk noodig is, een electro-
technisch ingenieur aan te wijzen,
dat daarvoor nu steeds invalt een zich noemend consultee
rend en adviseerend ingenieur, welke ook particulieren met
aanbiedingen ten dienste staat,
dat deze persoon daardoor een ongewenscht inzicht krijgt
in gemeente-zaken en een aanzien gaat genieten, als zou hij
gediplomeerd ingenieur zijn, waardoor net mogelijk wordt de
positie van installateurs te verzwakken en zichzelf als advi
seur aan te bieden in gevallen waar advies aan de stedelijke
centrale wordt gevraagd,
dat deze adviseur daarvoor provisie berekent en het dus
zijn belang is zoo veel mogelijk van gemeente-zaken inzake
electrische licht- of kracht aanvragen, te weten te komen,
dat door deze vervanging een ongewenschte verhouding van in
stallateurs tot directeur der centrale wordt geschapen, daar
laatst genoemde niet meer onbevangen uitspraak kan doen in
geschillen welke eventueel tusschen installateur en adviseur
kunnen rijzen, waar deze laatste als onderdirecteur tijdelijk
optreedt,
dat zij daarom aan Uw geacht college verzoeken aan dezen
misstand een einde te willen maken en maatregelen te tref
fen, waardoor particuliere adviseurs evenals installateurs bui
ten de centrale blijven.
't welk doende, enz.
te Leiden 8 Juni 1910.
Electriciteit- en Gas-Mü.
voorheen de Vries Stevens.
C. Eeltjes.
(Volgens de namen van nog 5 adressanten).
N°. 191. Leiden, 2 Juli 1910.
Door J. Botermans e. a. wordt bij nevensgaand adres koste
loos aan de gemeente in eigendom en onderhoud aangeboden
de thans voltooide Sieboldstraat, aan den Lagen Rijndijk.
Die straat is thans aan beide zijden over de volle lengte
bebouwd, is geheel overeenkomstig de door ons gegeven voor
schriften gemaakt, en bevindt zich in goeden staat. Tegen de
overname bestaat derhalve noch bij de Commissie van Fabricage
noch bij ons college eenig bezwaar.
Wij geven Uwe Vergadering daarom in overweging te be
sluiten de Sieboldstraat aan den Lagen Rijndijk,"kadastraal
bekend gemeente Leiden, Sectie K, Nrs '1984, 1937, 1940,
1943. 1946, 1949, 1952, 1955, 1958, 1961, 1775, 1776, 1777,
1778, 2338, 558 en 1096, zonder eenige kosten van de ge
meente in eigendom en onderhoud bij de gemeente over
te nemen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Edelachtbare Heeren.
Met verschuldigde eerbied verzoeken ondergeteekende Jan
Botermans c. a., de gemeenteraad voor te stellen tot overname
van de Siboldstraat. Daar deze 15 Meter breede straat thans
geheel gemaakt volgens uwe voorschriften en naar genoegen
van den Directeur van Gemeentewerken vermeenen wij dat
er geen bezwaar bestaat dat de Gemeente Eigenares wordt.
Uw onderdanige dienaar
J. Botermans. c. a.
Aan Edelachtbare Heeren Burgemeester en
Wethouders der Gemeente Leiden.
Leiden, 20 Juni 1910.
N°. 192. Leiden, 2 Juli 1910.
Met 31 Juli as. eindigt de huur van het bovenhuis in de
Nieuwsteeg no. 10a, laatstelijk krachtens raadsbesluit van 29
Juli 1909 voor den tijd van 1 jaar verhuurd aan het «Tehuis
voor Vrouwen" voor ƒ175.per jaar.
Aangezien de huurder krachtens het huurcontract weder
voor 1 jaar gebonden is en bij ons tegen eene continuatie van
de huur geen bezwaar bestaat, geven wij U in overweging,
het bovenhuis aan de Nieuwsteeg no. 10a wederom voor den
tijd van 1 jaar, ingaande 1 Augustus 1910, te verhuren aan
het «Tehuis voor Vrouwen", voor 175.—per jaar en overigens
onder de bestaande voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.