DONDERDAG
9 JUNI 1910.
87
Zitting van l)onderdag 9 Juni 191©.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter: de heer Burgemeester Jhr. Mr.N. C. DE GIJSELA AR.
Te behandelen onderwerpen:
1° Aanwijzing van een lid van den Gemeenteraad om. zoo
noodig, als plaatsvervanger op te treden voor den Burge
meester, als voorzitter van het Hoofdstembureau voor de
eventueele stemming en herstemming ter benoeming van
twee leden van de Provinciale Staten.
2° Benoeming van de leden en plaatsvervangende leden van
het Hoofdstembureau en van de voorzitters, leden en plaats
vervangende leden van de overige stembureaux voor de
eventueele stemming en herstemming ter benoeming van
twee leden van de Provinciale Staten.
3° Benoeming van een Commissaris der Stads Bank van
Leening. (144)
4° Benoeming van eene le onderwijzeres in de handwerken
aan de school 3e klasse No. 6. (163)
5° Verzoek van Mej. S. Ph. C. Wiersma om eervol ontslag
als 2e onderwijzeres in de handwerken aan de school
3e klasse No. 5. (143)
6° Verzoek van Dr. F. P. Keyser om eervol ontslag als
Keuringsveearts, tevens adjunct-directeur van het Openbaar
Slachthuis. (161)
7° Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst
1909, van de Stads Bank van Leening. (153)
8° Suppletoire staat van begrooting, dienst 1909, van de
Stads Bank van Leening. (153)
9° Voorstel tot verhooging van volgnr. 193 der begrooting,
dienst 1910, «Aflossing van geldleeningen." (158)
10° Voorstel tot aanwijzing van een stemlokaal in het 3e
stemdistrict ten behoeve van de aanstaande verkiezing
van twee leden van de Provinciale Staten. (160)
11° Verzoek van het Bestuur van het Nederlandsch Congres voor
openbare Gezondheidsregeling om het kosteloos gebruik
van 2 lokalen der Stadsgehoorzaal. (154)
12° Verzoek van C. de Ruiter om vergunning tot het bouwen
van een houten bergplaats op het terrein „de Maliebaan"
aan het Rijn-Schiekanaal. (155)
13° Voorstel tot verpachting van de perceelen weiland, kad.
bekend gemeente Oegstgeest, Sectie E nis. 780 en 781
aan de weduwe C. Dieben-Biesiot. (152)
14° Verzoek van het Bestuur der Sociaal-Technische vereeniging
van Democratische Ingenieurs en Architecten om het
gebruik van loodhoudende verfstoffen bij de uitvoering van
werken vanwege de gemeente zooveel mogelijk te verbieden.
(149)
15° Verzoek van C. Koordes om den door demping van de voor
malige Lobsensloot verkregen grond tot openbare straat
te mogen inrichten. (148)
16° Verzoek van de firma Vroom en Dreesman om vergunning
tot het maken van een verbindingsgang over de Vischpoort,
tusschen de perceelen Aalmarkt Nis 26 en 27. (150)
17° Voorstel tot verhooging van eenige begrootingsposten,
dienst 1909, waarvan de raming te laag is gebleken (157)
18° Voorstel tot onderhandsche opdracht van de levering van
den bovenbouw en van de bewegingsinrichtingen der rolbas-
culebrug, ter vervanging van de Blauwpoortsbrug. (162)
19° Bezwaarschriften tegen aanslagen in het vergunningsrecht,
dienst 1910-1911. (156)
20° Voorstel tot kostelooze overname in eigendom en onder
houd bij de gemeente van een strook gronds langs den
Rijnsburgerweg. (145)
21° Voorstel tot het aangaan van eene overeenkomst met de
gemeente-commissie van het Ned. Herv. Kerkgenootschap
in zake de inrichting van eene nieuwe algemeene begraaf
plaats op «Rhynhof". (147)
22° Verzoek van Mr. W. H. A. Elink Schuurman om toe te
treden tot den Bond van onderlinge Brand- en Inbraak
verzekering. (151)
23° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor het
inwinnen van een deskundig advies omtrent de inrichting
van het toekomstig reinigingsbedrijf der gemeente. (146)
24° Verordening, regelende het onderwijs in de gymnastiek aan
het gymnasium, de middelbare scholen, de kweekschool
en de openbare lagere scholen te Leiden. (159)
Tegenwoordig zijn 27 leden, als de heeren: van Hamel,
Kerstens, Bosch, Sijtsma, Vergouwen, van Hoeken, Wildeboer,
Timp, Driessen, Reimeringer, Fokker, Corts, van der Eist, Roem,
van Tol, Bots, Hoogenboom, van der Lip, Fockema Andreae,
Zwiers, Pera, de Vries, Meuleman, Briët, P. J. Mulder,
Korevaar en van Gruting, alsmede de Burgemeester, Voorzitter.
Afwezig zijn de heeren A. Mulder en de Boer, wegens
ongesteldheid, Carpentier Alting, wegens ambtsbezigheden,
en Aalberse, wegens verhindering.
De notulen der vorige vergadering, van 19 Mei 1910, worden
goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
1°. Beschikking van Gedep. Staten op het bezwaarschrift van
A. P. Blink tegen zijn aanslag in de plaatselijke directe belasting,
dienst 1909.
2°. Missive van Gedep. Staten ten geleide van een afschrift
van het Kon. Besluit, houdende verlenging der concessie tot
heffing van tolgelden op den Rijnsburgerweg tot 17 April 1911.
3°. Mededeeling van Gedep. Staten dat de Rijksbijdrage in
de kosten van het Herhalingsonderwijs voor het jaar 1909 is
bepaald op ƒ1443.60.
4°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed
gekeurde raadsbesluiten tot verpachting van een standplaats
voor een toboggan op de a.s. kermis aan J. Kunkels en tot
het verleenen van machtiging tot doorhaling van eenige per
ceelen voorkomende in de door de gemeente ingediende
aangiften van tiendplichtige perceelen.
5°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed
gekeurd raadsbesluit tot verhooging der begrooting, dienst
1910, ten behoeve van de aanvulling van het uitbreidings-en
vernieuwingsfonds der Stedelijke Gasfabriek, in verband met
de gaslevering aan Warmond.
6°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed
gekeurd raadsbesluit tot afstand aan de Provincie Zuid-Holland
van eenige perceelen onder Zoeteiwoude, in verband met de
onteigening ten behoeve van de omlegging van het Rijn-
Schiekanaal.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verzoek van de Vereeniging van Directeuren van Hoogere
Burgerscholen in zake het verleenen van ontslag aan de leeraren
der Hoogere Burgerschool bij het volbrengen van het 65e
levensjaar.
Dit stuk luidt als volgt:
Amsterdam, 31 Mei 1910.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen de onder-
geteekenden Dr. D. A. Kerkhoff, M. A. P. C. Poelhekke en
Dr. D. Coelingh, uitmakende het bestuur der Vereeniging van
Directeuren van Hoogere Burgerscholen met vijfjarigen cursus,
erkend bij Koninklijk Besluit van 21 October 1892 No. 37.
dat de algemeene vergadering der Vereeniging hun heeft
opgedragen te verzoekeneene regeling tot stand te brengen,
waarbij aan leeraren der Gemeentelijke Hoogere Burgerschool
bij het einde van den cursus, waarin zij hun 65ste levensjaar
hebben volbracht, ontslag uit den dienst wordt verleend, met
dit voorbehoud, dat de Gemeenteraad telkens voor ten
hoogste een jaar kan besluiten, den ambtenaar in functie
te laten, doch niet langer dan tot het einde van den cursus,
waarin hij zijn 70ste levensjaar heeft volbracht;
dat zij zich veroorloven, voor de redenen, die de Ver
eeniging tot dit verzoek geleid hebben, te verwijzen naar
bijgaande tóelichting
't welk doende,
D. A. Kerkhoff.
Poelhekke.
D. Coelingh.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
2°. Verzoek van B. C. Hartman om vergunning tot het geven
van Bioscope-voorstellingen op Zondagmiddag.
Dit stuk luidt als volgt:
Ondergeteekende Barend Cornelis Hartman, die reeds ge-
ruimen tijd te Leiden tot veler genoegen en leering aan den
Rijnsburger Singel een Bioscope Theater Exploiteert, hij zich
weer gedwongen gevoeld aan den Gemeente Raad van Leiden
nogmaals eens zijn verzoek te richten om te mogen voor
stelling geven op Zondagmiddag. Ik wel wetende dat de wet
verbied zulks toe te staan, doch eene grondwet tog voor
geheel ons Nedeiland geld en tog zeker ook Leiden daaronder
begrepen is. Elke andere stad mag spelen. Zooals tegenwoordig
die prachtvolle mooie liedjes langs de straat geblert worden
de Heeren ook wel zullen begrijpen dat eene voorstelling met