73
en 4e klasse 11 X 44 lesuren door vakonderwijzers
moeten worden gegeven, d. i., aangezien dit reeds thans met 6
lesuren het geval is, 38 uren meer dan thans. De aanstelling
van één gymnastiekleraar meer zou daarvoor noodig zijn.
Omtrent het hier ontwikkelde denkbeeld van de hoofden
der scholen der 3e en 4e klasse, dat nog nader wordt toe
gelicht in hun in de Leeskamer liggend schrijven van 9 Sep
tember 1909, werd daarop door ons het advies ingewonnen
van de Plaatselijke Schoolcommissie en het advies dier com
missie luidde, dat het plan haar toescheen »een goede,
weinig kostbare oplossing van het vraagstuk te zijn," en dat
zij. volle vrijheid kon vinden ons »te adviseeren, tot de uit
voering de noodige stappen te doen." Ook die commissie toch
was van meening, dat het gymnastiek-onderwijs aan de leer
lingen van de scholen 3e en 4e klasse stond «beneden de
minimum-eischen, die daaraan mogen en moeten worden
gesteld."
De u thans ter goedkeuring aangeboden regeling wijkt in
drieërlei opzicht af van de nu geldende verordening.
In de eerste plaats is het maximum aantal wekelijksche
lesuren van de leeraren van resp. 36 en 40 tot 30 terugge
bracht. Immers de Directeur der Kweekschool, van wien het
ontwerp dezer regeling is uitgegaan, was naar wij meenen
terecht van oordeel, dat. het geven van degelijk, opgewekt
gymnastiekonderwijs gedurende 40 uren per week van niemand
kan worden verlangd. En bovendien was van een dergelijke
overlading van de leerkrachten het gevolg, dat b.v. in den
afgeloopen cursus niet minder dan 27 lessen in de gymna
stiek buiten de gewone schooltijden moesten worden gegeven,
hetgeen bij vele ouders bezwaar ontmoette. Door een ver
mindering van het aan de leeraren opgedragen aantal lessen
kan ook in dat euvel grootendeels worden voorzien.
Voor de leerares blijft het maximum op 25 uren vastge
steld. Zoowel voor leeraren als leeraressen is echter bepaald,
dat in buitengewone omstandigheden het maximum tijdelijk
met i kan worden verhoogd.
In de tweede plaats wordt in de nieuwe regeling gebroken
met het geldende stelsel, waarbij de bezoldiging afhankelijk is
gesteld van het aantal wekelijksche lesuren. Niet alleen toch wekt
dit stelsel de neiging bij het onderwijzend personeel om het
aantal hunner lessen tot het maximum op te voeren, maar
bovendien kan het tot een voor de onderwijzers zeer onaan
gename schommeling in hun bezoldiging leidenwanneer door
opheffing van parallelklassen of vermindering van het aantal
leerlingen het aantal lessen tijdelijk kan 'worden verminderd.
Er wordt daarom thans voorgesteld den leeraren een vaste
wedde toe te kennen met 3 periodieke verhoogingen, na 3,6
en 9 jaren dienst.
En in de derde plaats wordt het leerarenpersoneel met twee
leerkrachten uitgebreid, één leeraar en één leerares. Dit is
noodig èn wegens de vermindering van het maximum aantal
lessen van het onderwijzend personeel, èn wegens de uit
breiding van het gymnastiekonderwijs over de vier hoogste
klassen van de scholen 3e en 4e klasse. Maar bovendien
biedt die uitbreiding van personeel thans ook dit groote voor
deel, dat nu ook het gymnastiekonderwijs aan de meisjes
scholen der le en 2e klasse aan een leerares kan worden
opgedragen en dat ook de vrouwelijke leerlingen van gym
nasium en Hoogere Burgerschool in de gelegenheid zullen
worden gesteld om gymnastiekonderwijs te ontvangen.
De financieele gevolgen der nieuwe regeling zullen hierop
neerkomen, dat in het eerste jaar na de invoering, al naar
het aantal dienstjaren dat de nieuw te benoemen leeraren en
leeraressen zullen tellen, f 2325.a 2850.meer aan
salarissen zal moeten worden uitgegeven, welk bedrag echter
in buitengewone omstandigheden, bij tijdelijke vermeerdering
van het aantal lesuren, tot f 3870.zou kunnen stijgen.
Ten slotte nog een enkel woord naar aanleiding van de
opmerking van den Inspecteur der gymnasia, dat het rijks
subsidie voor de lessen aan de meisjes-leerlingen van het
Gymnasium in gevaar zou kunnen komen, wanneer deze lessen
gecombineerd worden gegeven met die aan leerlingen van een
andere school. Overwegend bezwaar kan dat niet opleveren.
Mocht inderdaad het Rijk bezwaar maken om dan in dat
gedeelte van de kosten dezer lessen, dat ten laste van het
gymnasium zou moeten worden gebracht, subsidie te verleenen,
dan zal de gemeente die kosten geheel voor hare rekening
moeten nemen. Ongetwijfeld zou dat dan toch altijd nóg
voordeeliger zijn. dan wanneer voor de vrouwelijke leerlingen
van het gymnasium een afzonderlijke leerares moest worden
aangesteld.
Op grond van al het bovenstaande geven wij U dus thans in
overweging tot de vaststelling der volgende verordening over
te gaan.
VERORDENING, regelende het onderwijs in de gymnastiek
aan het gymnasium, de middelbare scholen, de kweek
school en de openbare lagere scholen te Leiden.
Artikel 1.
Met het geven van onderwijs in de gymnastiek aan het
gymnasium, de middelbare scholen, de kweekschool en de
openbare lagere scholen worden belast vier leeraren en twee
leeraressen, die allen in het bezit moeten zijn van eene acte
M. O. in dit vak.
Art. 2.
De leeraren zijn verplicht 30 uren per week les te geven,
welk aantal bij gebleken behoefte kan vermeerderd worden
met tijdelijke uren tot een maximum van 6.
De leeraressen zijn verplicht 25 uren per week les te geven,
welk aantal bij gebleken behoefte kan vermeerderd worden
met tijdelijke uren tot een maximum van 5.
Art. 3.
De aanvangswedde voor de leeraren bedraagt f 1300.
Deze wedde wordt driemaal, telkens na 3 jaren dienst aan
een openbare of bijzondere school, hetzij hier hetzij elders
met f 100.— verhoogd, tot een maximum van ƒ1600.—
De leeraressen genieten een aanvangswedde van 1125.
Deze wedde wordt driemaal, telkens na 3 jaren dienst aan
een openbare of bijzondere school, hetzij hier hetzij elders,
met f 75.verhoogd, tot een maximum van 1350.
De verhoogingen worden alleen toegekend bij gebleken
geschiktheid en behoorlijke plichtsbetrachting en niet dan
nadat Burg. en Wetb. te dier zake de betrokken ambtenaren
van het rijksschooltoezicht hebben gehoord, wier advies door
hen aan den Gemeenteraad wordt overgelegd.
Tijdelijke uren worden bezoldigd met 30.per jaar per
wekelijksch lesuur.
Art. 4.
Een der leeraren geeft les aan de mannelijke leerlingen
der Hoogere Burgerschool voor Jongens; twee aan de manne
lijke leerlingen van het gymnasium. De overige uren van de
leeraren zijn bestemd voor de mannelijke leerlingen van de
Kweekschool, voor de scholen le en 2e klasse en voor de vier
hoogste klasse van de scholen 3e en 4e klasse.
Een der leeraressen geeft les aan de Hoogere Burgerschool
voor meisjes en aan de vrouwelijke leerlingen van de Hopgere
Burgerschool voor Jongens en van het gymnasium.
De overige uren der leeraressen zijn bestemd voor de
vrouwelijke leerlingen der Kweekschool en voor de scholen
le en 2e klasse.
Art. 5.
Burgemeester en Wethouders stellen jaarlijks vóór 1 Sep
tember den rooster der gymnastieklessen vast na ingewonnen
advies van de hoofden der daarbij betrokken inrichtingen.
Overeenkomstig dezen rooster worden de jaarwedden op
de begrooting over de verschillende inrichtingen verdeeld
naar evenredigheid van het wekelijks aan iedere inrichting
gegeven aantal lesuren.
Art. 6.
De leeraren en leeraressen zijn gebonden aan de bepalingen
der inrichtingen, waaraan zij les geven, ook wat schooltijden
en vacantiën betreft. Zoolang zij aan de leerlingen eener
inrichting, hetzij in, hetzij buiten het schoollokaal les geven,
staan zij onder het toezicht van het hoofd dier inrichting.
Art. 7.
Bij afwezigheid of ontstentenis van een der leeraren of
leeraressen zijn de overigen verplicht ingevolge de aanwijzing
van Burg. en Weth. hem of haar te vervangen.
Art. 8.
De leeraren en leeraressen mogen in de gemeentelijke
gymnastieklokalen geen bijzonder onderwijs geven tenzij met
toestemming van den Gemeenteraad. Ook is het hun verbo
den zonder toestemming van den Gemeenteraad eenige be
zoldigde betrekking aan te nemen aan andere dan gemeente
instellingen.
Tot deze laatste wordt echter ook de school van het ge
nootschap Mathesis Scientiarum Genitrix gerekend.
Art. 9.
Zij zijn verplicht, wanneer zij uit hunne betrekking ont-