68
waarborgmaatschappij voor de Gemeente Leeuwarden van
1850, destijds opgericht op gezag van het Gemeentebestuur,
leert r dat de schaden aan gebouwen in die stad over de laatste
twintig jaar dertien centen per duizend gulden verzekerd
kapitaal en die aan roerende goederen niet meer dan zeven
en dertig cent dooreengenomen bedragen hebbendat de
premiën tot 20 cent per duizend in de «ongevaarlijke klasse"
zijn teruggebracht; en dat in 60 jaar tijds een reservefonds
van f 260000 is gekweekt.
De door ondergeteekende ontworpen organisatie zal op soort
gelijke plaatselijk werkende maatschappijen hare grootere
draagkracht vóór hebben; zij zal even nauwkeurig beheerd
worden en naar een even krachtige controle streven.
Een eerste eisch voor een nieuwe instelling is, dat zij haar
levensvatbaarheid aanstonds bewijze door het samenbrengen
van een aanzienlijk verzekerd kapitaal; weshalve in het Pros
pectus en in de Ontwerp Statuten als minimumdeelneming
200 millioen gulden is bepaald, zoodat elks voorloopige deel
neming geschiedt onder de voorwaarde, dat vóór 31 December
1910 deelnemingen tot genoemd bedrag bijeengekomen zijn.
Uwe Gemeente bezit vele eigendommen, die zij tegen brand
pleegt te verzekeren; zij wordt nu als zoodanig in de gele
genheid gesteld, om mede te werken tot verwezenlijking der
kans op het tot stand komen eener zuiver onderlinge instelling,
daar zij krachtig kan bijdragen tot bereiking van het minimum
verzekerd kapitaal. Omdat een gemeentebestuur beter de uit
voerbaarheid en de soliditeit van den opzet beoordeelen kan
dan menig particulier, ligt het niet buiten zijn natuurlijke
gedragslijn, vóór te gaan op een terrein, waar de burgerij
sinds lang een aantal eischen stelt, die zij door de moeilijk
heid der organisatie en andere bezwaren niet zelf verwezen
lijken kan.
Uiteraard leent zich voor de verzekering de onderlinge-
organisatie-vorm uitmuntend, daar zij immers geen produc
tief bedrijf is, maar het doen dragen van geleden verliezen
door velen.
Verstandige verdeeling der risico's is eisch van goed beleid,
en daaraan kan voldaan worden. De brandramp te Enschedé
in 1862 bracht rond B1^ millioen gulden schade; daarvan
werd ongeveer de helft door één en dezelfde maatschappij
geleden die hiervan slechts één tiende had herverzekerd,
hoewel de bouwaard door de vele stroodokken en talrijke
houten gevels verre van gevaarloos was. De bedoelde maat
schappij was toevallig een onderlinge; zij leverde mitsdien
een voorbeeld, hoe de inrichting NIET moet zijn!
Ondergeteekende verzoekt uw College nu eerbiedig: op
grond van het hierbijgaand Prospectus en de Ontwerp-Sta-
tuten tot voorwaardelijke deelneming aan den nieuwen Bond
voor Onderlinge Brand- en Inbraakverzekering te besluiten.
't Welk doende, enz.
W. Elink Schuurman.
Hilversum, 31 Maart 1910.
N°. 152. Leiden, 26 Mei 1910.
Bij de voorloopige overeenkomst in zake den aankoop van
de perceelen weiland, kadastraal bekend onder sectie E,
Nis 780 en 781, gem. Oegstgeest, van wijlen C. Dieben, werd
o. m. overeengekomen dat de verkooper of zijn rechtver
krijgende het recht van pacht zou hebben van de verkochte
landerijen voor de som van f 100.per H.A. per jaar, tótdat
aan het verkochte een andere bestemming zou worden ge
geven, in welk geval de pacht 6 maanden te voren zou
moeten worden opgezegd, en in geen geval langer dan tot
31 December 1920.
Toen nu evenwel deze aankoop in de vergadering van
27 Januari 1.1. spoedshalve mondeling werd aanhangig ge
maakt, werd dezerzijds verzuimd van deze aan den koop
verbonden voorwaarde mededeeling te doen. Dientengevolge
werd zij ook niet in het Raadsbesluit vermeld, en kon daar
aan ook niet de goedkeuring van Gedep. Staten worden gehecht.
Het gevolg van een en ander was, dat in de dezer dagen
verleden notarieele acte evenmin van deze voorwaarde mel
ding kon worden gemaakt. Het is intusschen duidelijk dat
dit verzuim zoo spoedig mogelijk behoort te worden hersteld
en dat kan het best geschieden door een afzonderlijk Raads
besluit tot verhuring van de aangekochte landerijen aan de
rechtverkrijgenden van wijlen de heer C. Dieben.
Mitsdien geven wij U in overweging te besluiten de per
ceelen weiland, kad. bekend onder Sectie. E, Nis 780 en 781
gemeente Oegstgeest, met ingang van den dag waarop deze
in eigendom aan de gemeente zijn overgegaan, tot 31 December
1920 te verpachten aan de' weduwe C. DiebenBiesiot alhier,
tegen een pacht van f 100.per H.A. per jaar, met dien
verstande dat de pacht zal komen te vervallen, wanneer door
den eigenaar aan het weiland een andere bestemming zal worden
gegeven, in welk geval daarvan 6 maanden te voren aan den
pachter kennis moet worden gegeven.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 153. Leiden, 28 Mei 1910.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij tegen den in hare handen gestelden staat van af- en
overschrijving op de begrooting der Stads Bank van Leening
en den suppletoiren staat van begrooting dier instelling, beide
het dienstjaar 1909 betreffende, geene bedenkingen heeft.
Zij adviseert U derhalve tot goedkeuring van beide staten
te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N#. 154. Leiden, 31 Mti 1910.
Naar aanleiding van het hiernevens overgelegd adres van
het Bestuur van het Nederlandsch Congres voor Openbare
Gezondheidsregeling, houdende verzoek om ten behoeve van
de vergaderingen van dat congres en van de daaraan ver
bonden tentoonstelling kosteloos gebruik te mogen maken
van een 2-tal localiteiten van de Stadsgehoorzaal, hebben wij
de eer Uwe Vergadering voor te stellen aan adressant toe
te staan
1°. het kosteloos gebruik van den foyer op 23 en 24 Sep
tember a. s. ten behoeve van de vergaderingen van het XVe
Congres voor Volksgezondheid;
2°. het kosteloos gebruik van de kleine zaal van 20 tot
en met 30 September a. s. ten behoeve van het houden der
aan dat congres verbonden tentoonstelling.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Het Bestuur van het Nederlandsch Congres voor Openbare
Gezondheidsregeling, ten deze vertegenwoordigd door zijnen
Voorzitter, den Heer Edo J. Bergsma, Burgemeester van
Enschede, en door zijn tweeden secretaris-penningmeester,
Mr. A. J. E. A Bik, te 's Gravenhage, bij wien domicilie
wordt gekozen, geeft met verschuldigden eerbied het navol
gende te kennen.
Het vijftiende Congres voor Volksgezondheid zal op 23 en
24 September a. s. te Leiden worden gehouden.
Besproken zullen worden onder meer, de hygiënische toe
standen aan boord, van zeevisschersvaartuigende maatregelen
tegen verontreiniging der openbare wateren en de vervalsching
van levensmiddelen in verband met de werking der keurings
diensten.
Ten einde de behandeling van dit laatste onderwerp beter
tot haar recht te doen komen zal worden georganiseerd eene
met dat onderwerp verband houdende tentoonstelling.
Van deze tentoonstelling koestert het Congresbestuur, met
het oog op hare deskundige leiding en de bereids gebleken
belangstelling, goede verwachtingen.
Vermits deze tenstoonstelling uitsluitend wetenschappelijke
en geene reclame doeleinden beoogt, derhalve van deelnemers
aan deze tentoonstelling geen plaatshuur zal worden gevorderd
anderdeels de kosten van voorbereiding, van inrichting, als
anderszins, reeds vrij belangrijke eischen aan de finantieele
draagkracht van het Congres stellen, is het Congresbestuur
overtuigd van de belangstelling van Uwen Raad en van
het Bestuur Uwer Gemeente in het streven van het Congres
te rade geworden een beroep te doen op de medewerking
van Uwen Raad.
De bedoeling zoude zijn de tentoonstelling te houden ge
durende vier dagen en wel (in verband met de data van het
Congres) op 23, 24, 25 en 26 September a. s. Verder ligt het
in de bedoeling, op één dezer dagen de tentoonstelling kos
teloos toegankelijk te stellen. Overigens zoude alleen ten
einde te grooten toeloop tegen te kunnen gaan op de
andere dagen een entreegeld van hoogstens tien cent per
persoon worden geheven.
Met inbegrip van enkele dagen benoodigd voor de inrich
ting en opstelling der inzendingen, en na afloop der ten
toonstelling voor de inpakking en terugzending van het
een en ander, wil het aan requestrant voorkomen, dat de
beschikking over localiteit gedurende tien dagen, dat is van
20 tot en met 30 September a. s. voldoende is.
Het Congresbestuur zal zich aan Uwen Raad zeer verplicht
achten indien hij, voor het voorgeschreven doel en gedurende
den vorenaangegeven termijn, onder voorwaarden desnoodig