82
DONDERDAG
19 MEI 1910.
XVII. Voorstel tot onderhandsche verpachting van de stand
plaats voor een toboggan op de aanstaande kermis aan Joh.
Kunkels te Roermond.
(Zie Ing. St. No. 139).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
XVIII. Voorstel:
a. tot. vaststelling van de overeenkomst voor de levering van
gas aan de gemeente Warmond;
b. tot aanvulling van het uitbreidings- en vernieuwingsfonds
der Stedelijke Gasfabriek met een bedrag van/33000;
c. tot vaststelling van den desbetrelïenden begrootingsstaat.
(Zie Ing. St. Nis 135 en 141).
Allereerst is aan de orde punt a van het voorstel.
Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd.
Beraadslaging over art. 1 der concept-overeenkomst luidende:
»De Gemeente Warmond verbindt zich, behoudens het be
paalde in alinea 4 van dit artikel, voor een tijdvak van 30
jaren, te rekenen van den dag, waarop de openbare verlichting
in de kom der Gemeente Warmond voor de eerste maal zal
zijn ontstoken, het gas, dat in die Gemeente voor openbare
verlichting of door particulieren gevraagd wordt, te nemen
of te doen nemen van de Gemeente Leiden.
Contractanten ter eener dragen, behoudens overmacht, zorg
dat uiterlijk 6 maanden na onderteekening van het contract
de openbare verlichting in Warmond zal kunnen worden ont
stoken.
Contractanten ter anderer verbinden zich gedurende dien
termijn (30 jaar) het gas direct of indirect, van geen andere
gemeente dan van Leiden te zullen betrekken, binnen dien
termijn niet te zullen overgaan tot het oprichten of exploiteeren
van gemeentewege van eene gasfabriek of welke andere
fabriek voor centrale verlichting, verwarming of kracht, noch
daartoe concessie te zullen verleenen, noch zich van een andere
gemeente electriciteit te doen verschaffen.
Contractanten ter anderer zullen bevoegd zijn deze overeen
komst na 15, 16 enz. jaren te doen eindigen, mits zij het
verlangen daartoe minstens één jaar tevoren aan Burgemeester
en Wethouders van Leiden schriftelijk doen kennen en zij
alsdan binnen 3 maanden na de eindiging der overeenkomst
aan partij ter eener uitbetalen de contante waarde, berekend
naar een rentevoet van 4% van een aantal aan het einde
van elk jaar verschuldigde jaarlijksche uitkeeringen, elk groot
1.272waarvan de laatste vervalt op ultimo December 1940.
Contracten ter anderer behouden zich het recht voor in
het laatste jaar vóór den afloop van het contract, hetzij van
de bevoegdheid tot vroegere beëindiging van de overeenkomst
wordt gebruik gemaakt, hetzij, het contract voor 30 jaren zal
gelden, alle zoodanige maatregelen te mogen nemen, als zij
noodig oordeelen ten einde na afloop van het contract stagnatie
in de centrale voorziening in licht, kracht en verwarming
van Warmond te voorkomen."
De heer Reimeringer. M. d. V. Ik zou gaarne een vraag
willen doen. Het is mij niet duidelijk, of de gemeente Leiden
elk jaar een bedrag van 1272. krijgt ter restitutie van de
kosten, of dat dit alleen berekend wordt, wanneer door den
contractant het contract wordt opgezegd. Dat is mij niet
duidelijk uit deze redactie.
De heer Korevaar. M. d. V. De bedoeling van die ƒ1272.
is, dat die betaald zal worden over elk jaar, dat de overeen
komst korter dan 30 jaar duurt. Wanneer de overeenkomst
na 15 jaar wordt opgezegd, moet de gemeente Warmond
betalen 15 maal 1272; wordt die opgezegd 28 jaar na
het begin van de overeenkomst, dan moet Warmond twee
maal ƒ1272 betalen.
De heer Reimeringer. Ik dank u voor die toelichting.
De heer Fokker. M. d. V. Nu ik art. 1 nog wat nader
bezie, zou ik wel willen vragen, of de derde alinea wel scherp
genoeg geformuleerd is, om de rechten van deze gemeente te
waarborgen. Het artikel luidt, dat de contractant zich verbindt,
om voor een tijdvak van 30 jaren, te rekenen van den dag,
waarop de openbare verlichting in den kom der gemeente
Warmond voor de eerste maal zal zijn ontstoken, het gas,
dat in die gemeente voor openbare verlichting of door particu
lieren gevraagd wordt, te nemen of te doen nemen van de
gemeente Leiden. Alinea drie luidt dan: Contractanten ter
anderer verbinden zich, gedurende dien termijn (30 jaar) het
gas direct of indirect, van geen andere gemeente dan van
Leiden te zullen betrekken, binnen dien termijn niet te zullen
overgaan tot het oprichten of exploiteeren van gemeentewege
van een gasfabriek of welke andere fabriek voor centrale
verlichting, verwarming of kracht, noch daartoe concessie te
zullen verleenen, noch zich van een andere gemeente electrici
teit te doen verschaffen. Is nu hierdoor ook uitgesloten, dat
zij zich ook door middel van een particulier leverancier gas
of electriciteit verschaffen, wat zij doen kan, zonder concessie
te geven, wanneer zij eenvoudig een privaatrechtelijke over
eenkomst sluit met een leverancier of een andere gemeente?
De heer Korevaar. Enkele heeren hoor ik zeggen, mijnheer
de Voorzitter, dat zij niet begrijpen, wat de, heel Fokker be
doelt. Zoo ging het aanvankelijk ook mij, maar nu geloof ik
dat zijn bezwaar hierin bestaat, dat niet voorzien is, dat er
ook concurrentie zou kunnen komen van een particulier. Dat ge
val is haast niet denkbaar. Zou een particulier, als hij het
gas er eerst heen moest brengen en liefst in zeer kleine hoe
veelheden, want met buizen zou een concessie noodig zijn,
met de gemeente Leiden kunnen gaan concurreeren De ge
meente Leiden zal toch altijd veel goedkooper exploiteeren. Als
nu een enkele daar eens een andere verlichtingsstof invoert, zal
dat kleine beetje geen schade doen. Ik vind het bezwaar van
den heer Fokker dus nogal denkbeeldig.
De heer Fokker. Het blijkt dus, dat mijn opmerking niet
zoo geheel en al onjuist was. De heer Korevaar vindt mijn
bezwaar denkbeeldig, maar de bepaling, zooals die hier staat,
is niet voldoende, dat blijkt al uit het antwoord van den ge-
achten Wethouder. Ik zou aan Burgemeester en Wethouders
in overweging willen geven het is moeilijk, dat bij amen
dement in orde te maken het contract zóó te doen luiden,
dat aan mijn opmerking worde tegemoet gekomen, want ge
heel denkbeeldig is het bezwaar niet. Misschien kan in een
andere gemeente concessie worden gegeven aan een particulier,
die daar gas levert en dan kan die het misschien nog goed
kooper leveren aan de gemeente Warmond. Denkbeeldig is
dit gevaar dan niet en waar het ondervangen kan worden,
door iets in de overeenkomst te veranderen, geloof ik, dat
wij het ook moeten doen.
De Voorzitter. Mag ik u even opmerken, dat er niet
alleen staat: »van geen andere gemeente", maar ook: »noch
daartoe concessie te zullen verleenen".
De heer Fokker. De gemeente Leiden krijgt toch ook geen
concessie. Wij leveren privaatrechtelijk aan Warmond gas.
Evengoed kan ieder ander dat doen.
De Voorzitter. Wat noemt u dan concessie? Wij krijgen
toch concessie, om aan Warmond gas te leveren. Ja zeker,
wel degelijk. Ik heb het nog eens even op mijn gemak nage
keken, maar alles wat u zegt is wel degelijk uitgesloten.
Wij krijgen volgens het spraakgebruik in Warmond concessie
om gas te leveren.
De heer Sijtsma. Maar een ander mag het ook doen!
De Voorzitter. Alleen is niet uitgesloten, dat iemand bij
voorbeeld op een wagen reservoirs met gas in de gemeente
zou brengen. Dat blijft mogelijk, maar het leggen van buizen
is uitgesloten. Ik geloof dus, dat er heelemaal geen gevaar is,
het artikel goed te keuren, zooals het thans luidt.
De heer Fokker. M. d. V. Het zou gemakkelijk te ondervan
gen zijn, als men leest: «Contractanten ter anderer verbinden
zich, van niemand anders dan van de gemeente Leiden gas
te betrekken."
De Voorzitter. Ik zou het niet veranderen. In het alge
meen staat er zeer duidelijk, dat het gas niet mag betrokken
worden van een andere gemeente. Als er stond: „van niemand
anders," dan zou men weer kunnen zeggen: Daaronder valt
geen gemeente, dat moet zijn een privé' persoon. Het zou dan
gelden voor het onwaarschijnlijke geval, dat een privaat per
soon gas zou willen leveren, en ik geloof, dat dat geval uitge
sloten is, omdat daarvoor geen concessie kan worden verleend.
Zooals het artikel nu geredigeerd is, is er geen bezwaar bij.
De heer Fockema Andreae Wij hebben gelukkig een ar
tikel in de wet, dat zegt, dat alle overeenkomsten te goeder
trouwr moeten worden uitgevoerd. Een ontduiking, zooals de
heer Fokker die verwacht, zou door geen rechter beschouwd
worden als een handelen te goeder trouw. Ik ben het dus
met u eens, dat wij geen kwaad van het artikel te duchten
hebben.
De heer Fokker M. d. V. Dat bezwaar kan ondervangen
worden, als men leest: „Van geen andere gemeente dan van
Leiden en verder van niemand anders te zullen betrekken".
Dan is het volkomen ondervangen.
De Voorzitter. Ik geloof werkelijk, dat het overbodig is. Ik
vind uw redactie niet verkeerd, maar ik zou toch in het
artikel, zooals het voorgesteld is, liever geen verandering
brengen, omdat er geen gevaar dreigt. De door u voorgestelde
redactie is zeer goed, maar ik zou die toch in dit geval ontraden,
omdat dan weer aan Warmond moet geschreven worden en onder
handelingen /uilen moeten gevoerd worden. Wij krijgen daar
van dan niets dan moeite en daarom zou ik u in overweging