GEMEENTERAAD 'VAN LEIDEN. 49 IHOEKOME?r STUKKEN. N°. 104. Leiden, 6 April 1910. De huur van het winkelhuis aan den Nieuwen Rijn no 21, laatstelijk krachtens r aadsbesluit van 21 Januari 1909 voor één jaar verhuurd aan A. C. Kriest, bloemist alhier, voor/700. per jaar, eindigt met 1 Mei a.s. Krachtens het loopende huurcontract is de huurder weder voor den tijd van een jaar gebonden, aangezien hij de huur niet binnen den bepaalden tijd heeft opgezegd. En waar nu ook bij ons college tegen eene verlenging van de huur voor een jaar geen bezwaar bestaat, geven wij U in overweging te besluiten, het perceel aan den Nienwen Rijn no. 21 weder, met ingang van 1 Mei a.s, voor den tijd van één jaar te ver huren aan A. C. Kriest, bloemist alhier, voor 700.per jaar en overigens onder de bestaande voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 105. Leiden, 6 April 1910. Met 30 April a s. eindigt de huur van het perceel aan de Lokhorststraat n°. 22, laatstelijk krachtens raadsbesluit van 2 Mei 1907 voor den tijd van 3 jaren verhuurd aan A. Raar, meubelmaker alhier, voor f 208.per jaar. Aangezien de huurder den wensch heeft te kennen gegeven de huur wederom voor den tijd van 3 jaren te verlengen en daartegen bij ons geen bezwaar bestaat, geven wij U in over weging te besluiten, het huis aan de Lokhorststraat n°. 22 voor den tijd van 3 jaren, ingaande 1 Mei 1910 te verhuren aan A. Raar, meubelmaker alhier, tegen een huurprijs van 208.per jaar en overigens onder de bestaande voor waarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden N°. 106. Leiden, 6 April 1910 Met 14 April a.s. eindigt de huur van het perceel Lokhorst straat no. 18, laatstelijk krachtens raadsbesluit van 25 Februari 1909 voor 1 jaar verhuurd aan C. M. van Halderen, schoen maker alhier, voor 130.— per jaar. Aangezien de huurder krachtens het loopende huurcontract weder voor één jaar gebonden is, doordien hij de huur niet binnen den bepaalden termijn heeft opgezegd en onzerzijds tegen de verlenging van de huur met een jaar geen bezwaar bestaat, geven wij U in overweging het perceel aan de Lok horststraat no. 18 opnieuw voor den tijd van één jaar, in gaande 15 April a.s. te verhuren aan C. M. van Halderen, voornoemd, voor ƒ130.per jaar en overigens onder de be staande voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 107. Leiden, 6 April 1910. Den 30en April a.s. eindigt de huur van de bovenwoning van het perceel Breestraat No. 119, laatstelijk krachtens raads besluit van 20 April 1905 voor den tijd van 5 jaren verhuurd aan R. Pronk, hoofdinspecteur van politie alhier. Wij geven U in overweging deze woning, met ingang van 1 Mei a.s., wederom voor den tijd van 5 jaren onder de be staande voorwaarden aan den heer R. Pronk te verhuren. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 108. Leiden, 6 April 1910. Met 1 Mei a. s. eindigt de huur van het perceel aan den Ouden Singel n°. 34, laatstelijk krachtens raadsbesluit van 25 Februari 1909 voor den tijd van 1 jaar verhuurd aan J. N. M. Hartwijk, schoenmaker alhier, voor 198.— per jaar. Aangezien de huurder krachtens het loopende huurcontract weder voor één jaar gebonden is, doordien hij de huur niet binnen den bepaalden termijn heeft opgezegd en onzerzijds tegen eene verlenging van de huur met een jaar geene be denking bestaat, geven wij U in overweging te besluiten het perceel aan den Ouden Singel weder voor den tijd van één jaar, ingaande 1 Mei a. s., te verhuren aan J. N. M. Hartwijk, voornoemd, voor 198.— per jaar en overigens onder de bestaande voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 109. Leiden, 8 April 1910. Onder overlegging van nevensgaand schrijven van Commis sarissen der Stedelijke fabrieken van gas en electriciteit, geven wij Uwe Vergadering in overweging commissarissen te machtigenbehoudens rechten van derdenhet gesticht «Duinzicht", gelegen aan den Rijksstraatweg van 's Graven- hage naar Haarlem, onder Oegstgeest, aan de gasleiding aan te sluiten, onder voorwaarde dat de kosten van aanleg geheel door de aanvraagster, de firma H. W. Rubenkamp Co., zullen worden gedragen en onder voorbehoud, dat de prijs van het gas voor verbruikers, buiten Leiden woonachtig, door U wellicht boven het Leidsche tarief kan worden verhoogd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Wij hebben de eer het volgende onder Uwe aandacht te brengen. Van de firma H. W. Rübenkamp en Co. te Oegstgeest is het verzoek ingekomen om het Gesticht Duinzicht, gelegen aan den Rijksstraatweg van 'sGravenhage naar Haarlem, aan de gasleiding aan te sluiten. Ingevolge art. 1 van de Verordening van den 9en Januari 1896, houdende bepalingen omtrent het gebruik van gas door particulierenzal de Gemeenteraad moeten beslissen of dit verzoek kan worden ingewilligd. Daartoe zal de hoofdgaslei ding in den Rijksstraatweg, welke thans ligt voor het per ceel van den heer J. Lubbe Jr. te Oegstgeest, met ruim 300 meter moeten worden verlengd. Bij deze veroorloven wij ons de vrijheid U voor te stellen, het verzoek van de firma H. W. Rübenkamp en Co. aan den Raad over te leggen, onder bijvoeging van ons advies om het behoudens rechten van derden in te willigen onder voorwaar de, dat de kosten van aanleg geheel door den aanvrager zullen worden betaald en onder voorbehoud, dat de prijs van het gas voor verbruikers buiten Leiden woonachtig, door den Gemeenteraad zal kunnen worden verhoogd boven het Leid sche tarief. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit J. Korevaar Az., Voorzitter. v. Doesburgh, fung. Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 110. Leiden, 8 April 1910. L Penning, pachter van de buffetten op het feestterrein ter gelegenheid van de aanstaande lustrumfeesten van de Universiteit heeft ons vergunning verzocht tot den verkoop van sterken drank in het klein in het feestgebouw tijdens die feesten. Aangezien het hier geldt een buitengewone inrichting voor maatschappelijk verkeer, kan o. i. tegen het verleenen dezer vergunning boven het maximum geen bezwaar bestaan. Daar toe behoeft ons college evenwel de machtiging van Hare Majesteit de Koningin, welke ingevolge het bepaalde bij art. 5 der Drankwet, slechts kan worden verleend op voorstel van Uwe Vergadering, Gedeputeerde Staten gehoord. Mitdien geven wij U in overweging aan Hare Majesteit voor te stellen ons college .te machtigen aan L. Penning, pachter van de buffetten op het feestterrein ter gelegenheid van de aanstaande lustrumfeesten voor den duur dier feesten vergunning te verleenen tot den verkoop van sterken drank in het klein in het feestgebouw, en dit wel, naar de onder scheiding van het 2e lid van art. 1 der Drankwet, voor ge bruik ter plaatse van verkoop. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 111. Leiden, 8 April 1910. Het is u bekend, hoe reeds meermalen en van verschillende zijden pogingen zijn aangewend om Uwe Vergadering te be wegen het initiatief te nemen om tot een opheffing van den tol aan den Rijnsburger weg te geraken. Zoo bereikte U in September 1907 (Zie Ingek. Stukk. No. 267) een verzoek van het Dagelijksch Bestuur van den A. N. W. B.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1910 | | pagina 1