DINSDAG 1 MAART 1910. 47 Zitting van Dinsdag 1 Maart 1.910. Geopend des namiddags te half drie uur. Voorzitter: de heer J. A. VAN HAMEL, Wethouder, Loco-Burgemeester. Daarna: de heer Burgemeester Jhr. Mr. N. C. DE GIJSELAAR. Te behandelen onderwerp: Installatie van Jhr. Mr. N. C. de Gijselaar als Burgemeester. Tegenwoordig zijn 30 leden, als de heerenBosch, Eerstens, Korevaar, van der Lip, Fockema Andreae, Wildeboer, van der Eist, van Tol, Briët, Bots, Hoogenboom, de Vries, Driessen, Corts, de Boer, P. J. Mulder, Vergouwen, Reimeringer, Zwiers, Carpentier Alting, Fokker, Timp, van Hamel, van Gruting, Pera, Roem, Aalberse, A. Mulder, Sijtsma en Meuleman. Afwezig is de heer van Hoeken, wegend ongesteldheid. De Voorzitter. Ik verzoek den Secretaris voorlezing te doen van het afschrift van de acte van beëediging van Jhr. Mr. N. C. de Gijselaar als Burgemeester van Leiden. Dit afschrift luidt als volgt: Op heden den 23 Februari 1900 tien heeft in handen van den Staatsraad i. b. d., Commissaris der Koningin in de Provincie Zuid-Holland de Heer Jhr. Mr. N. C. de Gijselaar bij besluit van Hare Majesteit de Koningin van den 19 Januari 1910 No. 9 benoemd tot Burgemeester der gemeente Leiden, ingevolge art. 65 der Gemeentewet, afgelegd de beide volgende eeden Eed van zuivering. »Ik zweer, dat ik, om tot Burgemeester benoemd te worden, »directelijk of indirectelijk, aan geen persoon, onder wat naam »of voorwendsel ook, eenige giften of gaven beloofd of ge- »geven heb." »Ik zweer, dat ik, om iets hoegenaamd in deze betrekking »te doen of te laten van niemand hoegenaamd eenige beloften »of geschenken aannemen zal, directelijk of indirectelijk." »Zoo waarlijk helpe mij God Almachtig!" Eedvoorgeschreven bij art. 39 der Gemeentewet. »Ik zweer trouw aan de Grondwet en aan de Wetten des »Rijks en dat ik de belangen der gemeente Leiden met al »mijn vermogen zal voorstaan en bevorderen." »Zoo waarlijk helpe mij God Almachtig!" Van het afleggen van welke eeden deze akte is opgemaakt. De Staatsraad i. b. d., Commisssaris der Koningin voornoemd, get. Patijn. 's Gravenhage, den 23 Februari 1910. Wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter. Mag ik den heeren Kerstens en Fockema Andreae verzoeken om met den Secretaris, den nieuw benoem den Burgemeester binnen te leiden. De Burgemeester binnengeleid, neemt naast den Voorzitter plaats. De Voorzitter. Mijnheer de Gijselaar! Het is mij een groot voorrecht U, door hare Majesteit onze geëerbiedigde Koningin, benoemd tot Burgemeester der gemeente Leiden, bij uw binnen treden in deze Raadszaal, namens den Raad en den Secretaris, van harte geluk te wenschen en welkom te heeten. Van ver schillende zijden heeft men ingenomenheid met uwe benoeming aan den dag gelegd en daarvan u doen blijken en de ver schillende persorganen hebben weergegeven de meening van de gemeentenaren, die zich over uwe benoeming verheugen. En terecht: hebt gij niet uwe academische studiën hier aan gevangen en op zeer loffelijke wijze voltooid en doet ons dit niet de gegronde verwachting koesteren, dat Leiden, waar gij de beste jaren van uw leven doorleefdet, uwe sympathie in dubbele mate heeft Topografisch is Leiden u alzoo verre van vreemd,- en al hebt gij, sedert 1891, de sleutelstad met der woon verlaten, ik weet dat u Leiden niet hebt uit het oog verloren, zoodat de kennismaking met menigeen spoedig her nieuwd of gemaakt zal worden. Gij zijt thans door het vertrouwen der Regeering geplaatst aan het hoofd van eene der aanzienlijkste gemeenten van ons Vaderland. Aanzienlijk vanwege de groote plaats, die Leiden in de lands-historie inneemt, aanzienlijk vanwege hare ver maarde aloude Hoogeschool, hare verschillende onderwijs inrichtingen, zoo openbare als bijzondere, hare fabrieken, haar handel en industrie, haar vrij groot garnizoen, ook aanzienlijk wegens haar zielenaantal. Aan het hoofd van eene dergelijke gemeente te worden geplaatst, die gemeente te helpen op voeren tot een hooger peil van welvaart, het moet voor iemand van uwen leeftijd met idealen, met werkkracht en werklust, een niet genoeg te waardeeren voorrecht zijn. Dat de u te wachten taak een zeer zware zal zijn, ik behoef het u niet te verzwijgen en ongetwijfeld hebt u, toen u namens de Regeering werd aangezocht u voor het ambt van Burge meester beschikbaar te stellen, zich rekenschap gegeven van de groote verantwoordelijkheid, die dat ambt u zal opleggen. De taak toch den Burgemeester meer en meer opgelegd is een zeer omvangrijke, dank zij ook de gestadige vermeerdering van werkzaamheden, hun van Rijkswege en van de zijde der Provincie opgedragen, uitvloeisels van wetten en voorschriften op het gebied van den arbeid, de hinderwet, drankwet en verder terrein der sociale wetgeving. Dat eene groote gemeente in deze taak een zeer belangrijk aandeel heeft, spreekt vanzelf. Bovendien achten tal van Vereenigingen, Bonden, Hoofdbesturen als anderszins in den lande om nog niet eens te spreken van tal van plaatselijke Vereenigingen of Bonden zich meer en meer geroepen, met groote vrijmoedigheid, gebruik ik zou bijkans zeggen misbruik te maken van het recht van petitie, door verzoekschriften in te dienen aan den Raad of Burgemeester en Wethouders, over onderwerpen van den meest uiteenloopenden aard, hetgeen dikwijls niet weinig vordert van de aandacht en het arbeidsvermogen van Burge meester en Wethouders en van de ambtenaren van verschillende diensttakken. Dientengevolge kunnen onderscheidene gemeente belangen meermalen niet zóó snel behartigd worden als wel wenschelijk ware. Overlading van Raadsagenda is daarvan mede het gevolg. In de laatste drie jaren werden niet minder dan 19 verzoekschriften van elders gevestigde Vereenigingen, Hoofdbesturen, Bonden enz. tot den Raad gericht, o.a. van de Commissie uit de Kynologenvereeniging, Bond van Technici, Nederl. Schildersgezellenbond, Vereeniging tot behartiging van de belangen der Vrouw, van den Nederl. Bond van Vereeni gingen van den handeldrij venden en industrieelen Middenstand, Nederl. Verbond van Vakvereenigingen, Bond van Neder- landsche gemeentewerklieden, Nederl. Baksteenfabrikanten, Nederl. vereeniging van verplegers en verpleegsters enz. enz. Het is te hopen, dat de terechtwijzing, adressanten en mogelijke verzoekers in spé, door den Raad, zich ver- eenigende met het praeadvies van Burgemeester en Wethouders, opgenomen de Ingekomen Stukken van 8 Februari 1910 sub No. 58, toegediend, voor eenigen tijd zal weerhouden van indiening van verzoekschriften. In de laatste jaren, maar vooral in de laatste maanden zijn vele belangrijke werken van openbaar nut tot stand gekomen of in wording, aan wier voorbereiding uw ambtsvoorganger Mr. N. de Ridder nog een werkzaam aandeel heeft genomen. Ook verzekerde de gemeente zich nog onlangs, door aankoop, den eigendom van een groot complex van land ter bevorde ring van de oprichting door het Rijk van een Academisch Ziekenhuis met den aankleve van dien en van laboratoria. De financiëele gevolgen van een en ander zijn natuurlijk niet gering, en zoo staat, onder de spoedig aan de orde komende aangelegenheden, eene groote leening voor de deur. Gelukkig echter is zulks geen gevolg van achteruitgang, integendeel, want die leening moet, voor een aanzienlijk deel, worden gesloten om uitgaven te bestrijden voor productieve inrichtingen, waarvan de tegenwoordige en toekomstige bevol king nog lange jaren de vruchten zal genieten, en die het aanzien van Leiden, ook als universiteitsstad, verhoogen en mede den trek derwaarts zullen bevorderen. Dat uwe des kundige voorlichting en uwe relatiën in de financieele wereld ons daarbij van onschatbaren dienst kunnen zijn, is ons eene bemoedigende gedachte. Met een staf van goed voor hun taak berekende, plicht getrouwe ambtenaren, als Leiden het voorrecht heeft te bezitten, en, gesteund door den voortreffelijken Gemeente-Secretaris Mr. M. C. de Vries van Heyst, doorkneed in de kennis van de gemeente-administratie en op de hoogte van de Leidsche toestanden, mede te arbeiden aan de behartiging van de belangen der aan uwe zorg toevertrouwde gemeente, het opent voor u een schoon perspectief. Van aller trouwhartige mede werking kunt u verzekerd zijn en gaarne zullen de Wet houders het hunne er toe bijdragen om uwe taak te verge makkelijken, te veraangenamen en te verlichten en ook in het College van Dagelijksch Bestuur te trachten, door eene goede, aangename verstandhouding, den goeden gang van zaken te helpen bevorderen. De Raad en zijn Secretaris bieden u welwillende medewerking en vriendschap aan, wil weder- keerig de uwe schenken. Zoo moge het u dan gegeven zijn veel te helpen tot stand brengen, wat kan strekken tot verhooging van den bloei der gemeente. De noodige energie en opgewektheid, eene goede gezond heid en voorspoed in uw huiselijk leven en familiekring zij u daarbij van ganscher harte toegewenscht. Een langdurig, zegenrijk en gezegend Burgemeesterschap zij u en Leiden zoo gaarne gegund.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1910 | | pagina 1