GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 1 INGEKOMEUr STEKKEN. N°. 1. Leiden, 24 December 1909. Onder overlegging van nevensgaand schrijven van de com missie voor de bewaarscholen geven wij u in overweging tot de benoeming van een lid dier commissie over te gaan. Aan den Gemeenteraad Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 48 Dec. 1909. Ter vervulling der vacature, welke einde dezes jaars in onze commissie zal ontstaan door de periodieke aftreding van het lid den Heer Dr. A. W. Kroon, hebben wij de eer bij U aan te bevelen de Heeren Dr. A. W. KROON; W. DRAAYER. De Commissie der Bewaarscholen J. A. van Hamel, voorzitter. M. van Wa melen, secretaris. N°. 2. Leiden, 24 December 1909. Wij hebben de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat bij ons geen bezwaar bestaat tegen inwilliging van bijgaand verzoek van het bestuur der Christelijke Gymnastiekclub »0. D. I." om gebruik te mogen maken van het gymnastiek lokaal aan de van der Werfstraat. Wij geven u mitsdien in overweging aan het bestuur der Christelijke Gymnastiekclub „O. D. I." tot wederopzeggens toe vergunning te verleenen om het gymnastieklokaal der open bare school aan de van der Werfstraat te gebruiken voor het houden van oefeningen, des Woensdagsavonds van 8 tot 10 uren, tegen betaling van een bedrag van 10.'s jaars per weke- lijksch uur, en van de kosten van vuur, licht, schoonhouden en bediening en onder voorwaarde, dat de kosten van herstel van aan het gebouw of meubilair eventueel toegebrachte schade door adressante worden vergoed en dat alle ter zake vau het gebru k door ons te geven voorschriften zullen worden nage komen. Aan den Gemeenteraad. Burg en Weth. van Leiden. Leiden, 11 Dec. 1909. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen P. Fontein Pz en P. A. Dozy, resp. voorzitter en secretaris der Chr. Gymn. club »0. D. I", dat zij gaarne wilden huren het Gymnastiek lokaal aan de v. d. Werffstraat, des Woensdagsavonds van 810 uur, tegen den daarvoor berekenden prijs. Hopende dat UEd. wel zult willen besluiten, ons verzoek toe te staan verblijven zij met de meeste hoogachting UEd. dw. drn P. Fontein Pz. P. A. Dozy Jr. N°. 3. Leiden, 28 December 1909. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van M. Juffer mans alhier, om hem een jaarlijksche subsidie te verleenen van 350.in de kosten van een omnibusdienst tusschen Leiden en Leidschendam via Zoeterwoude en Stompwijk, is door ons het advies ingewonnen van de commissie voor het marktwezen. Die commissie is van meening dat de belangen van de gepieente Leiden niet in die mate bij het tot stand komen van dezen dienst betrokken zijn, dat er termen voor onze gemeente zouden bestaan om in deze het initiatief te nemen. Zij zou daarom, alvorens een beslissing te nemen, willen afwachten, wat de gemeentebesturen van Zoeterwoude en Stompwijk zullen doen, aan wie, zooals uit het adres blijkt eveneens subsidie-aanvragen zijn gericht Ons college zou, althans in zijn meerderheid, nog verder willen gaan. Het meent dat, wat ook door die beide andere gemeentebesturen mocht worden besloten, er voor de gemeente Leiden toch geen aanleiding zou kunnen bestaan om aan deze onderneming financieelen steun te verleenen. Het ge- looit inderdaad niet, dat wanneer deze onderneming tot stand kwam, het bezoek uit de genoemde gemeenten aan Leiden ook maar eenigszins noemenswaard zou toenemen. Immers, van Leidsch standpunt bekeken is het van volstrekt geen belang of de bewoners van Leidschendam door een omni busdienst met Leiden verbonden worden, aangezien de be woners van Leidschendam, die Leiden willen bezoeken, daartoe van den bestaanden stoomtramweg over Voorschoten zullen gebruik maken. Blijven dus alleen over de ingezetenen van Stompwijk en Zoeterwoude. Maar nog daargelaten dat de bevolking van Stompwijk en van de hierbedoelde kom van Zoeterwoude slechts zeer schaarsch is, zoo zullen de meesten van hen, die Leiden willen bezoeken, daartoe wel als tot dusver van paard en wagen gebruik maken of wel te voet naar de stad komen. In geen geval echter zal, naar wij meenen, door de opening van dezen omnibusdienst het bezoek aan de gemeente Leiden zoo zeer worden bevorderd, dat daardoor een jaarlijksche subsidie van ƒ350.zou gerechtvaardigd zijn. De minderheid intuschen van ons college zou zich in deze bij het advies van de marktcommisie willen aansluiten. Want al geeft ook zij gaarne toe, dat het in de eerste plaats de gemeenten Stompwijk en Zoeterwoude zijn, die bij het tot stand komen dezer onderneming belang hebben, zoo neemt dat toch niet weg, dat ook Leiden iets zou kunnen doen om de levensvatbaarheid der onderneming te verhoogen. Maar dan moeten ook die beide gemeenten voorgaan. Toonen hare besturen door het verleenen van een geldelijke subsidie, dat zij in het tot stand komen der verbinding wel degelijk een voordeel voor hunne gemeente zien, dan zou dat ook voor Uwe Vergadering een reden kunnen zijn om later den steun te verleenen, dien zij thans nog zou willen onthouden. De min derheid raadt daarom aan om een afwachtende houding aan te nemen, tot dat de beide andere gemeentebesturen een beslissing zullen hebben genomen. Als college echter, niet overtuigd dat het belang der ge meente Leiden het verleenen van subsidie zou kunnen wet tigen, ook al mochten die beide andere gemeenten tot het verleenen van steun overgaan, geven wij U in overweging afwijzend op het verzoek te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Edelachtbare Heeren! Ondergeteekende, Martinus Juffermans, Stalhouder, wonende Doesastraat No. 2022 te Leiden brengt met bescheidenheid het volgende onder Uwe aandacht Dat hij voornemens is een geregelden omnibusdienst in te stellen tusschen Leiden, Leidschendam via Zoeterwoude en Stompwijk, met dien verstande dat Maandags, Dinsdags, Woens dags en Donderdags 2 maal een dienst zal plaats hebben heen en terug, en Vrijdags en Zaterdags 3 maal. Des Zondags zal echter geen dienst plaats hebben. Dat er groote behoefte bestaat aan een dergelijken dienst aangezien geen ander middel van verkeer de bewoners dier genoemde dorpen instaat stelt Leiden te bezoeken. Dat het met het oog op het groote aantal buitenlieden die van genoemde dorpen en tusschenliggende streken hun waren naar Leiden komen brengen en aldaar hun inkoopen komen doen, van zeer groot belang is voor de Leidsche winkeliers dat ei' een geregelde verbinding tusschen Leiden en genoemde plaatsen tot stand kome. Dat het evenwel voor ondergeteekende den eersten tijd vooral met aanzienlijke verliezen gepaard zal gaan, in elk geval van het behalen van winst geen sprake zal zijn, indien hij een dergelijke onderneming op het touw zet. Dat hij hiervoor b.v. tenminste 4 paarden uitsluitend beschikbaar moet hebben, wat een jaarlijksche uitgave van ƒ1000 vordert. Redenen waarom hij U eerbiedig in overweging geeft of er geen termen bestaan hem een subsidie te verleenen van tenminste 350, zegge driehonderd en vijftig gulden. Zij het ook voor een bepaald aantal jaren met recht van wederop zegging. Duizenden guldens vloeien er jaarlijks van de welvarende plattelandsbewoners in de zakken der Leidsche winkeliers. Talloos zijn de artikelen die zij uit Leiden tegen contant geld koopen. En waar de winkelstand in de laatste jaren toch al zoo gedrukt gaat, zou het mogelijk zeer gewaardeerd worden als op deze wijze de gemeente Leiden door een kleine jaar lijksche uitgave mee hielp, om den Leidschen winkelstand tot grooteren bloei te brengen. Ten slotte deelt ondergeteekende U mede, dat hij aan de Gemeenten Zoeterwoude en Stompwijk insgelijks een subsidie aanvraag doet. Hierbij wordt gevoegd een dienstregeling en tarief, die even wel overeenkomstig Uw verlangen voor wijziging vatbaar zijn. 't Welk doende Uw dw. dienaar M. Juffermans. Leiden, den 8 November 1909.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1909 | | pagina 1