182
DONDERDAG 16 DECEMBER 1909.
8°. Mededeeling van C. J. Dieben dat hij de pachtsom voor
het weiland aan den Rijnsburgerweg wil verboogen tot ƒ260.
Zal worden behandeld bij punt 6 der agenda.
9°. Verzoek van de Chr. Gymnastiekclub O. D. I. om het
gebruik van het gymnastieklokaal der school 3e kl. No. 2.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
Aan de orde is alsnu
I. Benoeming van een Opzichter der Gemeentewerken.
(Zie Jng. St. n°. 328).
De Voorzitter. Mag ik de heeren Korevaar, Aalberse,
Driessen en Fokker uitnoodigen, het stembureau te willen
vormen.
Wordt benoemd met 15 stemmen de heer A. de Poorte,
terwijl 14 stemmen zijn uitgebracht op den heer J. J. Verlinde.
De heer Carpentier Alting komt ter vergadering.
II. Rekening, dienst 1908, van het R. K. Wees- en Oude-
liedenhuis.
(Zie Ing. St. n°. 325).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
III. Rekening, dienst 1908, van het R. K. Armbestuur.
(Zie Ing. St. n°. 325).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
IV. Voorstel tot bestendiging van de verhuring van perceel I
van het Raamland aan den Hoogen Rijndijk aan de vereeni-
ging »Volksspeeltuinen".
(Zie Ing. St. n°. 332).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
V. Verzoek van Jac. de Groot om bestendiging van de huur
van de bouwmanswoning »Endegeest" en bijbehoorend weiland.
(Zie Ing. St. n°. 323).
De heer Roem. M. d. V. Mag ik er iets over vragen? Er
staat hier iets, dat m. i. tot verkeerde opvattingen aanleiding
zou kunnen geven, nl
«Het is ons gebleken dat thans in den stal paarden wor
den gestald, welke dienen als proefdieren voor een der hoog
leeraren van de Universiteit. En hoewel nu deze dieren tot
dusver nog geen overlast hebben bezorgd, zoo is het toch
niet onmogelijk dat deze of andere proefdieren dit in het
vervolg wel zouden doen. Opneming van een bepaling in het
huurcontract, waarbij het stallen van dergelijke dieren aan
den pachter verboden wordt, schijnt dus raadzaam
Daaruit zou men kunnen opmaken, dat er ook sprake van
is het stallen van paarden te verbieden.
Nu lees ik verder, dat het huurcontract moet worden aan
gevuld met een clausule, «krachtens welke het aan den pach
ter verboden is, dieren te stallen, die hinderlijk zijn voor de
omgeving." Nu zou ik willen vragen, wat daarvan de bedoe
ling is. De paarden zijn niet hinderlijk voor de omgeving en
ik meen dus, dat stilzwijgend mag worden aangenomen, dat
het stallen van paarden niet verboden is Deze redactie geeft
echter dien indruk wel.
De Voorzitter. Er staat aan het eind duidelijk, dat het
den pachter verboden is, dieren te stallen, die hinderlijk zijn
voor de omgeving. Daar zijn paarden ook onder begrepen;
alle mogelijke dieren, als ze hinderlijk zijn, ter beoordeeling
van de verpachters. Men kan dat zoo van te voren niet zeggen.
De pachter vereenigt er zich echter mee. flij wil onder die
voorwaarde het huurcontract verlengen en daar is geen be
zwaar tegen. Men kan van te voren niet zeggen, welke dieren
hinderlijk zullen zijn en daarom is dat ter beoordeeling over
gelaten aan de Commissie voor Endegeest.
De heer Roem. Dat geef ik toe, mijnheer de Voorzitter,
maar dan wil ik wel zeggen, dat er bij de Commissie voor
Endegeest niet het minste bezwaar bestond, het stallen van
paarden toe te staan. Als u mij nu de verzekering geeft, dat
paarden hier niet onder begrepen zijn, dan ben ik tevreden.
De Voorzitter. Paarden zijn er wel degelijk onder begrepen.
Er staat «dieren" en paarden zijn toch ook dierenDie vallen
er dus onder.
De heer Roem. Ik vind er toch iets tweeslachtigs in.
De heer van der Lip. M. d. V. Ik geloof, dat er bij den
heer Roem een klein misverstand bestaat. Hij meent dat in
het vervolg het stallen van paarden verboden zal worden,
doch dat is de bedoeling van Burgemeester en Wethouders
volstrekt niet.
De paarden die er op het oogenblik zijn, hebben nooit over
last bezorgd en kunnen er dus ook blijven, als zij ook maar
in het vervolg geen overlast veroorzaken. Maar wij krijgen nu
het recht alle dieren, die hinderlijk zijn te verwijderen, ook
de paarden als dit noodig mocht blijken.
De heer Fokker. Ik had nog dit willen zeggen, dat uit het
praeadvies niet blijkt, of er in bet contract zal komen, dat
dit zal zijn ter beoordeeling van de verpachters. Ik verzoek
Burgemeester en Wethouders dit eventueel wel in het contract
te willen opnemen. Het heeft mij gefrappeerd, dat er niet bij
de stukken is gelegd het pachtcontract, zoodat wij hierover
niet meer weten, dan wat in het praeadvies te lezen staat
Wanneer het dergelijke verhuringen geldt, zou ik Burge
meester en Wethouders willen verzoeken in het vervolg ook
een concept van de huurovereenkomst bij de stukken te leggen.
Dan kunnen wij de zaken beter beoordeelen dan uit het
weinige, dat er in de gedrukte stukken staat.
De Voorzitter. Er is niets geen bezwaar tegen, het te
beschouwen alsof aan het slot de woorden «ter beoordeeling
van Burgemeester en Wethouders" stonden. Natuurlijk zal
dat dan ook zeer zeker in het contract komen.
De heer Fokker. Als men er dan maar om denkt!
De beraadslaging wordt hierop gesloten en zonder hoofdelijke
stemming conform het praeadvies besloten.
VI. Verzoek van C. J. Dieben om het weiland aan den
Rijnsburgerweg, kad. bekend Sectie L No. 554, te mogen
pachten.
(Zie Ing. St. n0; 324).
De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders hebben open
bare verpachting voorgesteld, omdat zij de pachtsom van
f 230 te weinig vonden. Nu heeft de heer Dieben een nader
verzoek ingediend, dat luidt: «Naar aanleiding van het af
wijzend praeadvies van Burgemeester en Wethouders van 30
November heeft de ondergeteekende de eer, U en den Raad
mee te deelen, dat hij zijn bod van f 230 nog wil verhoogen
met f 30 en dus te brengen op 260.'' Dit verzoek heeft
Burgemeester en Wethouders niet van meening doen veran
deren, zoodat Burgemeester en Wethouders blijven bij hun
voorstel, om tot de publieke verpachting over te gaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierop conform het
praeadvies besloten.
VII. Verzoek van H. Oostdam Ezn. ter bekoming in eigendom
van een gedeelte berm langs den Haarlemmertrekvaartweg.
(Zie Ing. St. n°. 336).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con
form het praeadvies besloten.
VIII. Verzoek van A. Meyer ter bekoming in eigendom van
een gedeelte berm langs den Haarlemmertrekvaartweg.
(Zie Ing. St. n°. 339).
De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders stellen voor,
het verzoek voor kennisgeving aan te nemen.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming conform
het praeadvies besloten.
IX. Verzoek van de Wed. A. van Donkelaar-Kret om ver
gunning tot het dempen van een gedeelte sloot langs den
Maresingel, gelegen vóór de perceelen kad. bekend Sectie K
Nis 10721075, en om een bijdrage in de kosten dier demping.
(Zie Ing. St. n°. 327).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con
form het praeadvies besloten.
X. Verzoek van de firma Tieleman en Dros om vergunning
tot het maken van een overgang over de Middelstegra'cht, ter
verbinding harer fabrieken.
(Zie Ing. St. n°. 326.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con
form het praeadvies besloten.
XI. Voorstel om een gedeelte van de 3e Binnenvestgracht
aan den openbaren dienst te onttrekken en te verheelen aan
de terreinen van de Stedelijke fabrieken van gas en electri-
citeit.
(Zie Ing. St. n°. 338).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
XII. Verzoek van de Leidsche Duinwatermaatschappij om
goedkeuring van het concept-prospectus 1909, betreffende de
levering van duinwater aan ingezetenen van Oegstgeest.
(Zie Ing. St. n°. 331).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con
form het praeadvies besloten.