148 DONDERDAG 28 OCTOBER 1909. De Voorzitter. Ik zou niet gaarne die opdracht geven, want dan zou men de klacht krijgen, dat op het boekje té weinig wordt afgeschreven. U begrijpt overigens, dat derge lijke gewichtige vragen niet zoo dadelijk kunnen beantwoord worden. Waarom hebt u in de afdeelingen daarvan niets gezegd De heer Fqkker. Ik ben bij het afdeelingsonderzoek niet tegenwoordig kunnen zijn. Het eenige, wat ik nu beoog, is de zaak te brengen onder de aandacht van den Burgemeester. Wanneer u zegt er nota van te zullen nemen, dan ben ik voor het oogenblik tevreden. De Voorzitter. Wanneer ik zeg, dat ik er nota van zal nemen, dan neem ik eenigszins de verantwoordelijkheid voor eerie andere regeling op mij, en dat kan ik niet. Er kan wel officieus met den beheerder gesproken worden, maar offi cieel niet. De beraadslaging wordt gesloten en volgn. 102 zonder hoof delijke stemming aangenomen. De volgnrs. 103 en 104 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgn. 105, luidende: ))Overige uitgaven der politief 1000". De heer Fockema Andreae. Ik wensch voor te stellen dezen post te verhoogen met f 300 voor de aanschaffing van een of meer politiehonden. De politiehond komt meer en meer in $wang. Ik heb eens geïnformeerd bij een van de beste deskundigen op dit gebied hier te lande, en die heeft mij medegedeeld, dat in de meeste steden van Duitschland bijna iedere agent van politie twee honden heeft; een oude, die voor den dienst is afgericht en een jonge, die nog moet wórden afgerichtno. 1 wordt dan verkocht, als no. 2 klaar is. Ik heb het al gezegd en wij weten het allen, dat er ver schillende misdrijven zijn gepleegd, waarvan de daders niet ontdekt zijn. Nu weet ik wel, dat die misschien door een hond ook niet ontdekt zouden zijn, maar men weet, dat honden tegenwoordig bij de politie een zeer gebruikelijk middel zijn, om tot ontdekking van misdrijven té komen. Ik heb geïnformeerd, wat die honden kosten en heb vernomen, dat Den Haag krachtens een daartoe gemaakt contract eenige honden heeft aangeschaft en daarvoor per stuk betaalt 150. Maar ik weet ook, d^t de inspecteur, die daar met dien tak van dienst belast is, het wenschelijker acht, dat er jonge honden worden gekocht, jonge herdershonden, die f 40 a 50 per stuk kosten, welke door een agent, die daartoe geschikt wordt geacht, worden afgericht. Men kan daarvoor de noodige 'aanwijzingen verkrijgen in het bekende boekje van Kessler en nog beter in een Duitsch boekje van Gersbach, waarvan eerstdaags een Hollandsche vertaling zal verschijnen. Ik behoef over de politiehonden verder niet veel te zeggen; niemand zal zich de illusie maken, dat er geen misdrijven onontdekt zullen blijven, als men een paar honden heelt, maar de kosten zijn niet zoo hoog, dat men de kracht der politie niet zou moeten trachten te verhoogen door een of meer dergelijke honden aan te schaffen. Of hier agenten zijn, die geschiktheid en lust hebben om zulk eén hond op te leiden, of men aan die agenten een voorschot wil geven en hun den hond in eigendom laat, opdat zij later, als zij. er twee hebben, er een van kunnen verkoopen, of dat de gemeente een hond aanschaft, dat moeten degenen, die er over gesteld zijn, zelf beslissen, maar ik meen, dat wij goed doen een som van f 300 op de begrooting te brengen voor aanschaffing van een of een paar honden. Wij verhoogen inderdaad daardoor de veiligheid en daarom heb ik de eer- voor te stellen, om voor aanschaffing van een of meer politie honden dezen post te verhoogen met f 300. De VooRzrTTER. Ik wil even opmerken, dat ik mij hoe wel dit vreemd zal schijnen niet met dit voorstel kan vereenigen. Ik geloof,- dat het beter is in deze een afwachtende houding aan te nemen. Ik sta nog steeds op hetzelfde stand punt als verleden jaar, »dat de noodzakelijkheid tot aanschaffing van politiehonden nog niet gebleken is, doch dat bij gunstige ervaringen elderS te zijner tijd de aanschaffing gaarne zal worden overwogen." De'heer Fockema Andreae heeft zich nu in zijn toelichting zorgvuldig onthouden van het doen van mededeelingen betreffende de ervaringen met politiehonden hier te lande opgedaan, maar ik ben, wetende dat de heer Fockema Andreae dit voorstel zou doen, in de gelegenheid geweest inlichtingen te doen inwinnen bij de Commissarissen en Hoofdcommissarissen van politie te Amsterdam, Utrecht, Haarlem, Nijmegen, Groningen, Arnhem, Breda en Dordrecht, die allen eenstemmig van meening zijn, dat met politiehonden nog geen voldoende resultaten zijn verkregen en dat zij daarom in de aanschaffing van zulke honden geen heil 'zien. Den Haag is genoemd, maar dit is de eenige plaats waar zij zijn; in Delft heeft een majoor-agent een hond in parti culier gebruik. In geen enkele andere plaats in ons land heeft men gemeend, dat het alsnog zaak was politiehonden aan te schaffen. Men zegt, dat de politiehonden dienst kunnen doen om daders van misdrijven tq ontdekken, maar het staat vast, dat in groote steden, gelegen aan publieke vervoermid delen, een politiehond niets geeft, wanneer de dader zich met een dier publieke vervoermiddelen verwijdert, wat meestal het geval is. De ondervinding heeft geleerd, dat zoodra de dader een station genaderd is en een publiek vervoermiddel bestijgt en zich daarmee verwijdert, de politiehond het spoor bijster is, zoodat wat hier voorgevallen is niet door een politiehond zou kunnen zijn tot klaarheid gebracht, Het staat toch vast, dat om een politiehond in actie te brengen, de dader iets moet hebben achtergelaten, een pet of zoo iets, anders heeft een politiehond geen gelegenheid om te speuren; vandaar dat in grootere steden de politiehonden van zoo weinig nut zijn. De politie-autoriteiten verklaren zich te dezen aanzien zeer categorisch, vooral omdat in negen van de tien gevallen het zal voorkomen, dat de dader zich met een publiek vervoermiddel heeft verwijderd. Bij misdrijven tegen het leven is er iets meer kans dat. de hond het spoor van den dader zal vinden, maar de ondervinding in de omgeving opgedaan pleit toch niet voor het nut van de politiehonden. Zooals de heeren weten zijn bij den beruchten moord te Koudekerke politiehonden te vergeefs aangewend en hij de ontvluchting van Frans Rosier hebben zij niets uitgericht, zij waren het spoor dadelijk kwijt; vandaar dat men, behalve in Den Haag, in geen enkele andere stad van beteekenis er toe overgegaan is om politiehonden aan te schaffen. Waar zij nuttig kunnen zijn, dat is op het platteland, waar men weinig politie heeft, soms een enkel veldwachterdaar kan een politiehond ter beveiliging van zijn persoon wenschelijk zijn, maar dat is iets anders, dan men van een politiehond verwacht. Boven dien riioet zulk een hond nog .gedresseerd worden, wat een heel kostbare geschiedenis is. Waar men overal dus eene afwachtende houding aanneemt, geloof ik dat het hier ook gewenscht is, niet dadelijk tot'de aanschaffing ervan over te gaan. Blijkt het later, dat men met de politiehonden goede resultaten verkrijgt, ook in de grootere steden, dan zal ik de eerste zijn om den Raad voor te stellen politiehonden aan te schaffen. Maar in de gegeven omstandigheden kan ik het voorstel van den heer Fockema Andreae niet aanbevelen. De heer Fockema Andreae. M. d. V. Uwe bestrijding heeft mij volstrekt niet overtuigd. IntegendeelU zegt dat de noodzakelijkheid niet is gebleken voor de aanschaffing van politiehonden. Maar wanneer er verschillende misdrijven van beteekenis zijn gepleegd, terwijl geen spoor van de daders is ontdekt, dan is toch, dunkt mij, de noodzakelijkheid ge bleken om te zoeken naar nieuwe middelen om het spoor te ontdekken. Zulk een middel nu is de politiehond. Nu is u medegedeeld dat in negen van de tien gevallen de dader met een publiek vervoermiddel naar elders gaat. Al werd nu maar in één geval, zij het van 25 gevallen, de dader ontdekt, dan bleek zulk een hond toch nuttig. Ik heb niets gehoord, dat pleit tegen de aanschaffing van politiehonden. Niemand kan ontkennen, vooral niet bij de grootere ervaring, die men in deze heeft in andere landen, en speciaal de goede resultaten, die men heeft in Duitsch land, dat in sommige gevallen de politiehond van dienst kan zijn, en wanneet wij dan nu dit middel aan de politie kun nen geven tegen f 300 per jaar, wanneer wij met zulke geringe kosten de kahs zullen hebben van ontdekking van misdrijven, vvaarom zouden wij dan dat middel niet aan grijpen? Wat heeft men er toch,tegen? De Voorzitter. Er tegen is, dat er een dressuur moet plaats hebben en dat daarvoor een deskundige moet zijn. Die dressuur is een kostbare zaak. Het gaat er niet om, om een herdershond met dezen of dien agent te laten meeloopen. Men moet hebben een gedresseerden hond, die heeft geleerd te speuren naar misdadigers. Nu is in 9 van de 10 gevallen de misdadiger met een publiek middel van vervoer vertrok ken, en in het 10de geval moet hij dan nog iets hebben achtergelaten, een pet of iets dergelijks, anders is het speuren met een hond toch volkomen doelloos. Inderdaad zie ik niet in, wat er tegen is dat u uw voorstel voor een jaar terug neemt, opdat wij eerst zien, welke resultaten in deze verkregen worden. Alle hoofdcommissarissen van de groote steden, be halve die van den Haag, zijn eenstemmig van meening, dat deze zaak nog niet ver genoeg gevorderd is om stappen te doen en dat het beter is een afwachtende houding aan te nemen. Alleen in den Haag heeft men politiehonden aange schaft, maar ook daar zijn er met die honden nog niet veel resultaten verkregen. De heer Aalberse. M. d. V. Ik zou willen steunen, wat door u gezegd is. Ben ik goed geïnformeerd, dan kost een jonge hond f 25, maar als hij gedresseerd is f 300, waaruit blijkt, dat de dressuur alleen getaxeerd wordt op f 275.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1909 | | pagina 8