DONDERDAG 28 OCTOBER 1909.
147
dat de politie ia deze niet te hard moet worden gevallen en
dat het vaststaat, dat vermeerdering van het aantal agenten,
zooals Burgemeester en Wethouders voorstellen, nuttig en
noodig is en de goedkoopste weg om de surveillance in de
buitenwijken te verbeteren, Ik meen daarom dan ook het
voorstel van Burgemeester en Wethouders met den meesten
klem te mogen aanbevelen.
De heer Fokker. Ik schijn mij niet zeer duidelijk te hebben
uitgedrukt. U meent gehoord te hebben, dat ik de opmerking
heb gemaakt, dat er niet genoeg geld is uitgegeven, dat het
beschikbare geld niet gebruikt is. Nu is mijne eenvoudige
vraag echter deze geweest. Op de begrooting is uitgetrokken
een bedrag voor twee adjunct-inspecteurs le klasse en twee
adjunct-inspecteurs 2e klasse. Nu heb ik nergens gezien, dat
een van die adjunct-inspecteurs is ontslagen of bevorderd.
Wel heb ik gezien, dat een nieuwe adjunct-inspecteur
erbij is benoemd, zoodat er buiten de formatie om, die de
begrooting kent dus van vier adjunct-inspecteurs op
het oogenblik nog een vijfde-adjunct-inspecteur 2e klas is.
Mijn vraag was (jus eenvoudig: hoe kan men iemand be
noemen, waarvoor geen geld op de begrooting is uitgetrokken;
hoe kan die man bezoldigd worden. Wanqeer ik heden geen
antwoord mocht ontvangen, dan zal toch later bij de vast
stelling van, de gemeenterekening blijken, dat er een salaris
is toegekend, dat niet op de begrooting voorkwam. Ik wil de
qjuaestie dus nog wel opzouten. Maar dit is de vraag, mijn
heer de Voorzitter, waarop ik een antwoord zou wenschen.
De Voorzitter. De heer Fokker heeft ik zeide dit reeds
zijn vraag niet in" de secties gedaan en dus had ik mij van
de beantwoording kunnen onthouden. Ik wil toch herhalen,
wat ik reeds antwoordde. De zaak is^deze, dat de post voor
politie eene raming is. Bij de organisatie van de politie is
bepaald, dat zij zal bestaan uit een Commissaris, een Hoofd
inspecteur, .Inspecteurs, adjunct-inspecteurs le klasse en
adjunct-inspecteurs 2e klasse. Dat is de grondslag voor het
hooger politiepersoneel. De post is in zijn geheel een raming
van de uitgaven voor de politie. De Burgemeester neemt
voor zijne verantwoording de verdeeling van den dienst over
de z. i. noodige titularissenwanneer hij slechts blijft binnen
de grens bij de begrooting gesteld, kan hij het geld gebrui
ken, zooals hij meent dat noodig is. Eene vacature kan hij
dus laten voortduren. Dat is een stelsel, dat meermalen is
verdedigd en hier van toepassing is.
De heer Fockema Andreaè. Ik wil nog even opmerken,
dat ik gezegd heb mij niet gerechtigd te achten een amen
dement voor te stellen, om de vier agenten niet toe te staan.
Ik zal dus ook niet stemmen voor het amendement van dén
heer Sijtsma. Ik durf het hoofd van de politie die vier agenten
niet onthouden, maar het doet mij leed, mijnheer de Voor
zitter, dat u meent, al hebt u nog zooveel ondervinding
bij de politie dat hier met de politie wordt gedaan, wat
gedaan kan worden. Het zit niet alleen in de buitenwijken,
want wanneer men de leegstaande huizen midden in de
stad voorbijgaat, dan zien wij de ramen met planken bespij
kerd, zelfs het aan de gemeente behoorende huis naast de
Burgerschool. Dat is niet gedaan uit een oogpunt van fraai
heid, maar omdat anders de ruiten worden ingegooid. Dan
nog maar meer agenten, kan men zeggen, zoodat voor iedere
twee gebouwen een agent beschikbaar is. Neen, daarin zit
het niet, en daarom doet het mij leed, dat u hebt gezegd
dat er met de politie, die wij hebben, gedaan wordt wat
gedaan kan worden, en dat er niet is gezegd, dat getracht
zal worden met de krachten, die wij hebben, verbetering aan
te brengen.
De Voorzitter. Ik heb volstrekt niet den indruk willen
vestigen, dat de werking van de-politie hier volkomen is. Ik
ben overtuigd, dat er gebreken zijn.' En wanneer u getuige
waart van wat er over dezen diensttak tusschen den Com
missaris en mij verhandeld wordt, dan zou u bemerkt heb
ben, dat ik niet alles uitstekend acht. Maar in de gegeven
omstandigheden zie ik geen noodzaak het stelsel te veran
deren. Mocht mij een ander stelsel worden voorgelegd, ik
zal dat in- studie nemen, maar voorloopig meen ik te kunnen
volhouden, dat de politie hier de vergelijking met die van
andere plaatsen kan doorstaan.
De heer Sijtsma, M. d. V. U hebt er op gewezen, dat wanneer
het corps agenten met 4 wordt uitgebreid, de agenten ook
per fiets in de buitenwijken zullen kunnen komen. Maar op
het oogenblik, ik herinnerde er reeds ter loops aan, hebben de
agenten toch ook al rijwielen en zijn de buitenwijken toch niet
van politietoezicht ontbloot, dus zonder die 4 nieuwe agenten
zullen er toch ook wel agenten te fiets in dé* Staal wijkstraat
en in de Ververstraat kunnen komen, zooals de heer Briët
het wil. En wat dien post aan den Witten Singel aangaat, u
hebt er niets van willen zeggen en dat is uw recht, maar ik
hoop toch, dat u ernstig zult overwegen, of die niet ingetrok
ken kan worden.
De Voorzitter. Ik mag niet in details treden, maar de
rijwielen, die er nu zijn, dienen in hoofdzaak voor de afdeeling
recherche, om in alle richtingen spoedig de stad te kunnen
doorkruisen.
De heer van der Elst. M. d. V. Ik heb met aandacht ge
luisterd, maar ik heb geen antwoord gèkregen op mijn vraag,
of het corps adjunct-inspecteurs niet zou kunnen worden uit
geschakeld. Ik wil er nog op wijzen, dat die 4 adjunct
inspecteurs precies hetzelfde werk doen, als de hoofdagenten
en sommige agenten le klasse. Wat bijv. de heer Eskes
met ijver en bekwaamheid doet: het opsporen van over
tredingen van de arbeidswet en van de drankwet, is en
wordt met evenveel ijver en bekwaamheid gedaan door den
agent van politie Kok. De adjunct-inspecteurs verrichten
controle-nachtdienst, maar de hoofdagenten ook. Ik herhaal,
dat deze jongelui, die staan tusschen de bureau-ambtenaren
en de agenten, de promotie van de agenten belemmeren,
duurder zijn en hetzelfde werk doen. Het is wenschelijk,
dat u die afschaffing ernstig overweegt, ook uit een oog
punt van zuinigheid. Ik wil er in dit verband nog op wijzen,
dat hier een agent van politie le klasse met 775 traktement
dienst doet als portier en belast is met het aanmaken
van de kachels. Waarom moet dat een agent van politie
le klasse doen? Dit werk kan even goed gedaan worden b.v.
door een agent, die ziek geweest is en tijdelijk daarvoor in
dienst wordt gesteld, omdat hij nog niet sterk genoeg is voor
den straatdienst, of anders zou het door alle agenten a tour
de role kunnen gedaan worden. Ik geloof, dat dergelijke
quaesties eens degelijk onder de oogen moeten worden gezien.
Het is mogelijk, dat u mij een stuurman aan den wal
vindt, maar het is nog zeer de vraag, of u, die natuurlijk wordt
voorgelicht door ambtenaren van hoogeren rang, ook niet uw
licht zoudt kunnen opsteken bij leden van den Raad, die hun
inlichtingen op'andere wijze kunnen verkrijgen als u.
De Voorzitter. Het spijt mij, dat ik u niet geantwoord
heb wat de adjunct-inspecteurs betreft. Maar ik zal aan uw
verzoek niet kunnen voldoen. Wij hebben 2 jaar geleden,
toen die ambtenaren zijn aangesteld, een uitvoerige discussie
gehouden over het nut van het in het leven roepen van dien
rang. Nu zegt u, dat zij hetzelfde doen als de hoofdagenten,
maar dat is toch niet zoo; juist voor commandant bij nacht
heeft men aan het hoofdbureau willen hebben menschen, die
in beschaving, ontwikkeling en stand staan boven een agent,
zij 'took een hoofdagent, wijl het meermalen gebeurde, dat
wanneer des nachts personen moesten worden gehoord of
zich menschen aanmeldden, men er niet van gediend was
verhoord te worden door een agent, maar wel door een
Inspecteur of adjunct-inspecteur. Dat is de reden, dat men
toen op mijn voorstel den rang van adjunct-inspecteur heeft
geschapen, en nu ben ik nog niet van meening veranderd;
ik geloof, dat zij nog goeden dienst doen. Het andere punt
zal ik onder de oogen zien, wellicht dat daarin verandering
is te brengen.
De heer Sijtsma. M. d. V. Uit de discussie en uit het
zwijgen van anderen heb ik wel bemerkt, dat mijn voorstel
toch geen kans heeft te worden aangenomen, zoodat ik het
bij deze intrek.
De Voorzitter. Aangezien de heer Sijtsma zijn voorstel
heeft ingetrokken, maakt- het verder geen onderwerp van
beraadslaging meer uit.
De beraadslaging wordt gesloten en volgn. 101 zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgn. 102, luidende: Kleeding en uit
rusting'der politiedienaars en veldwachters f 8860"..
De heer Fokker. M. d. V. Ik ben dezer dagen opgeschrikt
door de ar-tikelen in de N. R. Qourant over het sweeting-
systeem bij de kleermakers. En daarom zou ik Burgemeester
en Wethouders wel' willen vragen, om zoo mogelijk een on
derzoek in te stellen naar de arbeidsvoorwaarden, waaronder
wordt gewerkt door degenen, die de kleedingstukken maken
voor de politie, die dit in huisarbeid moeten verrichten.
Wanneer het blijkt, dat de toestand van die menschen niet
is zooals gewenscht mag worden, dan zouden eene volgende
maal, wanneer weder eene aanbesteding moet plaats hebben,
voorwaarden kunnen worden gesteld omtrent arbeidsduur en
loonen van de huisarbeiders.
De Voorzitter. Ik moet den heer Fokker doen opmerken,
dat dit buiten den Raad omgaat, omdat er een apart fonds
is voor de kleeding. U zult u dus tot een ander adres moeten
wenden, waarschijnlijk tot den administrateur van het fonds.
De heer Fokker. Maar kan dan door den Burgemeester
aan dengeen, die het fonds beheert, niet de opdracht gegeven
worden om hierop te letten?