DONDERDAG 28 OCTOBER 1909. 161 De heer Vergouwen. Naar aanleiding van hetgeen de heer van Hoeken in het midden heeft gebracht, zou ik een enkele vraag willen doen. Indertijd is bij de bespreking over de oprichting van. een electrische Centrale gezegd, dat deze opgericht moest worden, vooral met het oog op twee belangrijke etablissementen: het Station van de Hollandsche Spoorwegmaatschappij en het Ziekenhuis. Ik heb in de sectie daaromtrent een vraag gedaan, doch geen antwoord daarop bekomen en daarom herhaal ik nu mijne vraag hier, in hoeverre de gemeente Leiden kan rekenen op de aansluiting aan het electrisch net van beide genoemde inrichtingen. En wat nu het denkbeeld van den heer van Hoeken be treft, zou ik voorloopig de gemeenten Sassenheim en Voor schoten willen uitzonderen. De heer van Hoeken heeft gesproken over gemeenten buiten Leiden en daar vallen Oegstgeest, Sassenheim en Voorschoten allen drie onder, maar ik zou in elk geval de gemeenten Sassenheim en Voor schoten willen uitzonderen. Ik weet wel, dat wij een contract hebben, dat de mogelijkheid openlaat, dat de prijs verhoogd wordt, maar omdat het gebruik daar niet algemeen is en aangekweekt moet worden, zou ik den prijs willen laten zoo als deze is. En wat Oegstgeest betreft, geloof ik dat 7 cent afschrikken zou. Ik geloof wel, dat het mogelijk zou zijn de prijs V2 cent of 1 cent hooger te stellen dan voor de Leidsche ingezetenen, maar 7 cent acht ik te hoog. Degenen, die een maal gas hebben, zullen dat wel betalen, zij het met eenig tegenstribbelen, maar degenen, die het niet hebben, zullen er door weerhouden worden om het te gaan gebruiken. De heer Korevaar. M. d. V. Verlaging van den gasprijs is al meer ter sprake geweest, en het zijn altijd dezelfde argumenten, welke worden aangevoerd. Indertijd is de gas prijs verhoogd tot 51A cent, omdat de kolen duurder waren. Nu is een contract gesloten voor korten tijd, waarbij wij iets minder betalen en waardoor wij een gunstiger resultaat zullen krijgen. Maar dit is slechts tijdelijk en om nu, terwijl dit contract maar voor zeer korten tijd kon worden afgesloten, dadelijk over te gaan tot verlaging van den gasprijs, ik ge loof dat het bedrijf daardoor op instabiele grondslagen zou worden gezet. Bovendien, al zijn de kolenprijzen gedaald, de prijzen van de bijproducten zijn daarentegen mede gedaald, en wij moeten toch ook niet vergeten, dat ons altijd boven het hoofd hangen buitengewone uitgaven voor de fabriek. De stokerij zal spoedig buitengewone uitgaven vorderen. Ten overvloede geloof ik niet, dat het gasgebruik afneemt, omdat de prijs nu zoo hoog is, zooals de heer Fokker wil doen voorkomen, want de gasprijs van 5Va cent is nog altijd de laagste in geheel Nederland, uitgezonderd één gemeente, ik geloof Tilburg. Wij betalen hier dus heel weinig voor het gas en de prijs kan dus niet de hoofdoorzaak zijn van de afname van het gebruik. Die afname is dan ook voor een groot deel toe te schrijven aan de buitengewone vlucht, welke de electrische Centrale neemt. De heer van Hoeken wil het zoeken in eerie verhooging van den gasprijs in de buitengemeenten. Ik kan hierover in open bare vergadering niet 'veel zeggen. Mocht de Raad hierover willen debatteeren, dan zou ik moeten voorstellen de deuren te sluiten. Ik kan er nu alleen dit van zeggen: wij leveren aan de gemeenten Sassenheim en Voorschoten het gas voor cent minder, dan aan onze eigen ingezetenen. Maar aan de ingezetenen hier leveren wij het ook met de serviceleiding, die wij zelf moeten aanleggen tot in het huis en tevens moeten wij zorgen voor de inning der gelden en voor de administratie. Aan Sassenheim en Voorschoten leveren wij het gas in groote massa, in reservoirs op de grens der gemeente en wij bemoeien ons verder niet met de verdeeling in de gemeente zelf, terwijl wij ook met geene administratie of inning der gelden te doen hebben. Ziedaar de oorzaak van het verschil van cent. Daarbij komt nog, dat die gemeenten moeten maken een gashouder, distributiebuizen in de gemeente en de kosten van adminis tratie enz. Dat alles zal ongeveer kosten 3 cent per M3., zoodat toch aan de ingezetenen van die gemeenten in rekening moet worden gebracht een gasprijs van 8 cent. Dat is nog even voldoende om te kunnen concurreeren tegen de petroleum. Gaat men nu in Sassenheim en Voorschoten den gasprijs verhoogen, zoodat hij komt op 8| cent, dan kan die concurrentie niet meer worden volgehouden en wij zouden gevaar 'loopen een grooten afnemer minder te krijgen. En dat juist in een tijd, dat elke groote gemeente, zich bedreigd gevoelende door haar eigen Centrale, naar andere bronnen uitziet om een équivalent te vinden. Haarlem is bezig met de gemeente Velzen, Den Haag met de gemeente Hof van Delft, om op dezelfde wijze gas aan die gemeenten te leveren, als wij aan Sassenheim en Voorschoten. Gaan wij die afnemers verjagen, dan zouden wij de kip, ik zeg niet met de gouden eieren, maar toch met de zilveren eieren slachten. Ik vind het voorstel om nu den gasprijs te verhoogen voor de buitengemeenten, zeer ontijdig. Op de vraag; van den heer Vergouwen kan ik niet veel antwoorden. Men heeft bij de stichting van de electrische Centrale eenige groote gebouwen, waaronder het station van H. IJ. S. M. genoemd, waaromtrent men eenige toezegging had, dat zij zouden worden aangesloten. Nu hebben wij het station van de H. IJ. S, M. nog niet, maar daarentegen wel eenige laboratoria, waarop men toen niet rekende; bovendien zijn er groote fabrieken aangesloten, waarop men bij de oprichting van de Centrale niet durfde hopen. Voor het station is de kans nog niet verkeken, evenmin als voor het Ziekenhuis, want de onderhandelingen zijn meen ik nog gaande, meer kan ik er niet van zeggen. De Voorzitter. Voor ik den heeren verder het woord geef, wil ik even verwijzen naar art. 44 van de Gemeentewet, waarin wordt gezegd, dat in een besloten vergadering niet mag worden beraadslaagd noch een besluit genomen worden overb. de plaatselijke begrooting En aangezien dit punt. bij de plaatselijke begrooting aan de orde wordt gesteld, zou ik meenen, dat het niet oirbaar is, hangende de discussie, de deuren te sluiten. De heeren hebben nu hun standpunt omtrent de al of niet wenschelijkheid eener verhooging van den gasprijs uiteengezet. En indien men door het antwoord van den Wethouder niet bevredigd is, laat men dan voorstellen deze quaestie nader te behandelen in eene vergadering met gesloten deuren, maar inmiddels voortgaan met de behandeling der begrooting. Laat mij voorts den heer Vergouwen opmerken, dat het niet-aansluiten van het Ziekenhuis bij onze electrische Centrale samenhangt met voornemens omtrent het bouwen van een geheel nieuwe instelling en er wordt natuurlijk geen installatie gemaakt, wanneer het vooruitzicht bestaat, dat binnen a'fzienbaren tijd er een nieuw Ziekenhuis komt. De heer van Hoeken. M. d. V. Er is nog uit het antwoord van den Wethouder van Fabricage gebleken, dat ik mij niet duidelijk heb uitgedrukt of dat ik niet goed begrepen ben, maar ik heb gesproken over de buiten Leiden wonenden, daarmede bedoelende degenen, die buiten de overeenkomsten vallen, welke gesloten zijn met Voorschoten eri Sassenheim. Dit alleen ter verduidelijking; misschien lost het ook het bezwaar op van den heer Korevaar, om deze zaak in open bare zitting te behandelen. De heer Fokker. M. d. V. Onze geachte Wethouder van Fabricage heeft bij zijn vele goede qualiteiten de bijzondere handigheid, om de menschen met een kluitje in het riet te sturen. Met mij heeft hij dit nu ook gepoogd, maar ik zou hem toch wel even nader aan den tand willen voelen. Hij iieeft met eenige groote algemeenheden verteld, dat wij voor korten tijd voor een ietwat lageren prijs een steenkolen- contract hebben en dat dit nu wel aardig is, maar dat andere grondstoften welke noemt hij niet duurder hoeveel vertelt hij ook niet zijn geworden. Ik zou daarom positief aan den Wethouder, die met deze zaken goed op de hoogte is, willen vragen, voor hoeveel minder krijgen wij de kolen; toen zij duurder werden, is dat ook wel bekend gemaakt, en voor hoeveel tijd loopt het contract; loopt het in dit be- grootingsjaar af en welke zijn de andere grondstoffen, die duurder zijn geworden. Dan kan deze quaestie beter beoor deeld worden. Nu stuurt de Wethouder mij en anderen met een kluitje in het riet en dat wil ikliever niet gedaan worden, mijnheer de Voorzitter. De heer Korevaar. M. d. V. Ik zal niet op aardighedèn 'van den heer Fokker ingaan, maar mij bij de zaak houden. Ik heb duidelijk gezegd, dat mijne lippen hier een beetje ge sloten zijn, waar het betreft mededeelingen omtrent een in- dustrieele inrichting, die zaken doet met buitengemeenten, en als de heer Fokker er meer van wil weten, dan zeg ik doodeenvoudig, dat het gemeentebelang mij verbiedt meer te zeggen. Ik wil alleen zeggen, dat als de Raad er toe overging rauwelijks den gasprijs voor Oegstgeest te verhoogen, hij een onverstandig besluit zou nemen. En wat de prijzen van alle verschillende grondstoffen aangaat, de heer Fokker kan niet vergen, dat ik die alle ten allen tijde in mijn hoofd heb. Ais hij zich daar zoo bijzonder voor interesseerde, dan had hij daartoe het vêrlangen in de sectievergaderingen moeten kenbaar maken. De Voorzitter. Ik geloof, dat het het beste is deze discussie nu te beëindigen. Willen de heeren irieer inlichtingen, dan kan later een vergadering, desnoods met. gesloten deuren, gehouden worden, waarbij de Wethouder zich kan hebben voorbereid op de aan hem te stellen vragen en de inlichtingen kan geven welke men wenscht te ontvangen. De beraadslaging wordt gesloten en volgn. 29 aangenomen zonder hoofdelijke stemming. De volgnrs. 30 tot en met 34 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aan genomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1909 | | pagina 21