DONDERDAG 28 OCTOBER 1909. 159 waar, het is niet in orde, maar wij kunnen er op dit oogen- blik niet meer aan doen. Ik wil nu volstaan met de mededeeling, dat ik binnenkort met een voorstel hieromtrent zal komen en ik zou Burge meester err Wethouders' willen vragen, of het hunne goed keuring kan wegdragen, wanneer nu de post voor «Onvoorzien" aanmerkelijk werd verhoogd, ten einde eventueel daaruit te kunnen bestrijden de uitgaven, die mijn voorstel zal mede brengen. De Voorzitter. Wat' u het laatste vraagt, kunnen wij moeilijk doen. Den post «Onvoorzien" zoodanig te verhoogen, dat daaruit de kosten voor de inrichting van een stedelijk gasthuis zouden kunnen worden bestreden, zou de geheele begrooting in den war sturen. Wat u overigens aangevoerd hebt, geven wij volkomen toe. Wij hebben meermalen uit gesproken ook te gevoelen, dat er hier in dit opzicht eene leemte bestaat. Uwe vergelijking met Nijmegen gaat echter niet geheel op. Nijmegen is zeer welvarend en Leiden behoort niet tot de zeer welgestelde gemeenten. Nijmegen geett 38000, maar weet men wel, dat de 15000, die wij geven voor de verpleging der stadspatiënten in het Academisch Ziekenhuis, wellicht 30000 zouden worden, indien wij niet zulk een voordeelig contract met het Rijk hadden. Wij betalen nu 0.75 per dag per patient in het Ziekenhuis; vroeger was dit zélfs ƒ0.50, maar op herhaalden aandrang van het Rijk is het f 0.75 geworden. Indien wij niet zulk een voordeelig contract hadden met het Rijk, dan zouden wij in deze niet zoo'n schijnbaar ongunstig figuur maken. Wij zullen intusschen een voorstel in uw geest met de meeste belangstelling ontvangen en zien, of het met het oog op onze financiën uitvoerbaar; is. Dat de zaak nu niet in orde is, geven wij toe, maai' wij zien op het oogenblik geen ander middel om er aan te gemoet te komen, dan een middel, waartoe Burgemeester en Wethouders met het oog op de gemeentefinanciën niet het initiatief durven nemen. De beraadslaging wordt gesloten en volgn. 171 zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De volgnrs. 172 tot en met 176 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De Voorzitter. Bij volgn. 177 komt in behandeling de begrooting voor de Stedelijke Werkinrichting. Deze begrooting wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De volgnrs. 177 toten met 181 worden hierop achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aan gekomen. De Voorzitter. Bij volgn. 182 komt in behandeling de begrooting van de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Deze begrooting wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De volgnrs. 182 tot en met 194 worden hierop achtereenvolgens zonder beraadslaging en 'zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Beraadslaging over volgn. 195, luidende: Bijzondere af lossing van eenige uit .buitengewone ontvangsten bekostigde werken ƒ4516". De Voorzitter. De Raad heeft onlangs aangenomen de electrische verlichting van het Stadhuis. De kosten daarvan zouden verdeeld worden over 5 jaar, en nu komt het regel matig voor de eerste aflossing op deze begrooting te brengen. Burgemeester en Wethouders stellen dus voor dit volghurnmer te verhoogen met 1800 en derhalve te brengen op 6316. Verder stellen Burgemeester en Wethouders voor in verband met het Koninklijk besluit van 27 Juli 1908 n°. 41 krachtens art. 33 der Woningwet hier een nieuw volgnummer in te voegen, nl. volgn. 195a, luidendeAnnuïteit, aan het Rijk verschuldigd ter zake van het voorschot bij Koninklijk besluit van 27 Juli i908 No. 4i aan deze gemeente toegekend krachtens art. 33 der Woningwet6232." Dit is de uitkeering, die wij aan het Rijk moeten geven voor het subsidie voor den bouw van werkmanswoningen. De heer Vergouwen. M. d. V. Komt dit onder de gewone uitgaven? Valt dit niet onder de buitengewone uitgaven, die bestreden kunnen worden uit leenirig? De Voorzitter. Er komt ook onder de ontvangsten een post en wel: Bijdrage van het Rijk en hetgeen de vereeni- ging ons afdraagt. Dus het is een loopende post, die bij de gewone uitgaven behoort. Volgn. 195, verhoogd met ƒ1800, en het nieuw voorgestelde volgn. 195a worden hierop zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De volgnrs. 196 tot en met 204 worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Ingevolge raadsbesluit van 16 September j.l. moet nog een nieuw volgnummer worden ingevoegd, te weten volgn. 204a, luidende: y>Subsidie ter ondersteuning van plaatselijke drankbestrijdersvereenigingen 100." Het nieuw voorgestelde volgn. 204a, alsook de volgnrs. 205 tot en met 209 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Volgn. 210 wordt aangehouden. De volgnrs. 211, 212, verhoogd met 1800 wegens belegging van de eerste extra aflossing van de kosten der electrische installatie in het Stadhuis, alsook de volgnrs. 213 tot en met 216 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofde lijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Thans komen in behandeling de inkomsten. Volgn. 1 wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgn. 2, luidende: Huur van huizen en andere gebouwen22124,411" De heer A, Mulder. M. d. V. Ik stel voor om de Gehoor zaal des Zondags niet meer toegankelijk te stellen voor publieke vermakelijkheden. Ik heb^r in de secties niet over gesproken, omdat het toen mijne aandacht nog niet had ge trokken,. dat de pacht eindigt den 30sten April 1910, vandaar dat ik nu met het voorstel kom, om na dien tijd het gebruik van de Gehoorzaal voor publieke vermakelijkheden niet langer open te stellen. De Voorzitter. Ik zou u wel in overweging willen geven dit voorstel te doen, .wanneer de nieuwe pachtvoorwaarden in den Raad worden behandeld. Ik geloof, dat de discussie daar geheel op zijn. plaats is; ik vind niet dat het in het kader van deze besprekingen past. De heer A. Mulder. M. d. V. Dan zal ik thans het voor stel niet doen, maar het tot later bewaren, als het pacht- contract vernieuwd moet worden. De beraadslaging wordt gesloten en volgn. 2 donder hoof delijke stemming aangenomen. De volgnrs. 3 tot en met 14 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Beraadslaging over volgn. 15, luidende: i)Heffing voor het gebruik van openbare gronden en wateren 5000." De heer Fokker. M. d. V. Ik weet niet, of het voor uit voering vatbaar is, maar ik zou in overweging willen geven om onder deze heffing voor het gebruik van openbare gronden en wateren ook te brengen een retributie voor het plaatsen van stofzuigmachines op de openbare straat. Ik vind het niet meer dan billijk, dat waar betaald moet worden voor het zetten van steigers, ook betaald wordt voor het plaatsen van die machines op de openbare straat. Het zal misschien niet veel opbrengen, maar wat het opbrengt is meegenomen. De Voorzitter. Ik weet niet, of dit onder de bestaande verordening kan worden gebracht.' Het geldt hier een tijdelijk gebruik. Ook automobielen staan wel eens een tijd lang stil op de straat te snorren. De heer Fokker. M. d. V. Ik ben het niet met u eens. Het plaatsen van stofzuigers geldt de uitoefening van een .bedrijf, waarvoor men den openbaren gemeentegrond gebruikt. Men heeft dus voordeèl van dien grond, want als men die machines niet op de straat zou mogen zetten, kon men dat bedrijf niet uitoefenen. Wanneer er maar een klein profijt van getrokken kon worden, dan was dat toch meegenomen. Uw vergelijking met automobielen gaat niet op; die staan op iemand te wachten, om het bedrijf te gaan uitoefenen. Een rijtuig, dat staat te wachten, valt ook niet onder deze door mij bedoelde heffing. Maar bij de stofzuigers geldt het een bedrijf, waarbij de gemeentegrond in gebruik wordt genomen en daarvoor zou ik belasting willen heffen. Het is mij alleen te doen deze quaestie onder de aan dacht van Burgemeester en Wethouders te brengen. Blijkt het dezendat er practische bezwaren tegen bestaan, dan is ten minste de zaak onderzocht. De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders zullen deze zaak overwegen, hoewel ik geloof, dat zij op practische be zwaren zal afstuiten. De beraadslaging wordt gesloten en volgn. 15 zonder hoofdelijke 'stemming aangenomen. De volgnrs. 16 tot en met 18 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgn.19, luidende: vMarktgelden. f29880." De heer Briët. M. d. V. Bij eenige van mijn medeleden en mij bestaat het plan binnenkort in te dienen een voorstel tot afschaffing van de kermis. Wij hebben gemeend daar mede niet nu te moeten komen, omdat de behandeling van de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1909 | | pagina 19