128 het laatste. .Oprichting van bijzonderlijk daartoe ingerichte scho len ligt, naar zij meent, meer op den weg van den Staat. En zij geeft dan ook in overweging hier ter stede'bij de invoering van dat onderwijs een door den heer Brouwer ontworpen con ceptregeling te volgen, die weder op, de leest van het tot dus ver door Mej. van Kaathoven gegeven onderwijs geschoeid is. De schoolcommissie zelf vereenigt zich in allen deele met de door de sub-commissie voorgestelde conclusie en gaf ons dus in overweging een voorstel in die richting bij Uwe Vergadering in te dienen. Alleen deze nieuwe vraag kwam bij. de schoolcommissie nog ter sprake, of, bijaldien tot de invoering van dit onderwijs werd overgegaan, ook niet de bijzondere scholen vo,or on- en minvermogenden daarbij behoorden te worden betrokken. En zij meende die vraag bevestigend te moeten beantwoorden, indien althans óverwegingen van financieëlen aard zich daar tegen niet zouden verzetten. Ons college eindelijk is met de schoolcommissie volkomen van het groote nut, dat dit onderwijs kan afwerpen, over tuigd. Ieder toch die weet, welke onaangenaamheden op rijperen leeftijd van spraakgebreken kunnen worden ondervon den, ja, hoe zelfs die gebreken een beletsel kunnen zijn voor het bekleeden van menige betrekking, moet het toejuichen, indien iets wordt gedaan om voor het minder bedeelde school kind dit euvel weg te nemen. Wel ook rezep daartegen in ons college enkele bezwaren. Zoo werd eenerzijds de beden king geopperd, dat het hier niet zoo zeer onderwijs, als wel- een medische behandeling gold, en werd anderzijds opgemerkt dat dit onderwijs, als hoedanig men het' wel wilde erken nen, veeleer van het Rijk of van het particulier initiatief dan van de gemeente behoorde uit te gaan Maar waar men toch ook van die zijde het groote nut van dit onderwijs moest erkennen en bovendien, zóoals wij aanstonds zullen zien met de regeling daarvan slechts een betrekkelijk zeer geringe uitgave zal gemoeid zijn, daar wilde men zich toch niet tegen de invoering er van verzetten. Trouwens, tegenover de genoemde bezwaren werd met nadruk de meening uitgesproken, dat al moge het hier dan geen onderwijs betreffen in den gewonen zin van het woord, toch wel degelijk het onderwijs in het algemeen door dit onderwijs aan spraakgebrekkige kinderen wordt gebaat. Immers het kan niet worden ontkend, dat het aanwezig zijn van spraakgebrekkige leerlingen in een klasse remmend op het het onderwijs aan de andere leerlingen in die klasse moet "werken. En van den anderen kant valt de grens, waar gemeentezorg behoort te beginnen en waar te eindigen moeilijk te trekken. Waar de moderne gemeente reeds de behartiging van de meest uiteenloopende belangen binnen den kring harer bemoeiingen heeft getrokken, daar kan er toch zeker geen reden zijn, waarom zij zich ook niet het onderwijs aan spraakgebrekkige kinderen zou mogen aan trekken. Volkomen eenstemmig intusschen was ons college op dit punt, dat, indien tot een regeling van het onderwijs aan spraakgebrekkigen zou worden overgegaan, daarin'zoo moge lijk ook de bijzondere scholen zouden moeten worden opge nomen. Wij stelden daarom' een onderzoek in, hoeveel leer lingen van de bijzondere scholen voor on- en minvermogenden aan een of ander spraakgebrek leden. En toen nu bleek, dat er op de 7 scholen, die voor dit onderzoek in aanmerking kwamen, slechts 51 spraakgebrekkige leerlingen, volgens de verklaringen van 'de hoofden dier scholen, voorkwamen, was het duidelijk dat geenerlei bezwaar meer kon bestaan om ook de leerlingen der bijzondere scholen, in de regeling te betrekken. Immers naast de 314 leerlingen der openbare scholen konden deze 51 zeker geen financieel beletsel meer .opleveren. De regeling nu van dit onderwijs, zooals wij ons die aan de hand van den heer Brouwer hebben gedacht, is als volgt. De leiding van het onderwijs zal worden opgedragen aan Mej. van Kaathoven, leerares in zang en spraakvorming aan de Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen. Met haar zullen de gewone onderwijzeressen, die hiervoor lust, geschiktheid en bekwaamheid bezitten, met het geven van dit onderwijs wórden belast. Het onderwijs zal worden gegeven na den gewonen schooltijd (opdat niet onderwijzeressen en leerlingen aan het gewone onderwijs worden onttrokken) in het gebouw der Kweekschool. Öe hoofdleerares zal daar twee maal per week gedurende een uur spraakgebrekkige leerlin- lingen van twee scholen tegelijk in groepjes van 4 ontvangen. De bedoeling is namelijk om voorloopig met de leerlingen van een 4-tal scholen te beginnen en het onderwijs geleidelijk tot alle openbare en bijzondere scholen voor on- en minver mogenden uit te breiden. Die les van Mej. van Kaathoven zal dan worden bijgewoond door een onderwijzeres der be trokken school, die zich verbindt met de 4 leerlingen harer school eiken dag gedurende 5 minuten voor iederen leerling, dus in het geheel 20 minuten, de op de hoofdles voorge schreven oefeningen te herhalen. Als bezoldiging zou aan Mej. van Kaathoven een jaarwedde van f 75.per wekelijksch lesuur kunnen worden toegekend, terwijl aan de onderwijzeressen die hulp verleenen daarvoor een gratificatie van f 50.per jaar zou kunnen worden ge geven. Wordt dan verder gerekend op een bedrag van f 25.— 'sjaars aan leermiddelen, dan blijkt dat voorloopig een bedrag van f 375.per jaar voldoende zou zijn om aan een viertal lagere scholen dit onderwijs in te voeren. Immers 2 of f 150.voor de hoofdleerares; 4X/Ó0.of ƒ200.voor de andere onderwijzeressen en f 25.voor leermiddelen. Te zamen f 375.Bij uitbreiding tot 10 scholen zou dit bedrag tot f 825.stijgen en voor alle openbare en bijzondere scholen voor on- en minvermogenden samen zou met een bedrag van ten hoogste f 1400.kunnen worden volstaan. Zeker niet een zoo belangrijke, uitgave, dat men zich daardoor zou moeten laten weerhouden om tot de invoering van dit zoo nuttige onderwijs over te gaan. Op grond van bovenstaande overwegingen geven wij U mitsdien in overweging: lo. over te gaan tot de vaststelling van de navolgende verordening: VERORDENING, regelende het onderwijs aan spraakgebrek kige kinderen te Leiden. Artikel 1. Van gemeentewege wordt onderwijs gegeven aan spraak gebrekkige leerlingen van de scholen voor on- en minver mogenden aan die der bijzondere scholen echter slechts dan wanneer de besturen dier bcholen daartoe den wensch aan Burgemeester en Wethouders te kennen geven. Art. 2. Met de leiding van dit onderwijs wordt belast de leerares in zang- en spraakvorming aan de Kweekschool voor Onder wijzers en Onderwijzeressen. Zij wordt in dat onderwijs bijgestaan door onderwijzeressen van 'de scholen, waar de leerlingen ter school gaan. Deze onderwijzeressen worden aangewezen door Burg. en Weth., gehoord de hoofdonderwijzeres en het hoofd der school. Art. 3. Het onderwijs door de hoofdonderwijzeres wordt gegeven na afloop van de gewone schooltijden in een dér localen van de kweekschool; dat door de andere onderwijzeressen vó5r of na de gewone schooltijden in een locaal hunner school. Art. 4. Het hoofd van iedere school wijst aan, welke leerlingen voor het ontvangen van dit onderwijs in aanmerking komen. Art. 5. De hoofdonderwijzeres ontvangt een bezoldiging van 75. 's-jaars per wekelijksch lesuur; de andere onderwijzeressen genieten een jaarlijksche tegemoetkoming van f 50.—. Voor leermiddelen wordt jaarlijks een bedrag van f 25.— beschikbaar' gesteld. 2°. te bepalen, dat voorloopig met het geven van dit onder wijs zal worden begonnen aan 4 of 5 openbare lagere scholen der 3e en 4e klasse; en 3°. alsnog op de b.egrootirig voor het volgende dienstjaar voor dit doel beschikbaar te stellen een bedrag van f 600. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. '287. Leiden, 2 November 1909. Tegen inwilliging van het hierbij overgelegd verzoek van W. Cramer, om hem, met het oog op zijn gezondheidstoe stand, eervol ontslag te verleenen uit de betrekking van Hoofd der openbare Jongensschool 2e klasse alhier, bestaat bij ons geen bezwaar. Onder overlegging van het hieromtrent.uitgebracht advies van den Districts-Schoolopziener, geven wij U mitsdien in overweging aan W. Cramer, op zijn verzoek, met ingang van '1 Mei 1910 op de meest eervolle wijze ontslag uit zijne be trekking te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. 's-Gravenhage, 28 October 1909. Ik heb de eer, Uw College in overweging te geven, te bevorderen, dat het door het hoofd der school W Cramer gevraagd ontslag op de meest eervolle wijze worde verleend, daar hij zijn taak bij voortduring met groote getrouwheid, ijver en toewijding' heeft vervuld. De Schoolopziener in het district 's Gravenhage, R. van Goens. Aan den Edelachtbaren„Raad der gemeente Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1909 | | pagina 2