GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
121
I^GEKOMEI STEKKEN.
N°. 267. Leiden, 12 October 1909.
Na bij uw besluit van 1 September 1908 tot tijdelijk
onderwijzeres aan de herhalingsschool voor meisjes voor het
geven van een 2 tal waschlessen te zijn benoemdwerd
Mej. I. M. Enuma in uwe vergadering van den 15en April
van dit jaar voor het thans afgeloopen zomer-halfjaar als
zoodanig bestendigd. Thans blijkt, dat ook weer in het, aan
staand winterhalljaar de lessen van Mej. Enuma niet zullen
kunnen worden gemist. Immers wanneer alle krachtens ver
ordening door Mej. Tilanus te geven lessen geheel zijn bezet,
blijken nog een 20 tal leerlingen over te blijven, die op hun
beurt over 2 lessen zullen moeten worden verdeeld. En ook
in de toekomst is eer vermeerdering dan vermindering van
het aantal leerlingen, die de wasch- en huishoudlessen wen-
schen te volgen, te verwachten.
Mitsdien geven wij U in overweging te besluiten Mej.
Enuma andermaal, maar thans voor onbepaalden tijd, in
hare betrekking aan de Herhalingsschool voor Meisjes te
bestendigen. De daarvoor vereischte gelden zijn reeds op de
concept-begrooting voor 1910 uitgetrokken, terwijl die voor
het nog restende kwartaal van dit jaar uit den loopenden
dienst kunnen worden gevonden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 268. Leiden, 12 October 1909.
De toenemende bloei, waarin de electriciteitsfabriek zich
mag verheugen, maakt opnieuw uitbreiding van het in die in
richting gestoken kapitaal noodzakelijk. Nadat toch achtereen
volgens f 480 000 (bij de oprichting), ƒ40.000.(bij Raads
besluit van 14 Mei 1908) en f 70.000.(bij Raadsbesluit van
19 November 1908), alzoo in totaal f 590.000.voor die inrich
ting zijn beschikbaar gesteld, wordt thans andermaal uitbreiding
van dat kapitaal met f 100.000.noodig geacht. Het steeds
toenemend stroomgebruik, gepaard gaande met een steeds
toenemend aantal aansluitingen, vereischen de uitvoering van
steeds nieuwe werken.
Ten einde dit aan te toonen geven commissarissen in hun
in de Leeskamer liggend schrijven eenige cijfers, waarvan wij
er hier enkele willen overnemen.
Bij de oprichting was gerekend op 8630 meter hoogspan
ningskabel; thans zijn reeds 13.375 meter gelegd en binnen
enkele maanden zal dit aantal met nog 3500 meter moeten
worden uitgebreid.
Voor den laagspanningskabel was gerekend op 14.740 meter,
er liegen thans 25210 meter en nog 3000 meter zullen spoedig
moeten worden bijgelegd.
Bij het eerste ontwerp was gerekend op 175 huisaanslui
tingen en 175 electriciteitsmeterser zijn thans 384 huisaan
sluitingen en, met inbegrip van de reeds bestelde, 452 meters.
Gemiddeld neemt het aantal buisaansluitingen maandelijks
met 15 toe, terwijl in de eerstvolgende maanden nog 80 meters
zullen moeten worden besteld.
Deze cijfers doen duidelijker dan het langste betoog de
zeldzame vlucht, die onze electriciteitsfabriek in zoo korten
tijd heeft genomen, uitkomen.
Van de thans weer door commissarissen aangevraagde
f 100 000.zullen in dit jaar nog 60.000.noodig zijn
voor het maken van aansluitingen en het aankoopen van
voorraden en reservedeelenover de resteerende 40.000.
zal eerst in het voorjaar van 1910 behoeven te worden be
schikt. Het schrijven van commissarissen zegt nader, hoe deze
sommen zich over de verschillende onderdeelen van het be
drijf verdeelen.
Op grond van het bovenstaande geven wij U in overweging:
1°. te besluiten tot aanvulling van het Uitbreidings- en
Vernieuwingsfonds der electriciteitsfabriek met een bedrag
van f 100.000.onder bepaling dat jaarlijks door de fabriek
aan de gemeente zal worden betaald dezelfde interest, als de
gemeente van het door haar geleende kapitaal verschuldigd
is en dat jaarlijks, te beginnen met het jaar 1910, 2750.—
zal worden bestemd tot aflossing van schuld of kapitaalbe
legging en in het jaar 1946 de nog resteerende f 1000.—
2°. over te gaan tot de vaststelling van den hierbij over-
gelegden suppletoiren begrootingsstaat, groot f 100.00Ó.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 269. Leiden, 11 October 1909.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Edelachtbare Heeren.
Door het overlijden van den Heer J. C. Zaalberg die in ons
bestuur als „Lid van den Gemeenteraad" zitting had, is als
zoodanig een vacature in ons bestuur ontstaan.
Beleefd verzoeken wij Uw college iemand uit Uw midden
te willen benoemen om deze vacature in ons bestuur aan
te vullen.
De Voorzitter:
J. A. van Hamel.
De 2e secr. Penningmeester
J. P. X. Sanders.
N°. 270. Leiden, 14 October 1909.
Ter vervulling van de vacatures, die op 1 October 1.1. in
ons College zijn ontstaan door de periodieke aftreding van de
Heeren Prof. Dr. H. Kamerlingh Onnes en Prof Dr. S. G. de
Vries, van welke beiden eerstgenoemde heeft verklaard niet
voor eene herbenoeming te willen in aanmerking komen,
hebben wij de eer U de navolgende aanbevelingslijst van 2
personen aan te bieden:
Vacature Prof. Dr. H. Kamerlingh Onnes:
lo. Mr. J. C. VAN DER LIP,
20. Prof. Dr. G. W1LDEBOER.
Vacature Prof. Dr. S. G. de Vries f
1°. Prof. Dr. S. G. DE VRIES,
2°. Prof. Dr. J. P. KUENEN.
Curatoren van het Gymnasium:
Fockema Andreae, Voorzitter.
De Jong, Secretaris.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
N°. 271. Leiden, 16 October 1909.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij tegen de in hare handen gestelde begrootingsregelingen
van het R.C. Wees- en Oudeliedenhuis en van het R.C. Arm
bestuur, het dienstjaar 1908 betreffende, geene bedenkingen
heeft.
Zij adviseert U derhalve de op die regelingen betrekking
hebbende begrootingsstaten goed te keuren.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.
Vereeniging tot instandhouding
van het
Leidsoh Muziekcorps.