120 DONDERDAG 30 SEPTEMBER 1909. Oostdam gedurende meer dan dertig jaren te goeder trouw en ongestoord als eigenaars gebruik is gemaakt van den uitweg over het kadastrale perceel gemeente Noord wij kerhout Sectie B nommer 810, ten behoeve van de aan requestrant thans toebehoorende perceelen land aan dien uitweg grenzende, om te komen tot den trekweg aan de Leidsche trekvaart, en het onderhoud van dien uitweg, alsmede het daarop door hen geplaatste hek gedurende al dien tijd voor hunne rekening is genomen; dat, requestrant het voornemen heeft de hem toebehoorende perceelen aldaar gelegen, in de volgende maand in veiling te doen brengen en bij het onderzoek daarvan gebleken is, dat die uitweg bij het kadaster abusievelijk staat ten name Uwer gemeente, dat, indien Uwe gemeente van dien uitweg over gemeld perceel nummer 810 werkelijk eigenares ware geweest, het Bestuur Uwer gemeente zeker wel een vergoeding voor huur of gebruik zou geheven hebben, dat, zulks echter nooit is geschied en Uwe gemeente ge durende al die jaren nimmer hare rechten op dien uitweg heeft laten gelden, terwijl requestrant en diens voorganger dien uitweg steeds als eigenaars hebben bezeten, dat requestrant Uwe medewerking inroept, om het gedeelte van het gemelde kadastrale perceel nommer 810 dat als uitweg door hem gebruikt wordt, bij het kadaster te rectificeeren en ten zijne name te doen overbrengen Reden, waarom hij requestrant U verzoekt, dat gedeelte van het perceel 810 dat voor uitweg door hem wordt gebruikt in den kadastralen legger en registers ten zijne name over te brengen. 'tWelk doende, enz. H. Oostdam. Noordwijkerhout, 10 September 1909. 3°. Verzoek van J. Harte velt Azn. om ontslag als lid van het bestuur der Vereeniging tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen. Dit stuk luidt als volgt: 22 September 1909. Aan den Raad der gemeente Leiden. Mijne Heeren Vermits ik in den tegen woordigen stand van zaken van meening blijf, dat in het Bestuur van de Vereeniging ter bevordering van den bouw van werkmanswoningen ter dezer stede behooren eenige leden van den Raad en ik mij als zoo danig gekozen waande in de plaats van wijlen uwen Heer Juta, gelieve U mij, nu ik niet als raadslid werd herbenoemd, wel van die betrekking te willen ontslaan. Met verschuldigde Hoogachting verblijf ik UW dw DNR J. Hartevelt Azn. 4°. Verzoek van H. Blans Bzn om vergunning tot demping en rioleering van de slooten vóór de perceelen Hooge Rijndijk Sectie M nis 918, 922 en 923 en aanbieding van den buiten de rooilijn gelegen grond. 5°. Verzoek van P. Kooreman om goedkeuring van een plan tot aanleg van eenige straten op het terrein der voormalige buitenplaats «Groenhoven" aan den Witten Singel. Al deze stukken worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 6°. Advies van den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs inzake de toekenning van traktementsverhooging aan den leeraar der Hoogere Burgerschool voor Jongens, W. Draayer. De Voorzitter. Het advies luidt gunstig en daarop zal dus moeten volgen de vaststelling van den pensioensgrond slag van dezen leeraar. Burgemeester en Wethouders stellen voor deze zaak die van zeer eenvoudigen aard is, dadelijk te behandelen. Aldus wordt besloten. De Voorzitter. Dan stellen Burgemeester en Wethouders voor om den pensioensgrondslag van den leeraar W. Draaijer vast te stellen op 2940 en zulks met ingang van 1 November a.s. Dit voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 7°. Adhaesiebetuiging van de afd. Leiden der Geret. ver eeniging voor Drankbestrijding aan het verzoek der Ned. Vereeniging tot afschaffing van alcoholhoudende dranken, afd. Leiden, e.a. om geldelijken steun voor plaatselijke drank bestrijdersvereenigingen. Dit stuk luidt als volgt: Aan den Raad der Gemeente Leiden. Mijne Heeren Geeft met verschuldigden eerbied te kennenG. van Zwieten en L. G. van der Harst, in hun hoedanigheid van Voorzitter en Secretaris van de afdeeling Leiden der Gereformeerde Vereeniging voor Drankbestrijding dat zij kennis genomen hebben van het door de drie ver bonden Drankbestrijdersvereenigingen bij Uw geacht college ingediende verzoek om gemeente subsidie aan de plaatselijke Drankbestrijdersvereenigingen te verleenen; Adhesie betuigen met het door genoemde Vereenigingen ingediend voorstel, hopende er door Uw geacht college goedgunstig op zal worden beschikt. G. v. Zwieten, Voorz. L. G. v. d. Harst, Secr. Leiden 29 September. Zal worden behandeld bij punt 16 der agenda. 8°. Verzoek van de afd. Leiden en Omstr. van den Ned. R. Kath. Volksbond om wijziging te brengen in de heffing der plaatselijke directe belasting. 9°. Verzoek van het Nederl. Verbond van Vakvereenigingen te Amsterdam om wijziging van de verordening regelende den van gemeentewege te verleenen steun ter bevordering van de verzekering tegen werkloosheid. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 10°. Verzoek van W. G. Sillevis e.a. om niet aan te nemen het voorstel tot aankoop van de perceelen in de Waard onder Leiderdorp. Dit stuk luidt als volgt: Aan de Gemeenteraad van Leiden Geven eerbiedig te kennen de ondergeteekenden dat requestrant met niet geringe verbazing heeft vernomen, dat de gemeente voornemens is stalen aan te koopen tot be waring van vuilnis, afval en wat dies meer zij, te wel op eene plaats, die geacht kan worden het minst daartoe te zijn aan gewezen dat toch de plaats bij de Grofsmederij is gelegen te midden van een bebouwd centrum en het nauwelijks eenig betoog behoeft, dat het voor de bewoners dier omliggende huizen bijkans onhoudbaar zal worden en de daarbij liggende perceelen, zooal niet waardeloos, in elk geval ontzaglijk aan waarde zullen verliezen; dat naar het oordeel van requestrant het den gemeenteraad niet moeilijk zal vallen voor het aanzienlijk bedrag, dat voor die terreinen thans zal besteed worden, een veel geschikter en beter gelegen terrein zal zijn te vinden op een plaats, waar weinig omwonende zijn; dat, de nieuw te maken stalen bovendien dit overwegend bezwaar opleveren, dat ze gelegen zijn boven de stad en er dus niet weinig toe zullen bijdrage het water te verontreinigen dat uwe gemeente moet passeeren; dat, waar men een nieuwen toestand wil scheppen het van groot belang zal zijn die stalen te brengen beneden de stad dat, het den gemeenteraad niet te doen kan zijn personen en bedrijven op deze wijze op schromelijke wijze te benadeelen Redenen waarom requestrant zich wendt tot den Gemeente raad met eerbiedig verzoek het gedaan voorstel tot aankoop der stalen te verwerpen. 't Welk doende enz. W. G. Sillevis, Directeur der Naaml. Venn. Stoom- olieslagerij vjh Sillevis Rutten. (Volgen de namen van nog 66 adressanten). Leiderdorp, 29 September 1909. Zal worden behandeld bij punt 19 der agenda. De Voorzitter deelt alsnog mede: 1°. dat aan den eervol ontslagen opperman-straatmaker A. Galjaard, met ingang van 16 October 1909 een pensioen is toegekend van ƒ283 per jaar; 2°. dat aan het eervol ontslagen Hoofd der School in de Heerenstraat Th. de Van, bij Kon. besluit van 28 Augustus j.l-, No. 77, een pensioen ten laste van den Staat is toegekend, van ƒ1434 'sjaars. Aan de orde is als nu: I. Benoeming van een lid der Commissie van beheer over de gestichten «Endegeest" en «Rhijngeest". (Zie lng. St. No. 236). De Voorzitter. Voor het doen van de volgende benoemin- fen noodig ik de heeren Korevaar, P. J. Mulder, Roem en imp uit het stembureau te willen uitmaken. Wordt benoemd met 20 stemmen de heer Dr. G. Wildeboer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1909 | | pagina 2