117
»dat hij daarom meent, dat bij een eventuueele pensioenee-
ring door welke oorzaak ook, hem zijn pensioen zal worden
toegekend van af het jaar 1887."
Redenen waarom hij zich tot Uw College wendt, met het
beleefd verzoek te willen bepalen dat hij als gemeente tim
merman in vaste dienst word beschouwd van af 1887 en bij
mogelijke pensioeneering, zijn aantal dienstjaren worden ge
rekend van af genoemde dienstjaar te beginnen.
't Welk is doende enz.
Leiden, 5 Mei 1909. H. Botermans.
N°. 261. Leiden, 1 October 1909.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering de navolgende voor
drachten aan te bieden voor de benoeming van een onder
wijzer met verplichte hoofdakte aan de Openbare scholen
der 3e klasse Nis. 2 en 5, ter vervulling van de vacatures
ontstaan tengevolge van de benoeming van den heer J. J.
van Bostelen tot onderwijzer-plaatsvervangend hoofd der
school aan de van der Werfstraat en van den heer G. L.
Hofsteerrge tot onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de
Jongenschool 2e klasse:
School der 3e klasse No. 5.
1°. H. VAN WAMELEN. onderwijzer aan de openbare school
der 3e klasse No. 5;
2°. K. H. BUIKSTRA, onderwijzer aan de openbare school
der 3e klasse No. 5;
3°. W. J. BEUMER, onderwijzer aan de openbare school der
3e klasse No. 1.
School der 3e klasse No. 2.
1°. K. H. BUIKSTRA, onderwijzer aan de openbare school
der 3e klasse No. 5;
2°. W. J. BEUMER, onderwijzer aan de openbare school der
3e klasse No.'l;
3°. J. A. LUCA, onderwijzer te Vianen.
Under mededeeling, dat deze voordrachten zijn opgemaakt
in overleg met den Arrondissements-Sehoolopziener, na in
gewonnen bericht van de Hoofden der scholen, en dat de
desbetreffende stukken in de Leeskamer ter inzage liggen,
geven wij U in overweging alsnu tot de benoemingen over
te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 262. Leiden, 2 October 1909.
Naar aanleiding van het in uwe vorige vergadering inge
komen verzoek van den heer J Hartevelt Azn., om hem ont
slag te verleenen als lid van het Bestuur der Vereeniging
tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen,
geven wij U in overweging den heer Hartevelt het gevraagd
ontslag eervol te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 263. Leiden, 5 October 1909.
Het is u bekend, dat nog steeds een voorstel aanhangig
is van uw medelid J. P. Vergouwen in zake een verhooging
van schoolgelden aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes,
het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool voor1 Jongens.
Omtrent dit voorstel, dat inkwam iri uwe vergadering van
den len September van het vorige jaar, werd door ons het
advies ingewonnen van Curatoren van het Gymnasium en
van de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs.
Eerstgenoemd college deed ons haar advies toekomen bij
schrijven van 2 October d. a. v. terwijl de Commissie van
Toezicht den 2öen Februari van dit jaar haar rapport uitbracht.
Sedert vond, tot ons leedwezen, het uitbrengen van ons praead-
vies aan Uwe Vergadering door verschillende omstandigheden
aanmerkelijke vertraging.
Bij het voorstel van den heer Vergouwen, dat in extenso
is opgenomen onder N°. 216 derIngek Stukken van het vorige
jaar, worden drie verschillende zaken in overweging gegeven.
in de eerste plaats stelt de heer Vergouwen u voor ons
college een onderzoek op te dragen naar de uitvoerbaarheid
van de omzetting der H. B. S. voor Meisjes in een Meisjes
school voor M. U. L. O. en naar de gevolgen, die deze zoowel
voor het onderwijs als voor de gemeentefinanciën zou op
leveren, en dienaangaande een rapport aan den Raad over te
leggen.
In de tweede plaats wil de heer Vergouwen een algemeene
verhooging van het schoolgeld aan de H. B. S. voor Meisjes
van 60.tot ƒ80.—.
En in de derde plaats wenscht de heer Vergouwen een ver
hooging van ƒ20.voor de leerlingen die alle lessen bijwonen,
en eene van ƒ5.voor de leerlingen die de lessen in enkele
vakken bijwonen, boven het gewone schoolgeld, voor die
leerlingen van het gymnasium en van de beide hoogere bur
gerscholen, wier ouders buiten de gemeente Leiden woon
achtig zijn.
Voor deze leerlingen zou dus, naar het voorstel van den
heer Vergouwen, het schoolgeld, wanneer het volledige onder
wijs gevolgd wordt, bedragen:
aan het gymnasium 120.
de H. B. S. voor Meisjes 100.
en de H. B. S. voor Jongens 80.—.
Wij zullen achtereenvolgens deze drie voorstellen nader
onder de oogen zien.
Het eerste voorstel is er een, dat meer in het bijzonder
ligt op het gebied van de Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs. Het zal u dan ook niet verwonderen,
dat aan het oordeel dier commissie omtrent dit punt door
ons bijzonder gewicht wordt gehecht. En wat blijkt nu?
Dat de commissie een vervorming der Hoogere Burger
school voor Meisjes in een School voor M. U. L. O. niet
ernstig genoeg zou kunnen ontraden. De commissie wijst
daartoe op het geheel verschillende karakter dezer twee
soorten van scholen. Eene Hoogere Burgerschool voor Meisjes
beoogt het geven van een veel breedere ontwikkeling aan
hare leerlingen, dan van een school voor M. U. L. O. kan
worden verlangd. Terwijl toch op de eerste het onderwijs
wordt gegeven door personen, die bevoegd moeten zijn tot
het geven van Middelbaar Onderwijs, wordt aan de laatste
het onderwijs in hoofdzaak opgedragen aan leerkrachten, die
alleen in het bezit zijn van de acten voor Lager Onderwijs.
Het onderwijs aan een Meisjes Hoogere Burgerschool kan
daarom veel meer omvattend zijn, dan aan een school voor
M. U. L. O. Om maar een voorbeeld te noemen zal het
onderwijs in de moderne talen aan de lagere school zich
moeten beperken tot de beginselen dier taleneen behande
ling ook van de litteratuur zal niet mogelijk zijn, omdat de
leerkrachten zelve daarvan geen studie hebben gemaakt. En
zoo staat het ook met het onderwijs in andere vakken, als de
gr ondbeginselen van natuur- en scheikunde en de kennis van
het staatsbestuur.
Mocht dus de Hoogere Burgerschool voor Meisjes worden
omgezet in een school voor M. U. L. Odan zou aan die
ouders, die voor hunne dochters een breedere ontwikkeling
wenschen, dan op een lagere school kan worden verkregen,
rriets anders overblijven dan hunne kinderen naar de Hoogere
Burgerschool voor Jongens of naar het gymnasium te zenden.
Maar het is genoegzaam bekend, dat vele ouders zich bij
een dergelijke oplossing niet zouden neerleggen. En het zou
dus alleszins te vreezen, zijn dat door die ouders elders het
onderwijs voor hunne kinderen zou worden gezocht, dat onze
gemeente hun niet langer zou vermogen te geven.
Wèl, zegt de Commissie van Toezicht, ware er misschien
aanleiding om naast de 11. B. S. voor Meisjes ook een school
voor M. U. L O. op te richten, maar bij de beperkte bevol
king onzer gemeente valt daaraan moeilijk te denken.
Ook ons college zou tegen de opheffing van de Hoogere
Burgerschool voor Meisjes zeer ernstig bezwaar hebben. Wij
staan ten deze nog immer op het standpunt, in 1904 door
ons ingenomen, toen bij de behandeling van Volgn. 154 van
de gemeente-begrooting in de Secties van den Gemeenteraad,
door een lid in overweging werd gegeven »de Hoogere
Burgerschool voor Meisjes om te zetten in eene inrichting
voor meer uitgebreid lager onderwijs, opdat daarvoor de Rijks
subsidie kan verkregen worden."
Wij antwoordden toen letterlijk het volgende: Bij behoud
van hetzelfde leerplan zou zeker verandering van den naam
alleen der Regeering geen aanleiding kunnen geven om de
inrichting voor een Rijkssubsidie voor te dragen. En indien
het werkelijk de bedoeling is, om deze inrichting van middel
baar onderwijs in eene van lager onderwijs te veranderen, zoo
meenen wij dit niet ernstig genoeg te kunnen ontraden, aan
gezien daardoor een harer aantrekkingspunten voor onze ge
meente zou verloren gaan."
De gronden, waarop dit gevoelen steunt, behoeven na het
thans weder door de Commissie van Toezicht uitgebracht advies
zeker niet nader te worden uiteengezet.
Waar dus de zaak zelve door ons, in overeenstemming met de
Commissie van Toezicht, niet wordt gewild, daar is het duidelijk
dat een onderzoek naar de uitvoer baarheid der omzetting door
ons slechts kan worden ontraden. Immers waartoe zou zulk
een tijdroovend onderzoek, dat zich. naar de voorsteller wenscht,
ook over de gevolgen voor het onderwijs en de gemeente-