94
Wij droegen daarom overeenkomstig het bij uw besluit
van 3 Juni j.l. gewijzigde artikel 12 der Lanen verordening
(van 6 Juli 1909, Gem. BI. n°. 15) aan eene commissie, be
staande uit den Directeur der Gemeentewerken en twee
stadsgeneesheeren, op een onderzoek naar den toestand der
sloot in te stellen.
Uit het door die commissie uitgebracht rapport blijkt nu,
dat zij de sloot wegens de daarin en daardoor afgevoerd
wordende stollen schadelijk acht voor de openbare gezondheid.
Immers zoowel door het inwerpen van huis- en keukenafval
door de omwonenden, als door de loozing op de sloot van ver
schillende riolen en overstorten van beerputten, is de toestand
van dien aard, dat van schoonmaken en uitbaggeren geen
blijvende verbetering is te wachten. Bovendien is de sloot op
twee plaatsen door het inwerpen van zand reeds afgedamd,
zoodat tusschen het noordelijk en het zuidelijk deel daarvan
geen gemeenschap bestaat en alle waterverversching dienten
gevolge onmogelijk is.
De sloot verspreidt dan ook een onhoudbare lucht.
Onder deze omstandigheden behoort dus tot demping van
de sloot te worden overgegaan. Vervanging daarvan door
een riool is echter niet noodig, omdat in de Buitenlaan
reeds een riool aanwezig is en evenwijdig daaraan natuurlijk
geen ander riool behoeft te worden gelegd.
Onder overlegging van het advies der commissie geven wij
U mitsdien in overweging de eigenaren der aan de westzijde
langs de Buitenlaan gelegen sloot te gelasten die sloot te
dempen, op de wijze en binnen den termijn, door ons college
te bepalen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en W'eth. van Leiden
N°. 208.
Leiden, 31 Juli 1909.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat het onderzoek der rekening en verantwoording van de
Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit over 1908, haar
tot geene bedenkingen aanleiding heeft gegeven.
Zij stelt U voor die rekeningen goed te keuren, wat de
exploitatierekening afd. Gas betreft:
in ontvangst op 762443.90
uitgaaf 692889 38B
met een batig kassaldo van 69554.515
en een winst van 108037.765
wat de rekening van het Uitbreidings- en Vernieuwingsfonds
(afd. Gas) betreft:
in ontvangst op 94790.98®
uitgaaf 116354.10®
met een nadeelig slot van 21563.12
En wat de exploitatierekening afd. Electriciteit betreft:
in ontvangst op 166011.62®
uitgaaf 159815.19®
sluitende met een batig kassaldo van 6196.43
en een verlies van 6261.94®.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 209.
Leiden, 31 Juli 1909.
Den 14en Augustus a.s. eindigt de huur van het land aan
den Zoeterwoudschen Singel, krachtens Raadsbesluit van 20
Augustus 1908 voor den tijd van één jaar verhuurd aan P. P. de
Jong, alhier, voor de som van ƒ177.25.
Van dit land zal in den volgenden zomer ongeveer de helft
worden bestemd voor feestterrein, zoodat die helft van 1
December a.s. af ter volledige beschikking moet komen van
de gemeente. Niettemin is de tegenwoordige huurder bereid
het land weder voor den tijd van één jaar te huren tegen
een huurprijs van ƒ110.per jaar, onder voorwaarde dat
hem van 1 December af, op welken datum het voorste gedeelte
uit de huur zal worden genomen, overpad over het voorste
gedeelte of op welke wijze dan ook vrije toegang tot het
achterste gedeelte wordt verleend.
Het komt ons met de commissie van fabricage voor, dat
de verhuring van het land onder deze voorwaarden voor de
gemeente alleszins aannemelijk kan worden geacht en wij geven
u mitsdien in overweging, met overlating van de regeling
der détails aan ons college, te besluiten, het land aan den
Zoeterwoudschen Singel weder voor den tijd van één jaar,
ingaande 15 Augustus a.s. tegen den prijs van ƒ110.per
jaar en voorts onder de bovenvermelde voorwaarden, aan
P. P. de Jong, voornoemd, te verhuren.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 210.
Leiden, 31 Juli 1909.
Op den post «Tijdelijke geldleening ter voorziening in de
behoefte aan kasgeld" is op het oogenblik nog slechts 19.000
beschikbaar.
In de 2e helft der volgende maand zal evenwel, ter uit
voering van uw besluit van 19 November 1908, een bedrag
van 40.000.— ter beschikking moeten worden gesteld van
de stedelijke fabrieken van gas en electriciteit, terwijl in de
2e helft van September voor hetzelfde doel andermaal een
bedrag van 10 000.— zal noodig zijn. Voorts zullen de ver
vallen termijnen van de aannemingssom voor den bouw der
nieuwe school aan de Decimastraat waarschijnlijk vóórl Sep
tember een uitgave van ƒ28000.— vereischen, terwijl eindelijk
voor den aankoop van terreinen in verband met de eerlang
noodige verplaatsing van de vuilnisstalen iri de Waard, alsmede
voor andere doeleinden, mede op een bedrag van b.v. ƒ50.000.-
mag worden gerekend.
Wel is omtrent dit laatste nog niets bepaald en zullen
daaromtrent alsnog nadere besluiten door Uwe Vergadering
moeten worden genomen, maar ter voorkoming, dat er weldra
weder een verhooging van dezen post zou moeten worden
voorgesteld, komt het ons eenvoudiger voorbij deze verhooging
aanstonds ook met die weldra te verwachten uitgaven rekening
te houden.
In het geheel zal dus verhooging van den post met
ƒ128.000.ƒ19.000d is 109.000.wenschelijk zijn.
Wij geven U mitsdien in overweging, door vaststelling van
den hierbij overgelegden begrootingsstaat, tot verhooging van
Volgnr 60 der begrooting met in ronde som 110.000.te
besluiten
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
No. 211.
Leiden, 31 Juli 1909.
Op Volgnr. 187 der begrooting voor het loopende dienstjaar
is een bedrag van 1750.— uitgetrokken voor de verbouwing
van de hulpbank van leening aan de Lammermarkt.
Bij de raming van dat bedrag is evenwel nog geen rekening
gehouden met de kosten van inrichting, waarvoor alsnog een
bedrag van 100 wordt noodig geacht.
Wij geven U mitsdien in overweging, door vaststelling van
den hierbij overgelegden staat van af-en overschrijving, alsnog
een bedrag van f 100. - voor dit doel beschikbaar te stellen.
Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog
4066.beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 212.
Leiden, 31 Juli 1909.
Nevensgaand adres van de gymnastiek- en schermvereeniging
«Hercules" bevat een tweeledig verzoek.
In de eerste plaats verzoekt adressante u ongedaan te maken
ons besluit, waarbij voor alle vereenigingen, die van ge
meentelijke localiteiten gebruik maken, vooruitbetaling der
daarvoor verschuldigde vergoeding werd ingevoerd; en in de
tweede plaats wenscht zij de door haar verschuldigde ver
goeding voor het gebruik der gymnastiekzaal aan de Pieterskerk-
gracht naar denzelfden grondslag te zien geregeld als voor de
vereeniging «Lycurgus".
Op geen dezer verzoeken behoort, naar wij meenen, een
gunstige beschikking te volgen.
Wat het eerste verzoek betreft, zoo merken wij op, dat wel
is waar de vereeniging een terugkomen op het genomen
besluit alleen voor zich zelf schijnt te beoogen, maar dat dat
toch uit den aard der zaak niet mogelijk is, omdat immers
voor allen, die van gemeentelijke inrichtingen gebruik maken,
dezelfde regels gehooren te gelden. En indien de genomen
maatregel dus ook maar voor enkele vereenigingen noodig is
gebleken, dan kan het wel niet anders of alle behooren daaraan
te worden onderworpen En nu heeft inderdaad de ondervinding
geleerd, dat aan de betaling van de verschuldigde vergoeding
na afloop van het gebruik, aan het einde van het jaar, voor
de gemeente te groote bezwaren verbonden zijn. Meer dan
eens toch is het in den laatsten tijd voorgekomen, dat het
gebruik van een of andere zaal plotseling ophield, doordien
de vereeniging was ontbonden. En niet dan met de grootste
moeilijkheden mocht het den Gemeente-Ontvanger dan gelukken
de alsnog verschuldigde vergoeding in te vorderen, aangezien
noch het bestuur, noch de ex-penningmeester zich meer voor
de betaling aansprakelijk achtte. En zoo werd dan gelijk men
het in het dagelijksch leven pleegt te noemen de met de
invordering belaste ambtenaar »van het kastje naar den muur
gestuurd" om telkens weer met leege handen t' huis te komen.
Met dit gevolg dus dat de gemeente, als dank voor de harer-