GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 93 IN«EK«XEir STI K K E>'. N°. 203. Leiden, 24 Juli 1909. De Commissie van Financiën heeft de eer u mede te deelen, dat zij geene bedenking heeft tegen de bestendiging van de tegenwoordige heffingen aan het Openbaar Slachthuis. Zij adviseert u mitsdien tot eene hernieuwde vaststelling der heffingsverordening van 12 Juli 1906 (Gemeenteblad n°. 28), gelijk die bij latere verordeningen is gewijzigd, over te gaan. Evenmin heeft de Commissie bezwaar tegen de door Burge meester en Wethouders voorgestelde overbrenging op het dienstjaar 1909, van de benoodigde gelden voor de voldoening van onbetaald gebleven vorderingen betreffende den dienst 1908 Zij adviseert u tot vaststelling van den daarbij overgelegden begrootingsstaat en den staat model A te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 204. Leiden, 28 Juli 1909. De Commissie van Financiën heeft de eer IJ mede te deelen, dat het onderzoek der rekening van de Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen over 1908 haar tot geene bedenkingen aanleiding heeft gegeven. Zij adviseert U derhalve die rekening goed te keuren. Het door de gemeente verschuldigde bedraagt 3586.81. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 205. Leiden, 30 Juli 1909. Overeenkomstig het advies der betrokken schoolhoofden geven wij U in overweging afwijzend te beschikken op nevens gaand verzoek van de Zondagsschoolvereeniging »Zaait aan alle wateren," om ten behoeve van het geven van godsdienst onderwijs aan ruim 300 kinderen te mogen gebruik maken, hetzij van de school aan den Zuidsingel, hetzij van die aan den Maresingel. De school aan den Zuidsingel is de nieuwste school, welke in gebruik is. Op een gelijkluidend verzoek van de vereeni ging in Februari 1907 werd dan ook door ons geantwoord, dat wij geen vrijheid konden vinden U voor te stellen dit nieuwe' schoolgebouw, althans in de eerste jaren, voor andere doeleinden dan het gewone onderwijs beschikbaar te stellen. Het gioote gevaar voor beschadiging, waaraan een nieuw schoolgebouw bij het gebruik door een zoo groot aantal kinderen, onder leiding van personen, die niet gewoon zijn dagelijks over zooveel kinderen toezicht te houden, zou bloot staan, de moeilijkheid om voor een behoorlijke reiniging van het gebouw tusschen den Zondagmiddag en den Maan dagochtend te zorgen, en eindelijk de verzwaarde verant woordelijkheid, welke het gebruik op Zondag door zooveel kinderen voor het Hoofd der School zou meebrengen, deden ons in dien zin besluiten. En het schoolgebouw aan den Maresingel is de eenige gemeenteschool, welke nog nimmer aan eenige vereeniging ten gebruike werd afgestaan. Daaraan is het dan ook waar schijnlijk toe te schrijven, dat deze school ook na een elfjarig gebruik, dank zij het nauwlettend toezicht van het onderwijzend personeel, er nog zoo netjes uitziet. Maar daarom juist wenscht ook het hoofd dezer school, om de boven aangegeven redenen, dat zijne school ook in het vervolg niet aan particuliere vereenigingen ten gebruike zal worden afgestaan. Bij deze bezwaren komt dan nog voor de school aan den Zuidsingel, dat de bediening van de centrale verwarmings installatie op Zondagen groote moeielijkheden zou opleveren, nog daargelaten de hooge kosten, welke die verwarming voor de vereeniging zou meebrengen. Om al de hier genoemde bezwaren, welke in de in de Leeskamer liggende adviezen van de betrokken schoolhoofden nog breeder zijn uiteengezet, komt het ons voor, dat in het vervolg met de beschikbaarstelling van de openbare schoolgebouwen voor bijzondere doeleinden minder vrijgevig behoort te worden te werk gegaan en dat met name nieuwe schoolgebouwen in het vervolg uitsluitend voor het gewoon lager onderwijs zullen moeten worden bestemd. De scholen zullen er netter en zindelijker door blijven; het schoolhoofd zal voor een verantwoordelijkheid worden bewaard, die hem eigenlijk niet kan worden opgelegd; en aan de gemeente zullen kosten worden bespaard, omdat de door de particuliere vereenigingen toegebrachte schade slechts bij hooge zeld zaamheid op deze kan worden verhaald. Om al deze redenen geven wij u dus in overweging afwij zend op het verzoek te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 9 Juli 1909. Geven met gepasten eerbied te kennen, De Zondagsschoolvereeniging «Zaait aan alle wateren" alhier dat zij in Febr. 1907 Uw college verzocht, het gebouw van de Openb. L. School aan den Zuidsingel, tot het geven van Godsdienstonderwijs aan ruim 300 kinderen, uit den behoeftigen stand, te mogen gebruiken, op welk verzoek door Uw College afwijzend werd beschikt, omdat het gebouw nog te nieuw was, en daarom de eerste jaren voor zoodanig gebruik niet kon worden afgestaan dat intusschen nog geene geschikte lokaliteit verkregen is, zoodat de Zondagsschool zich nog steeds met een finantieël en practisch ongeschikt lokaal behelpen moet; Weshalve zij nogmaals Uw College eerbiedig verzoekt, haar thans de school aan den Zuidsingel, of zoo dit nog bezwaarlijk gaat, die aan den Maresingel, des Zondagsmiddags van één tot drie uur te willen afstaan. Hetwelk doende enz. Namens het bestuur: J. G. Snel, Voorzitter. H. Retel, Algem. Sec. Vliet 5a. Den Edel Achtbare Heeren Leden van den Gemeenteraad. N°. 206. Leiden, 30 Juli 1909. Door de afwisselende weersgesteldheid in den afgeloopen winter verkeerde de weg langs de Haarlemmertrekvaart, in zonderheid het gedeelte tusschen de Postbrug en den Noordwij- kerhoek, in het voorjaar in zoo slechten toestand, dat onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk bleek. De weg moest van een nieuwe onderlaag worden voorzien en aan den vasten vaartwerker moest tijdelijk een hulpkracht worden toegevoegd. De extra- kosten van een en ander bedroegen ƒ775. Voorts bleken ook de herstellingen van de Tolbrug en van de Warmonderhekbrug uitgaven te vereischen, waarop bij de opmaking in 1905 van het 5-jaarlijksch onderhoudsbestek niet kon gerekend worden. Immers, terwijl men destijds meende te kunnen volstaan met de vernieuwing van het bovendek van de Warmonderhekbrug en de vernieuwing van de beide dekken van de Tolbrug, bleek bij de uitvoering van die werken dat ook het onderdek van de Warmonderhekbrug moest worden vernieuwd en dat ook de houten liggers van de Tolbrug onbetrouwbaar waren geworden en dus door anderen moesten worden vervangen. Een en ander eischte een extra-uitgave van ƒ510. Eindelijk verdient opmerking dat het bedrag, dat voor het gewoon onderhoud van de Haarlemmertrekvaart is uitge trokken, feitelijk ontoereikend is. Dit blijkt voldoende uit de eindrekening, die telken jare verhooging van den post noodig maakt. Zoo bedroeg het tekort in 1907 ƒ151.en in 1908 zelfs ƒ700.—. Üok voor dit jaar dreigt weer een dergelijk tekort, omdat de op de begrooting uitgetrokken hoeveelheid grint niet voldoende is om den weg in bruikbaren staat te houden. De Directeur van Gemeentewerken acht het daarom wenschelijk, dat thans tijdig voor de aanschaffing van meer grint een bedrag van ƒ400.wordt beschikbaar gesteld. In het geheel zal dus Volgnr. 188 der begrooting met ƒ1685.moeten worden verhoogd, welk bedrag uit de On voorziene Uitgaven, op welken post thans nog ƒ5751.be schikbaar zijn, kan worden gevonden. Bij de commissie van fabricage bestaat tegen de verhooging geen bezwaar. Wij geven U mitsdien in overweging tot de vaststelling van bijgaanden staat van af- en overschrijving over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 207. Leiden, 30 Juli 1909. Bij schrijven van 13 October 1908 werd door de gezond heidscommissie onze aandacht gevestigd op de ondragelijke luchtwelke de sloot langs de Buitenlaan verspreidde en ons verzocht de eigenaren te gelasten de sloot te dempen. Wij konden toen evenwel nog geen vrijheid vinden Uwe Ver gadering voor te stellen die lastgeving uit te spreken, omdat bij een dezerzijds ingesteld onderzoek de toestand niet zoo ernstig bevonden werd, als wel uit het schrijven der gezond heidscommissie viel af te leiden. Intusschen bleef onze aandacht op de sloot gevestigd en inderdaad bleek deze na eenige maanden weder in een zoo verregaand vervuilden toestand te verkeeren en een zoo ondragelijken stank te verspreiden, dat ook naar onze meening een krachtig ingrijpen niet langer mocht uitblijven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1909 | | pagina 1