66
DONDERDAG
•13 MEI 1909.
Voor stemmen de heeren: Roem, Aalberse, van Gruting.
Meuleman, Bosch, van der Eist, P. J. Mulder, Corts, van Tol,
A. Mulder en Zwiers.
.Het voorstel van Burg. en Weth. wordt alsnu zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
XI. Verzoek van A. M. van Zwicht om bestendiging van de
huur van het stukje grond aan den Apothekersdijk.
(Zie lng., St. No. 117)..
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming conform
het praeadvies besloten.
XII Verzoeken van de Zondagsschoolvereenigingen »Imma-
nuël" en »Jphannes" om het gebruik van eenige lokalen der
school 3e klasse No. 6.
(Zie lng. St. No. 118.)
i Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming conform
het praeadvies besloten.
XIII. Voorstel:
a tot wijziging van art.. 1 der verordening van 13 April 1908,
regelende den door de gemeente te verleenen steun ter
bevordering van de verzekering tegen de geldelijke gevolgen
van werkloosheid
b tot beschikbaarstelling van een bedrag van ƒ500, wegens
verhooging van het subsidie aan het gemeentelijk werk-
loozenfonds.
(Zie lng. St. No. 130.)'
De heer Reimering'er. M. d. V. Mag ik even. een vraag
stellen? Waarom wordt hier gesproken van ƒ1500 en niet
van 1200. De commissie heeft toch maar 200 meer ge
vraagd.
De Voorzitter. De geachte spreker vergat, dat op dit
oogenblik reeds 200 te kort is. Het jaar loopt nog door,
dus het is te verwachten, dat voordat het ten einde is, allicht
meer geld noodig zal zijn. Als wij de grens te eng nemen,
krijgen wij misschien binnenkort weer een verzoek.
De,heer Reimeringer. Dank u, mijnheer de Voorzitter.
De beraadslaging wordt gesloten en het voorstel van
Burg. en Weth. zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
XIV. Voorstel:
a tot nadere beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van
de vernieuwing van de Nagelbrug onder Voorhout;
b tot onderhandsche opdracht van het bouwen der nieuwe
brug aan T. van der Aa Hzn te Gouda.
(Zie lng. St. No. 124).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
XV.Voorstel tot wijziging van art. 2 der verordening van
12 Juli '1906, regelende de heffing van belastingen voor het
gebruik van het Openbaar Slachthuis.
(Zie lng. St. No. 123)
De Voorzitter. Er is in deze voordracht een drukfout ge
slopen. De cijfers aan het eind van het ingekomen stuk 123
moeten in verband met het geschrevene eenige alinea's vroeger
zijn 20 ets. en 10 ets. en niet 25 ets. en 10 ets.
Het voorstel wordt hierop zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming aangenomen.
XVI. Verzoek van J. Arnoldus om toekenning van een
gratificatie boven het hem verleend pensioen.
(Zie lng. St. No. 128).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming conform
het praeadvies besloten.
XVII. Verzoek van de Vereeuiging van Nederlandsche
Arbeidsbeurzen om toekenning van een subsidie ten behoeve
van de oprichting van een arbeidsbeurs te Homberg a/R.
(Zie lng. St. No. 121).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming conform
het praeadvies besloten.
XVIII. Voorstel tot verbouwing van de school 4e klasse No. 2
en tot beschikbaarstelling van de voor die verbouwing benoo-
digde gelden.
(Zie lng. St. No. 125).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
De Voorzitter. Mijne heeren, hiermede is de agenda afge
handeld. Wenscht nog iemand het woord?
De heer Sijtsma. M. d. V. Voor eenigen tijd is aanbesteed
de rioleering van een gedeelte van de Haarlemmerstraat. Toen
hebben wij kunnen lezen, dat de laagste inschrijvers voor
1035 aanboden het werk op te leveren en de daarop vol
gende vroeg een bedrag van 1559. Mij is nu medegedeeld,
dat niet aan de laagste inschrijvers dat werk is gegund,
maar aan den daarop volgenden. Ik heb bij den persoon, die
mij dat mededeelde, geïnformeerd naar de aannemers en hun
borgen en het kwam mij voor, dat beiden wel als solide
beschouwd kunnen worden.
Hoe zijn wil ik nu vragen Burgemeester en Wet
houders er toe gekomen ƒ500 meer te betalen, dan noodig
was? Ik zou daaromtrent gaarne eenige inlichtingen wenschen.
Die kunnen misschien ons bevredigen en ook anderen. Niet
alleen ik heb van deze zaak gehoord, maar ook de heer Pera,
die in dezelfde bijeenkomst was. waar zij ter sprake kwam.
Wij hebben toen gezegd, dat wij de zaak hier ter sprake zouden
'brengen. Zoo kan misschien de publieke opinie, die zich met
de zaak bezig schijnt te houden, ook tevreden worden gesteld.
De Voorzitter. Indien u vooruit het plan hadt te kennen
gegeven deze zaak ter sprake te brengen, had ik mij nader
op de hoogte kunnen stellen en op het antwoord kunnen
voorbereiden. Dat was nu niet mogelijk. Bovendien is de
Wethouder van Fabricage, die advies geeft over dergelijke
zaken, niet aanwezig.
Wil de heer Roem misschien eenige inlichtingen geven?
De heer Roem. M. d. V. Ik zal het probeeren, maar ik be
twijfel, dat ik het zoo goed zal kunnen doen als de heer Korevaar.
Het gebeurt meermalen, dat er getracht wordt door een
aannemer van een werk af te komen. In den regel is het de
gewoonte, dat men zooveel mogelijk aan de inschrijving blijft
vasthouden.
Hier is het juist het tegenovergestelde. Het zijn solide aan
nemers en borgen. Ik zou den heer Sijtsma nu in het belang
varr de aannemers wel in overweging willen geven niet te
larrg over deze zaak te redeneeren, want het zou dan den
schijn hebben voor de buitenwereld, dat deze menschen niet
solide zijn.
Juist de lage inschrijving echter gaf den Directeur van
Gemeentewerken aanleiding der Oommissie van Fabricage voor
te stellen het hun niet te gunnen, want dat zou niet in het
belang van de menschen zijn. De opvolgende inschrijver, H. I.
de Heijdenis speciaal op dat werk ingericht en kan het
goed uitvoeren. Niemand in de stad kan het zoo goed.
Die menschen hebben nog ingeschreven voor een som, beneden
de raming varr den Directeur van Gemeentewerken. Nu moet
men een grens stellen.
De Voorzitter Wij hebben meermalen het geval gehad,
dat bij inschrijvingen het bedrag zoo laag was, dat het werk
er niet voor kon worden geleverd. In die omstandigheden
meenen Burgemeester en Wethouders in het belang van de
gemeente te handelen door een dusdanige aanbesteding niet
te gunnen.
Verdere inlichtingen heeft de heer Roem reeds verschaft
en meerdere kunnen niet worden gegeven. Ik ben bereid de
zaak in het College ter sprake te brengen. Vindt de Wet
houder van Fabricage dan in de volgende vergadering nog
aanleiding een mededeeling te doen na de inlichtingen van
den heer Roein, dan kan dat geschieden.
De heer Sijtsma. M. d. V. Mag ik nog even een paar op
merkingen over deze zaak maken?
Dat u zelf niet op de hoogte der kwestie was, kon ik niet
vermoeden. De heer Roem zegt, dat als de heer Sijtsma de
belangen van die menschen bepleiten wil, hij beter doet zich
stil te houden. Maar laat mij den heer Roem opmerken:
daarom is het mij niet te doen. Het is mij te doen om licht
in deze zaak. Uit het antwoord van den heer Roem blijkt,
dat de aannemers en hun borgen solide zijn. Ik meen nu,
dat het een goede regel is, bij openbare aanbestedingen van
een openbaar lichaam als de gemeente, om als er geen
andere bepalingen gemaakt zijn den laagsten inschrijver, als
hij en zijn borgen solide zijn, het werk te gunnen. Waar is
anders de grens? Als de aannemer beneden de raming wil
werken, moet hij dat zelf wéten. Het is in het belang van
de gemeente om ƒ500 minder uit te geven. De Directeur
van Gemeentewerken en de opzichters zijn er, om na te zien
of aan de bestekvoorwaarden wordt voldaan.
Als de heer Roem opmerkt dat het niet in het belang van
die menschen is. moet ik dat betwisten Hij kan wel zeggen,
dat zij solide zijn, maar hun collega's zeggen: »De gemeente
vertrouwt je niet, daarom krijg je het werk niet."
De heer A. Mulder. M. d. V. Ik juich het ten zeerste toe,
dat ook de gemeente niet altijd het werk gunt aan den
laagsten inschrijver. Het is voor buitenstaanders niet te be-
oordeelen, of het werkelijk een voordeel voor de gemeente is
den laagsten inschrijver het werk te gunnen of niet.
Het is een ramp, dat men bij vele werken verre gaat beneden