56
DONDERDAG 29 APRIL 1909.
Aan de orde is alsnu:
I. Benoeming van eene 2e onderwijzeres in de handwerken
aan de school Bo klasse N°. 5.
(Zie Ing. St. No. 103).
De Voorzitter. Mag ik de heeren Korevaar, A. Mulder,
Roem en Zwiers uithoodigen het stembureau te willen vormt-n.
Wordt benoemd met algemeene (25) stemmen Mej. S Ph.
Ch. Wiersma.
II. Rekening, dienst 1908, van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken.
(Zie Ing. St. No. '102).
De Voorzitter. De Commissie van Financiën adviseert,
deze rekening goed te keuren en Burgemeester en Wethou
ders geven hetzelfde praeadvies.
De rekening wordt hierop zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
III. Rekening, dienst 1908, van de Gezondheidscommissie.
(Zie Ing. St. No. 105).
De Voorzitter. De Commissie van Financiën adviseert tot
goedkeuring van deze rekening en Burgemeester en Wethou
ders eveneens.
De rekening wordt hierop zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
(De heer van Gruting had gedurende de behandeling van
dit punt de vergadering tijdelijk verlaten).
IV. Rekening, dienst 1908, van de vereeniging tot instand
houding van het Leidsch Muziekcorps.
(Zie Ing. St. No. 104).
De Voorzitter. De Commissie stelt voor deze rekening
goed te keuren en Burgemeester en Wethouders eveneens.
De rekening wordt hierop zonder beraadslaging of hoofde
lijke stemming goedgekeurd.
(De heeren Van Hamel, Timp en Fokker hadden gedurende
de behandeling van dit punt de vergadering tijdelijk verlaten).
V. Verordening, tot wijziging van de verordening van 25
Januari 1894 (Gem.blad no. 6), houdende instructie van de
hoofden der openbare lagere scholen).
(Zie Ing. St. No. 106).
De Voorzitter. De heer Sijtsma heeft van deze gelegenheid
gebruik gemaakt om als amendement voor te stellen, overal,
waar in deze verordening gesproken wordt van «hulppersoneel",
dat te doen vervangen door «onderwijzend personeel". Mijn
plan was echter niet, om alle artikelen te doen behandelen,
en ik geloof dus niet, dat dit amendement hier op zijn plaats is.
De heer Sijtsma. M. d. V. Mag ik dan even een enkel woord
zeggen. Ik heb er geen bezwaar tegen, wanneer deze zaak
later aan de orde komt, wanneer u praeadvies uitgebracht
zult hebben op mijn voorstel. Het komt op een dag niet op
aan en ik ben vandaag al bijzonder inschikkelijk.
De Voorzitter. Ik vind het regelmatig, nu alleen het be
trokken artikel aan de orde is en om geen precedenten te
scheppen, dit amendement thans niet in behandeling te
nemen. Wilt u het voorloopig intrekken?
De heer Sijtsma. M. d. V. Ik wil het voorloopig ingediend
laten, als u mij kunt beloven, dat het praeadvies niet al te
lang op zich laat wachten.
De Voorzitter. Wij zullen bekwamen spoed gebruiken,
om hierover praeadvies uit te brengen.
De verordening wordt hierop zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
VI. Verordening, tot wijziging van de verordening van 25
Januari 1894 (Gem.blad no. 7), houdende instructie voor het
hulpersoneel der openbare lagere scholen.
(Zie Ing. St. n°. 106).
De Voorzitter. Hierbij wordt ook door den heer Sijtsma
voorgesteld, overal waar gesproken wordt van «hulppersoneel",
dit te doen vervangen door «onderwijzend personeel."
Ook over dit voorstel zal praeadvies worden uitgebracht.
De verordening wordt hierop zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
Vil. Voorstel om de ontbindende voorwaarde in het con
tract van verkoop van de z.g.n. accijnshuisjes aan de Hoog-
landsche Kerk te doen vervallen.
(Zie Ing. St. n». 108).
De heer Fokker. M. d. V. Ik zou hieromtrent gaarne een
enkel woord willen zeggen. Ik betreur het, dat Burgemeester
en Wethouders niet hebben kunnen vasthouden aan hetgeen
wij oorspronkelijk hebben gewild en ik wensch mijn leedwezen
uit te spreken over de houding, die de Gemeentecommissie
heeft gemeend te mogen aannemen. Destijds heeft men de
huisje^ willen koopen om ze af te breken; dat was het eenige
doel; en nu zal men ten slotte, wanneer de Raad de ont
bindende voorwaarde laat vallen, wat men wel moet doen
als men de huisjes voor afbreken wil behoeden, voor een
bedrag van ƒ2000 in het bezit komen van die huisjes. Ik had
het veel loyaler gevonden, wanneer de Gemeentecommissie
dadelijk had gezegd, dat waar zij die huisjes oorspronkelijk
wilde hebben, om ze te doen verdwijnen, zij nu bij de veranderde
omstandigheden de koop ongedaan wilde maken. Dat stand
punt had ik royaler en loyaler gevonden, en daarvoor was
temeer reden geweest, waar de gemeente Leiden deze kerke
lijke commissie meer dan eenmaal hulpvaardig is te gemoet
gekomen.
De Voorzitter. Ik behoef niet te zeggen, dat ik mij kan
aansluiten bij hetgeen de heer Fokker heeft gezegd omtrent
het standpunt van de Gemeentecommissie. Burgemeester en
Wethouders betreuren het ook, dat de Gemeentecommissie,
al is zij in haar recht, gemeend heeft, niet tegemoet te komen
aan ons verzoek, dat toch, naar onze bescheiden meening,
niet onbillijk was. Ik had verwacht, dat tegen de voorwaarde
om niet tot afbraak over te gaan zonder voorkennis en goed
vinden van den Gemeenteraad, geen bezwaar zou rijzen. Nu
kan men toegeven, dat de Gemeentecommissie toch in haar
recht is, nu zij dit weigert, maar het schijnt mij niettemin
toe, dat voor hetgeen de heer Fokker heeft opgemerkt, veel
te zeggen is. Die huisjes zijn indertijd door de gemeente ver
kocht aan de Gemeentecommissie om afgebroken te worden.
Wanneer nu de ontbindende voorwaarde wordt opgeheven,
dan blijven zij bestaan en de commissie verkrijgt die dus,
wat tegen de bedoeling is. Hoe het zij evenwel, wij zullen
ons er bij hebben neer te leggen. Burgemeester en Wet
houders hebben dus, al was het dan schoorvoetend, den Raad
moeten adviseeren om in te gaan op hetgeen door de Gemeente
commissie verlangd wordt en haar dus te ontslaan van de
ontbindende voorwaarde, zonder meer. Wij willen er overigens
het beste van hopen.
Ik zal thans het praeadvies van Burgemeester en Wethouders
om de gemeentecommissie te ontslaan van de ontbindende
voorwaarde op verlangen van den heer van Hame.l en andere
heeren in stemming brengen.
De heer Fokker. Mag ik even vragen, of het zoo is, dat,
wie tegen de voordracht van Burgemeester en Wethouders
stemt, voor het verdwijnen van die huisjes stemt.
De Voorzitter. Juist, zoo is het.
De heer Fockema Andreae. M. d. V. Ik voor mij heb er
niets tegen, dat die huisjes verdwijnen, maar ik zal nu toch
stemmen voor de voordracht van Burgemeester en Wethou
ders, omdat ik in deze vergadering niet wil reageeren tegen
het besluit van de vorige vergadering, niet omdat ik van
meening veranderd ben.
Het voorstel van Burg. en Weth. wordt hierop in stemming
gebracht en aangenomen met 16 tegen 9 stemmen.
Voor stemmen de heeren Fockema Andreae, Wildeboer,
van der Eist, van Hoeken, Reimeringer, Briët, Corts, de Boer,
Pera, Korevaar, Meuleman, Vergouwen, Sijtsma, Fokker, van
Gruting en van der Lip.
Tegen stemmen de heeren Driessen, A. Mulder, Bots, Zwiers,
Roem, van Tol, Timp, de Vries en van Hamel.
VIII. Verzoek van het Collegium van het Leidsch Studen
tencorps om het gebruik van het weiland aan den Zoeter-
woudschen Singel en van een gedeelte van het Plantsoen, ten
behoeve van de viering der lustrumfeesten in Juni 1910.
(Zie Ing. St. n°. 89 en 109).
De Voorzitter. Hierbij komt tevens in behandeling het
adres van het bestuur van «Musis Sacrum" en van de kies-
vereeniging «Burgerplicht en Eigenbelang."
De heer Wildeboer. M. d. V. Deze zaak is door de pas
ingekomen stukken weer in een ander stadium gekomen.
Voordat ik daarvan kennis genomen had, kon ik mij wel ver
eenigen met het praeadvies van Burgemeester en Wethouders.
Toch heb ik de vraag gestéld, en die zal misschien aan de orde
komen, indien het nieuwe onderzoek heeft plaats gehad, of het
niet wenschelijk is dat wij weer terugkeeren tot het weiland
tegenover de van Disselbrug. En ik heb mij afgevraagd, of er
niet een andere oplossing te vinden zou zijn, waardoor wij