DONDERDAG 1 APRIL 1909. 43 terreinen en in gebouwen, waar brandbare stoffen bewaard worden. Dat geeft niet alleen verantwoordelijkheid, maar ook veel administratieven rompslomp. De vele besprekingen en administratieve bezigheden zijn dan ook een reden om aan te nemen, dat, zooals Burgemeester en Wethouders in de stukken zeggen, de werkzaamheden van den commandant van de brandweer belangrijk zijn verzwaard en dat ook daarin een reden kan liggen voor verhooging zijner bezoldiging. Het voorstel, hierop in stemming gebracht, wordt aange nomen met 19 tegen 11 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Roem, Bots, Hartevelt, de Boer, Reimeringer, Vergouwen, Briët, Aalberse, Fockema Andrese, de Vries, Kerstens, Korevaar, Pera, van Hamel, van der Lip, van der Eist, Wildeboer, Corts en Driessen. Tegen stemmen de heeren: Van Tol, P. J. Mulder, Zwiers, Bosch, Meuleman, Sijtsma, van Gruting, Timp, A. Mulder, van Hoeken en Fokker. XI. Verordening op den invoer, het vervoer, den doorvoer, de keuring van vee en vleesch en den handel in vleesch in de gemeente Leiden. (Zie Ing. St. N°. 36). De heer Fockema Andreae. M. d. V. Onze agenda is lang en wij zijn al gedreigd met een avondvergadering. Ik weet niet, of alle leden in de gelegenheid zullen zijn, die bij te wonen, mij zal dat niet mogelijk zijn. Het komt mij wenschelijk voor, zaken die niet spoedeischend zijn, achter aan op onze agenda te plaatsen. Nu schijnt het mij, dat de punten 11 en 12 geen haast hebben, maar dat wel, al was het maar beleefdheidshalve, beraadslaagd moet worden over punt 20 van de agenda. Daarom stel ik voor. punt 20 te behandelen in plaats van punten 11 en 12 en de punten 11 en 12 te brengen achter aan de agenda. De Voorzitter. Ik zal niet veel tegen het voorstel van den heer Fockema Andreae inbrengen, maar wil er toch op wijzen, dat als hij een avondvergadering wil voorkomen, dat doel wellicht niet bereikt zal kunnen worden, want ik kan den heeren mededeelen, dat ik om half vijf de vergadering zal veranderen in geheime zitting, daar daarvoor een zeer drin gende zaak is. Of wij dus zullen bereiken, door aanneming van het voorstel van den heer Fockema Andreae, dat er geen avondzitting is, betwijfel ik zeer. Ik ben echter bereid, om, als de Raad dat wenscht, overeenkomstig het voorstel van den heer Fockema Andreae te handelen. De heer Fokker. M. d. V. Ik zou het aangenaam vinden, als punt 20 vandaag niet werd afgehandeld. Het wil mij voorkomen, dat die zaak nog wel eenigen tijd heeft. Het be treft een zaak, waarvan wij pas zeer kort kennis hebben ge kregen en waarever wij nog wel wat kunnen nadenken, vooral waar deze in verband staat met belangrijke financieele op offeringen van de gemeente, en ook groot ongerief en ongemak voor de bewoners van de achter den Zoeterwoudschen Singel gelegen straten zal brengen. Ik heb reeds klachten gehoord van verschillende bewoners en mij werd medegedeeld, dat als men eenigszins tijd had gehad, men zijn verlangens aan den Raad kenbaar zou hebben gemaakt. Daarom zou ik uitstel op prijs stellen. Ik had willen voorstellen als wij zoover waren, dat punt 20 tot een volgende vergadering zou worden aange houden. De Voorzitter Om te voorkomen, dat u voor de tweede maal daarover een redevoering houdt, zou ik u in overweging willen geven, deze zaak bij punt 20 ter sprake te brengen; dan kunnen wij die punten van elkaar afgescheiden houden. Wij kunnen nu besluiten, overeenkomstig het voorstel van den heer Fockema Andreae, om thans over te gaan tot punt 13. Dan kan later gezien worden, of de verordeningen een plaats zullen krijgen voor of na punt 20. De heer Fockema Andreae. M. d. V. Als ik het nog even zeggen mag: mijri bedoeling was om punt 20 te stellen in plaats van de punten 11 en 42 en dat dus nu te behandelen. De Voorzitter. Dat had ik niet begrepen. Ik dacht, dat u wilde doorgaan met punt 13, 11 en 12 overslaan en de agenda vervolgens afhandelen. Iri dat systeem dacht ik, dat punt 20 toch in een avondzitting zou moeten worden be handeld, daar er om 4V2 uur geheime zitting is. Wenscht gij uw voorstel zoo beschouwd te zien, dat in plaats van de punten 11 en 12 punt 20 komt, dan zal ik dat in stemming brengen. De heer Fockema Andreae. M. d. V. Ik zal gaarne mijn voorstel splitsen. Mijn eerste voorstel is dus, om de punten 11 en 12 te verplaatsen achteraan de agenda en mijn tweede voorstel is, om punt 20 te brengen vóór punt 13. De Voorzitter. Ik zal dat voorstel dan in stemming bren gen. Verlangt iemand hoofdelijke stemming over het eerste voorstel, om de punten 11 en 12 achter aan de agenda te plaatsen? Zoo niet, dan is aldus besloten. Nu komt de vraag, of punt 20 behandeld zal worden vóór punt 13. De heer Fockema Andreae. M. d. V. Ik zou punt 20 gaarne laten voorafgaanmaar als wij daarover lang pratenis het maar beter mijn voorstel daartoe in te trekken, want anders kost het ons nog meer tijd. De Voorzitter. Dan stel ik voor, punt 20 in behandeling te nemen. De heer Fokker. M. d. V. Ik stel voor, punt 20 van de agenda af te voeren en aan te houden tot de volgende ver gadering. Ik heb van verschillende kanten van de burgerij gehoord, dat men er niet zóó happig op is, en acht eenigen tijd van overweging dezer gewichtige voordracht zeer nood zakelijk. De heer Fockema Andreae. M. d. V. Ik voel heel veel voor 't denkbeeld van den heer Fokker, omdat ik daaraan een wensch zou willen verbinden, en wel deze, dat Burgemeester en Wethouders overwegen en ons het resultaat van hun overwegingen mededeelen, wat na die feesten met dat land moet worden gedaan. Het komt mij inderdaad voor, dat wij ons toch niet moeten laten stellen voor een fait accompli. Dat in orde maken van het terrein moet niet geschieden op een verkeerde wijze. Er moeten geen kosten voor gemaakt worden, die niet goed besteed zijn. Het zal ervan moeten afhangen, welke bestemming men aan het terrein wil geven en of de verharde wegen zóó of zóó zullen moeten loopen enz. Ik kan mij zeer goed vereenigen met het denkbeeld van den heer Fokker en ik hoop, dat wanneer opnieuw de zaak aan de orde komt, Burgemeester en Wethouders ons naast het licht, dat zij hebben ontstoken, nog eenig licht zullen geven. De Voorzitter. Als om die reden de behandeling van de zaak zou worden uitgesteld, is het waarschijnlijk, dat Burge meester en Wethouders niet veel uitsluitsel kunnen geven, want uit de stukken blijkt reeds, dat aan 't land in kwestie verschillende bestemmingen zijn te geven. Burgemeester en Wethouders hebben uitdrukkelijk in de stukken gezegd, dat het bezwaarlijk is zich definitief daarover uit te spreken. Als dat dus uw eenig argument is, zou 't misschien betei^zijn de zaak nu te behandelen. Is er iemand, die voorstelt, de behandeling uit te stellen? De heer Fokker. Ja, mijnheer de Voorzitter. De heer Roem. M. d. V. Mag ik even iets vragen? Als de besprekingen van dien aard zijn, dat zij den leden niet vol doen, dan hebben Burgemeester en Wethouders den tijd, zich van de zaken op de hoogte te stellen en in de volgende vergadering praeadvies uit te brengen. Als de zaak tot de volgende vergadering wordt uitgesteld, kan men weer komen met allerlei argumenten en verloopt weer een vergadering. Als de bezwaren nu genoemd worden, kun nen Burgemeester en Wethouders overleggen en decideeren wat zij meenen, dat moet gebeuren met het terrein. Aldus kunnen wij het voorstel in de volgende vergadering behandelen. De Voorzitter. Verlangt iemand hoofdelijke stemming over het voorstel van den heer Fokker om de behandeling van punt 20 uit te stellen? De heer Roem. Ja. mijnheer de Voorzitter! De Voorzitter. Mijn persoonlijk gevoelen is om de zaak nu te behandelen. Men kan vragen, waarom Burgemeester en Wethouders niet op de vraag zijn ingegaan en door't uitstel zal eenvoudig blijken, dat Burgemeester en Wethouders geen definitieve beaantwoording kunnen geven. Wij hebben reeds in de stukken medegedeeld, wij kunnen nu niet stellig zeggen, wat de bestemming van het land zal zijn. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van den heer Fokker wordt in stemming ge bracht en aangenomen met 23 tegen 7 stemmen. Vóór stemmen de heerenBots, de Boer, Reimeringer, van Tol, Vergouwen, P. J. Mulder, Zwiers, Bosch, Fockema An dreae, de Vries, Korevaar, Pera, van Hamel, Sijtsma, van Gruting, van der Eist, Timp, A. Mulder, van Hoeken, Fokker, Wildeboer, Corts en Driessen. Tegen stemmen de heeren: Roem, Hartevelt, Briët, Aal berse, Kerstens, Meuleman en van der Lip. Aan de orde is derhalve: XIII. Verzoeken van N- van der Walle c.s. en van J. Verwey de Winter om bestendiging van de door hen tot dusver genoten verhooging van wedde wegens het bezit der akte Teekenen of Gymnastiek. I (Zie Ing. St. n°. 47).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1909 | | pagina 7