GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
53
INOEKOIEE]^ STUKKEN.
N°. 93. Leiden, 30 Maart 1909.
Bij onze voordracht van 12 Maart j. 1. (opgenomen onder
No. 77 der Ingekomen Stukken) werd u voor de betrekking
van onderwijzer aan de openbare school der 4e klasse No. 1,
als No. 1 ter benoeming voorgedragen de heer L. B. A. Rolff,
onderwijzer te Medemblik.
De heer Rolll heeft ons echter bij zijn schrijven van den 18den
dezer medegedeeld, dat hij, wegens zijne benoeming tot onder
wijzer aan de school voor M. U. L. Onderwijs te Weesp, zijne
sollicitatie intrekt.
In verband hiermede hebben wij thans de eer u, in overleg
met den Arrondissements-schoolopziener, voor de benoeming
van een onderwijzer aan de openbare school der 4e klasse
N°. 1, ter vervanging van den heer L. van Asperen, de na
volgende nieuwe voordracht aan te bieden:
'1°. A. VAN WAMELEN, onderwijzer te Opheusden;
2°. W. F. THEMANS, onderwijzer te Ambt-Almelo;
3°. P. J. DOBBELAAR, onderwijzer te Ter-Neuzen.
Onder mededeeling, dat de desbetreffende stukken in de
Leeskamer ter inzage zijn nedergelegdverzoeken wij U thans
tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 94. Leiden, 30 Maart 1909.
Tegen de door Burgemeester en Wethouders bij Ingek.
St. no. 84 overgelegde begrootingsstaten, betreffende de be
taling aan J. Goedeljee van eene vordering over het jaar
1907, heeft de Commissie van Financiën geene bedenking.
Zij geeft U in overweging tot vaststelling van die staten
te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 95. Leiden, 30 Maart 1909.
Nadat door U in uwe vergadering van den 5en Maart van
het vorige jaar besloten was tot de uitbreiding van het krank
zinnigengesticht »Endegeest" met een afdeeling voor jeugdige
idioten, richtten wij ons bij adres van 22 Augustus d. a. v.,
onder overlegging van de vereischte plannen en situatieteeke-
ningen, tot Hare Majesteit de Koningin met het verzoek tot
de voorgenomen uitbreiding vergunning te willen verleenen.
Het gevolg daarvan was, dat wij een schrijven ontvingen
van Gedep. Staten, dat u hiernevens in druk wordt overge
legd. Uit dat schrijven blijkt, dat door Gedep. Staten omtrent
de door den Minister van Binnenl. Zaken in hunne handen
gestelde stukken het advies was ingewonnen van de Inspec
teurs voor het Staatstoezicht op Krankzinnigen en dat Gede
puteerde Staten onze beschouwingen omtrent het door de
Inspecteurs uitgebracht rapport wenschten te vernemen. Die
beschouwingen zijn door ons, onder terugzending van de
overgelegde stukken, aan Gedep. Staten medegedeeld, maar
hebben tevens een omwerking van de aanvankelijke plannen
ten gevolge gehad, die ons verplicht andermaal met een
voorstel te dezer zake tot u te komen.
Bij de Inspecteurs voor het Staatstoezicht op Krankzinnigen
en Krankzinnigengestichten was namelijk bezwaar gerezen
tegen de wijze, waarop in den afvoer van faecalien, huis-
wasch- en menagewater van de te bouwen idiotenafdeeling
zou worden voorzien. Die afvoer was namelijk gebaseerd op
het gewone beerput-rioleeringsstelsel, waarbij de afvalstoffen
in beerputten worden opgevangen en door middel van over-
storten in de naburige slooten worden geloosd. Aan een der
gelijk systeem nu konden de Inspecteurs niet langer hun goed
keuring hechten, en zij rieden aan in plaats daarvan toe te
passen het zoogenaamde irrigatie-stelsel, met afvoer der afval
stoffen naar aan te leggen bevloeiingsvelden. Zij gaven tevens
in overweging daaromtrent het advies in te winnen van de
Nederlandsche Heidemaatschappij, aangezien deze maatschappij
meermalen omtrent het aanleggen van bevloeiingsvelden advies
had uitgebracht, met dit gunstige gevolg dat thans reeds bij
verschillende gestichten dergelijke weiden in gebruik waren.
Wij hebben dezen wenk van de Inspecteurs ter harte
genomen, en de Nederl. Heidemaatschappij heeft welwillend
de haar gedane opdracht aanvaard.
Den 27en Februari 1.1. kwam daarop het advies der maat
schappij bij ons college in,nadat daaromtrent reeds vooraf tusschen
den technischen ambtenaar der maatschappij, den Directeur
van Gemeentewerken en den Geneesheer Directeur van Ende
geest van gedachten was gewisseld en het resultaat van een
en ander is geweest, dat thans de aan Hare Majesteit toege
zonden plannen overeenkomstig het uitgebracht advies in
dier voege zijn gewijzigd, dat het beerput-rioleeringsstelsel
is vervangen door het irrigatie-stelsel.
Dit nieuwe stelsel komt kort samengevat hierop neer, dat
alle faecalien, het huishoud-, keuken-, wasch- en regenwater
van de beide paviljoens en van het schoolgebouwtje zullen
worden opgevangen in een laag-reservoir bij het machinege
bouw van Endegeest en van daaruit door een stoompomp
zullen worden geperst in een laag-reservoir of sloot, die de
bevloeiingsvelden doorsnijdt. Uit die sloot stroomt dan de
vloeistof door middel van duikertjes op de verschillende velden,
gemiddeld 1400 M2 groot, waarna draineerbuizen de door
den grond gefiltreerde en gereinigde vloeistof weer afvoeren
naar de aangrenzende slooten die in gemeenschap staan met
Rijnlands boezem.
Als bevloeiingsterrein is gekozen een stuk weiland ten zuiden
van het idiotengesticht, groot 4300 M2, welk weiland hier
voor ongeveer Meter moet worden opgehoogd.
De kosten van den bouw zullen echter door deze wijziging
in de rioleering niet onbelangrijk worden verhoogd. De Heide-
Maatschappij, die reeds op tal van plaatsen in ons land dit
stelsel heeft ingevoerd, schat de kosten van aanleg van het
bevloeiingsterrein op f 2800.en die van het maken van
het pompreservoir, het aanschaffen van een stoompomp en
het leggen van de persleiding op f 2500 Rekent men
daar dan nog bij de hoogere kosten van de irrigatie-riolee-
ring boven die der beerput-rioleering, dan worden de hoogere
rioleeringskosten naar het bevloeiingssysteem boven die naar
het oorspronkelijke plan door de commissie van beheer in hun
geheel geschat op 8000.
Nog om een andere reden echter zullen de totaal-kosten
van den bouw der idioten-afdeeling eenigszins stijgen. Inder
tijd werden de opr ichtingskosten op grond van voorloopige
ontwerpen en globale ramingen geschat op f 200.000.
Sedert echter konden de ontwerpen worden uitgewerkt en
konden nauwkeuriger ramingen worden gemaakt. De aan
vankelijk aangenomen eenheidsprijs per M3 inhoudsruimte
bleek toen niet steekhoudend, en de kosten van de centrale
verwarming blijken uit de inmiddels ingekomen aanbiedingen
hooger te zijn, dan aanvankelijk, op grond van de kosten van
reeds in deze gemeente uitgevoerde installaties, mocht worden
aangenomen. In het geheel zullen dientengevolge de kosten
met 12000.— stijgen, welk bedrag, gevoegd bij de/8000.
waarmee de rioleeringskosten de oorspronkelijke raming zul
len overschrijden, de totaalsom der stichtingskosten met
f 20.000.zal verhoogen, en het bedrag daarvan dus zal
brengen op f 220.000.—.
Aangenomen dus, dat de plannen met de gewijzigde
rioleering de goedkeuring van de Regeering zouden erlangen,
dan zou toch nog niet tot den bouw kunnen worden overgegaan,
alvorens door Uwe Vergadering in een overschrijding der
stichtingskosten met f 20.000 zou zijn bewilligd. Immers bij
uw besluit van 5 Maart 1908 werd besloten tot den bouw
van een afdeeling voor jeugdige idiotenonder bepaling dat
de stichtingskosten niet meer zouden mogen bedragen dan
f 200.000. En niet alleen zal dit hoogere bedrag door Uwe
Vergadering moeten worden beschikbaar gesteld, maar ook zou
vooraf moeten blijken, dat de Provincie bereid zou blijven de door
haar toegezegde rentevergoeding van de kosten van op- en
inrichting te handhaven, ook wanneer de stichtingskosten tot
f 220.000 zouden stijgen.
Allereerst hebben wij ons daarom met laatstbedoelde vraag
tot Gedep. Staten gewend, en toen ons nu uit een schrijven
van dat college van 23/26 dezer de zekerheid was geworden,
dat de Provincie ook bij dat verhoogd kostenbedrag hare
toezegging gestand deed, hebben wij gemeend ook de goed
keuring van Uwe Vergadering van de gewijzigde plannen te
moeten aanvragen.
Immers eerst dan zullen wij definitief aan Gedep. Staten
kunnen berichten, dat de gemeente bereid is de door de Inspec
teurs van het Staatstoezicht noodig geachte wijzigingen in de
rioleering der afdeeling aan te brengen, wanneer Uwe Ver
gadering vooraf in de dientengevolge noodige verhooging der
stichtingskosten zal hebben bewilligd.
Wij geven U mitsdien in overweging uw besluit van 5
Maart 1908 in dien zin te wijzigen, dat de stichtingskosten
der idiotenafdeeling niet meer zullen mogen bedragen dan
220.000.—
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
's Gravenhage, den '14/18 September 1908.
Uw adres aan Hare Majesteit de Koningin om vergunning
tot uitbreiding van het krankzinnigengesticht »Endegeest"
met eene afdeeling voor jeugdige idioten werd door den