37
ontdekt wordt, worden de betrokken personen natuurlijk
dooi' ons uitgesloten.
Ook, zegt men, blijft het Comité zich niet beperken tot
de vaklieden, maar steunt ook losse werklieden en beroeps-
werkloozen. Deze beschuldiging is in baar algemeenheid
Onwaar Waar het Comité deze personen steunde, hadden
wc te doen met grensgevallen. Het is toch zeer moeielijk in
sommige gevallen te beslissen waar de opperman en grond
werker (de uiterste vleugels der vaklieden) ophoudt en de
losse werkman en sjouwer begint. Wij moesten echter een
beslissing nemen en deden dat naar ons beste weten. Wij
zullen echter zelf de laatsten zijn om te ontkennen, dat
daarbij wel eens misgetast is.
Het Comité steunde wijders alleen die gezinnen waar totaal
geen inkomsten waren. Kwam er door pensioen, verdienste
van kinderen of ouders of anderszins eenig geld in huis, dan
hebben wij bijna steeds onzen steun onthouden. Niet alzoo
bij hen die uit verzekeringskassen trokken, wij meenden dat
juist om de verzekering tegen de werkloosheid aan te moe
digen, in zulke gevallen volledigen steun moest worden verleend
En ten slotte is de weersgesteldheid ons allerminst gunstig
geweest. Telkens begon het te vriezen waardoor alle werk
weer stilstond en maar zelden hield de vorst zoolang aan,
dat er werk kwam op de ijsbanen Dan viel de dooi weer in
en meldden velen zich af; om een week later weer terug te
komen met het bericht, dat zij opnieuw »uitgevroren" waren.
De finantieele toestand is door dit alles zoo ongunstig ge
worden, dat wij deze afgeloopen week alle vrijgezellen en
ook de nog ondersteunde twijfelachtige grensgevallen van de
ondersteuning moesten uitsluiten
Het Comité meent hiermede haar adres voldoende te hebben
toegelicht; het spreekt de verwachting uit dat de lezing IJ
overtuigd zal hebben van de noodzakelijkheid van een ge
meentelijk subsidie en dat de gevraagde som werkelijk niet
te hoog is, wil het Comité, zij het op sobere wijze, doorgaan
met de lenigingen van de gevolgen, die de werkloosheid met
zich brengt.
De Secretaris:
J. Draaijep.
N°. 62. Leiden, 22 Februari 1909.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat. indien de Raad besluit tot de door Burgemeester en
Wethouders voorgestelde verbouwing en uitbreiding der
Jongensschool 2e klasse, (Ing. St. n°. 44), zij geene bedenking
heeft tegen de wijze waarop Burgemeester en Wethouders
voorstellen in de daaraan verbonden kosten te voorzien.
Zij adviseert U in dat geval tot vaststelling van den over-
gelegden begrootingsstaat te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 63. Leiden, 23 Februari 1909.
Het u bekende verzoek van Alex Nerincx te Bergen op
Zoom om ontheffing of vermindering van de hem opgelegde
boete (zie pag. 9 der Handelingen van dit jaar) is, naar wij
meenen, niet voor inwilliging vatbaar. Uit door Commissaris
sen der fabrieken van G. en E. verstrekte inlichtingen, in de
Leeskamer ter inzage neergelegdis ons namelijk gebleken
dat aan adressant bij een strikte toepassing der besteksbepalin
gen. wegens 64 dagen te late oplevering, een boete had kun
nen worden opgelegd van 64 X /20.d. i. ƒ1280.En ook
indien men rekening wil houden met de werkstaking, welke
bij den onder-aannemer der firma Nerincx was uitgebroken,
dan nog zou de boete 34 X ƒ20.— of 680.—hebben moeten
bedragen. Toch is door commissarissen slechts een boete
opgelegd van 26 X ƒ20 of f 520.—.
Hoe nu zijn commissarissen tot dit bedrag gekomen?
Commissarissen hebben gemeend slecht die dagen wegens
te late oplevering te mogen in rekening brengen, die nog
verloopen zijn, nadat de fabriek met de werkzaamheden, die
zij voor haar eigen rekening had genomengereed was.
Immers toen de Directie bemerkte, dat de firma Nerincx met
baar werk ten achter bleef, heeft zij zelf zich ook niet gehaast
maar eerst nog verschillende werkzaamheden in de stad doen
uitvoeren. Toch verliepen er, nadat alles van wege de gas
fabriek gereed was, nog 30 dagen alvorens adressant zijn
werk opleverde. Na aftrek der 4 daaronder begrepen Zon
dagen, moest dus voor 26 dagen boete berekend worden.
Uit het bovenstaande blijkt dat tegenover adressant
een zeer tegemoetkomende houding is aangenomen, zoodat
alleen daarom reeds van een verdere reductie der toegepaste
korting moeielijk sprake zou kunnen zijn. Maar daarvoor kan
te minder reden bestaan, wanneer men bedenkt, dat de ge
meente door de te late oplevering ook geldelijk nadeel heeft
geleden. Er is door de te late oplevering der nieuwe zuiver-
kisten meer aan materiaal en arbeidsloon uitgegeven dan
anders het geval zou zijn geweest. De uit dezen hoofde
geleden schade wordt door commissarissen op ten minste
400.geschat
Eindelijk zou nog verdere vermindering van de boete ook
onbillijk zijn tegenover andere aannemers, die allicht, indien
de opleveringstermijn langer ware geweest, lager zouden
hebben ingeschreven.
Om al deze redenen geven wij U dan ook in overweging
afwijzend op het verzoek van Alex Nerincx te beschikken.
Aan den Gemeenteraad. Burg en Weth. van Leiden.
No. 64. Leiden, 23 Februari 1909.
Tegen de door Burgemeester en Wethouders bij Ing. St.
no. 54 voorgestelde verhooging van verschillende posten der
gemeente-begrooting dienst 1908 bestaat bij de Commissie
van Financiën geene bedenking.
Zij adviseert U derhalve, tot. vaststelling van den overge-
legden begrootingsstaat, groot 24538.01 te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 65. Leiden, 23 Februari '1909.
Bij de Commissie van Financien bestaat geen bezwaar tegen
den door Burgemeester en Wethouders voorgestelden verkoop
van gedeelten berm langs de Haarlemmertrekvaart aan
C. Immerzeel te Noordwijkerhout en aan Mevrouw de Douai
rière van Lijnden, geb. van Pallandt, te Lisse. (Ing. St.
nos. 56 en 57)
Zij geeft U in overweging dienovereenkomstig te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.