GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
29
N°. 54.
INGEKOMEN STI KKEN.
Leiden, '18 Februari 1909.
Wij hebben de eer U hierbij over te leggen een supple-
toiren begrootingsstaat, dienst 1908, strekkende tot ver
hooging van de navolgende uitgaafposten der gemeentebe-
grooting.
Volgn. 75. Kosten van uitgifte van het steno
grafisch verslag der Handelingen van den Gemeen
teraad met de Ingekomen Stukkenf 139,65
Voor drukkosten boven die van het gecontrac
teerde minimum aantal pagina's van 240 en voor
de benoodigde herdrukken van sommige vellen is
een bedrag van f 139,65 méér noodig gebleken dan
geraamd was.
Volgn. 81. Kosten van verteringen ten behoeve
van het huishoudelijk bestuur en van Commissiën 22,91
De kosten over 1908 waaronder die van de
ontvangst der leden van het Taal- en Letterkundig
Congres bedragen f 422,91zij waren geraamd
op f 400,
Volgn. 91. Kosten van toezicht en van invorde
ring der plaatselijke belastingen.
b. Veranderlijke belooningen48,44
Aangezien de hondenbelasting f 1211,méér
heeft opgebracht dan geraamd werd, moet deze
post met 4% van dit bedrag, ten behoeve van de
uitkeering aan den ambtenaar belast met het toe
zicht op de invordering dezer belasting, worden
verhoogd.
Volgn. 95. Belooning der schatters en her-
schatters van de huurwaarde der localiteiten, bestemd
voor de uitoefening van den kleinhandel in sterken
drank32,50
De schattingskosten bedragen over 1908 f342,50;
de raming was f 310.
Volgn. 91. Belooningen van de inspecteurs
dienaars en verdere beambten van politiemits
gaders van de veldwachters 227.606
De uitbreiding van het politiecorps met 2 adjunct
inspecteurs, krachtens raadsbesluit van 9 Januari
1908, op eene bezoldiging van f 750,voor ieder,
zou een hoogere uitgaaf hebben geëischt van ongeveer
f1500,—Wegens een overschot op de overige onder-
deelen van dit artikel, kan evenwel met eene ver
hooging van f 227.605 worden volstaan.
Volgn. 134. Jaarwedden der onderwijzers Lager
Onderwijs)15460.94
De nieuwe regeling der jaarwedden van de
onderwijzers bij de verordening van 12 Maart 1908
goedgekeurd door Ged. Staten den 22/29 Sep
tember 1908 vorderde een hoogere uitgaaf van
f 14292.88s.
Overigens eischte de in dienststelling van tijdelijk
personeel f 3500 méér dan waarop bij de begrooting
was gerekend. Dit laatste bedrag werd niet ten volle
gedekt door overschotten op andere onderdeelen
van dit artikel, zoodat uit dezen hoofde de post
nog met f 1168.056 moet worden aangevuld. Het
totaal bedrag der verhooging bedraagt derhalve
f 14292.88s 1 4168.05s f 15460.94.
Volgn. 135. Vergoeding of tegemoetkoming aan
onderwijzers voor huishuur. i> 296,25
Na het opmaken der begrooting voor 1908
verkregen nog een 8-tal onderwijzers wegens
huwelijk aanspraak op de tegemoetkoming in de
huishuur. De post moet dientengevolge met f 296.25
worden verhoogd.
Volgn. 144. Kosten van de Commissie tot wering
van Schoolverzuim0.85
De administratiekosten der Commissie over
1908, geraamd op f 25.—, bedroegen f 25.85.
Volgn. 150. Kosten van de middelbare scholen.
a. Jaarwedden der leeraren en onderwijzers323.34
De tijdelijke voorziening in de lessen in het
Hoogduitsch aan de H. B. School voor jongens, ten
gevolge van het wegens ziekte aan den leeraar
J. Yerwer verleend verlof, vorderde een uitgaaf
van f 325.
Wegens een klein overschot op de andere onder
deelen van dit artikel is eene verhooging met
f 323.34 voldoende.
Volgn. 166. Kosten van de gemeente-apotheek.
b. Belooning van den apotheker en van de be
dienden504.82
Wegens ziekte van de beide assistenten is de in
dienst stelling van tijdelijke hulp noodig gebleken.
De post moet dientengevolge met bovenstaand
bedrag worden aangevuld.
Volgn. 167. Kosten van ziekenverpleging 3383,25
De verplegingskosten van stadspatienten in het
Ziekenhuis der Rijks-Universiteit bedroegen over
1908 f 14327,25, en overschrijden derhalve den op
f10944,geraamden post met f3383,25.
Volgn. 168. Kosten van overbrenging, plaatsing
en verpleging van arme krankzinnigen 3741,095
De bovenbedoelde kosten bedroegen over 1908
1 47571,095; de raming was f43830.
Volgn. 191. Bijzondere aflossing van eenige uit
buitengewone ontvangsten bekostigde werken. 178,18
Op de begrooting voor 1908 moet nog worden
geregeld de (le) aflossing van de hoogere kosten
der electrische verlichtings-installatie in de Ge
hoorzaal, ingevolge raadsbesluit van 22 October
1908, ten bedrage van Vs van f890,895.
Deze post moet derhalve met f 178,18 worden
verhoogd.
Volgn. f208. Aankoop van rentegevend goed178,18
In verband met de voorgestelde verhooging van
volgn. 191 tot gelijk bedrag.
Het totaal bedrag der bovenstaande verhoogingen is ƒ24538,01
Tot dekking van de hoogere kosten op volgn. 134 strekken
in de eerste plaats de belangrijk hoogere Rijksbijdrage in de
jaarwedden der onderwijzers bij het lager onderwijs en een
gedeelte der hoogere opbrengst van den hoofdelijken omslag,
overeenkomstig het besluit Uwer Vergadering bij de vast
stelling van het kohier voor 1908 genomen. Overigens kunnen
de voorgestelde hoogere uitgaven worden bestreden uit de
hoogere opbrengst van vei schillende andere begrootingsposten.
Dienovereenkomstig wordt voorgesteld te verhoogen
Volgn. 19. Marktgeldmet f 2127.—
Volgn. SI. Weegloonen en plaatsgelden 860.
Volgn. S3. Heffingen aan het Openbaar
Slachthuis1180.
Volgn. S5 Schoolgelden; a. voor lager onderwijs 332 83
Volgn. 35. Hoofdelijke omslag1490.
Volgn. 36. Belasting op de honden1211.—
Volgn. 38. Uitkeering van het Rijk over-
komstig art. 1 der Wet van 24 Mei 1897
(Stbl. no. 156)380.
Volgn. 40. Vergoeding van het Rijk krach
tens art. 48 sub 1 der Wet op het Lager
onderwijs11975.—
Volgn. 44. Bijdrage van het Rijk voor het
Gymnasium600.
Volgn. 45. Subsidiën van het Rijk en de
Provincie in de kosten van verpleging van
arme krankzinnigen3104.
Volgn. 52. Pensioensbijdragen van gemeente
ambtenaren 1100.
Volg. 57. Ontvangst ter zake van aflossing
op hypotheken en obligatiën178,18
f 24538,01
Wij geven u thans in overweging tot de vorenstaande
verhoogingen te besluiten, door vaststelling van den hierbij
overgelegden suppletoiren begrootingsstaat.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 55.
Leiden, 18 Februari 1909.
Burg. en Weth. meenen zich over het voorstel van den
Heer Aalberse en de motie van den Heer Fokker, ingediend
in Uwe Vergadering van 4 dezer, van een bepaald praeadvies
te moeten onthouden, doch stellen er niettemin prijs op, in
de gelegenheid te zijn hun oordeel in het algemeen over het
door die beide raadsleden voorgestelde, nog vóór de stemming
te kunnen uitspreken.
En dan stellen zij op den voorgrond, dat de indiening van
die voorstellen, vooral om de formuleering, door hen wordt
betreurd. Indien al zoodanig onderzoek noodzakelijk ware,
omdat meer bijzonder eene vergelijking van de wijze van
exploitatie van ons Slachthuis met die van Slachthuizen in
andere plaatsen, voor het beoogd doel dienstig moge zijn
wat wij betwisten dan nog komt de hiertoe door de
voorstellers gekozen weg niet aanbevelenswaardig voor. Immers,
het verlangd onderzoek had toch ook van ons college en, in
ieder geval, van de commissie voor het Slachthuis kunnen
zijn gevraagd. Indien maar de opdracht scherp ware omschreven,