27
ningen bij het College van B. en W. en bij den Gemeenteraad
heelt voorgezeten,
dat daarenboven de onthouding dier gelden, waaromtrent
bij geen enkele oproeping of benoeming ooit is gebleken, dat
zij sleéhts tijdelijk zouden zijn, onbillijk mag geacht worden,
redenen, waarom zij Uw Raad beleefd verzoeken, bijaldien
de letter van genoemd art. 19 der verordening van 12 Maart
1908 zich tegen de steeds gevolgde toepassing verzet, aan dat
art. 19 een bepaling met terugwerkende kracht toe te voegen,
waardoor hun het genot der bovenbedoelde gelden ook bij de
thans geldende verordening blijft gewaarborgd.
Zij hebben de eer, de gronden, waarop hun verzoek steunt,
in bijgaande Memorie van Toelichting, nader uiteen te zetten.
Hetwelk doende,
van UEdelachtb. de dw. dienaren
N. v. d. Walle.
H. M. Klaver.
J. M. Vos Jz.
H. T. van Urk.
Leiden, 20 Januari 1909.
Aan de Edelachtbare Heeren, den Raad der
gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de ondergetee-
kende Johannes Verwey de Winter, onderwijzer plaatsvervan
gend Hoofd aan de Openbare School der 3e klasse no. 1,
dat hij kennis genomen heeft van het aan U, Edelachtbaren,
gericht adres met memorie van toelichting der HeerenN. van
der Walle, H. M. Klaver, J. M. Vos Jz, en H. T. van Urk,
dat ook hem bij de uitbetaling van zijn salaris op den 2en
Dec. j.l. gebleken is, dat zijn jaarwedde met 75 verminderd
is, gelden die hij sinds 1882 genoten heeft, aangezien ook hij
in het bezit is der acten voor het teekenen en de gymnastiek
dat de Gemeenteraad bij de vaststelling dei' Verordening
van den 12en Maart 1908 bepaald heeft, dat de jaarwedde
van den onderwijzer plaatsvervangend hoofd ƒ100 meer zal
bedragen dan zijn maximum jaarwedde als onderwijzer volgens
deze regeling bedraagt,
dat hij, overeenkomstig dezelfde gronden als in bovenge
noemde memorie van toelichting uiteengezet is, meent, dat
hij als onderwijzer op een jaarwedde van ƒ1375 zou mogen
aanspraak maken en mitsdien als plaatsvervangend Hoofd op
eene van ƒ1475
redenen waarom hij beleefd verzoekt, dat de Raad besluite,
dat laatstgenoemd tractement hem uitgekeerd wordt.
't Welk doende enz.
TJEdelachtb. dienstw. dienaar
J. Verwey de Winter.
Leiden 20 Januari 1909.
N°. 48. Leiden, 5 Februari 1909.
Op 30 April a.s. loopt de huur ten einde van het perceel
Oude Singel N°. 34, laatstelijk krachtens raadsbesluit van 5
Maart 1908 voor den tijd van één jaar verhuurd aan J. N.
M. Hartwijk, alhier, voor ƒ198.per jaar.
De huurder is krachtens het loopende huurcontract weder
voor één jaar gebonden, aangezien hij de huur niet vóór
1 Februari heeft opgezegd. En waar nu ook bij ons college
tegen eene verlenging van de huur met een jaar geen be
zwaar bestaat, geven wij U in overweging het perceel aan
den Ouden Singel 34 weder, met ingang van 1 Mei a.s
voor den tijd van één jaar te verhuren aan J. N. M. Hartwijk
voornoemd, voor ƒ198.per jaar, en verder onder de be
staande voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 49. Leiden, 6 Februari 1909.
Krachtens Raadsbesluit van 17 Mei 1906 werd aan H. L.
Speel, koffiehuishouder alhier, het stukje grond aan de Boom-
markt, waarop hij een kiosk heeft geplaatst, verhuurd voor
den tijd van 3 jaar, ingaande 1 Mei van dat jaar. Deze huur
eindigt dus op 30 April a. s.
De huurder heeft echter het verlangen te kennen gegeven
om de huur weder voor 3 jaar te verlengen en onzerzijds
bestaat daartegen geen bezwaar.
Mitsdien geven wij u in overweging het bovenbedoeld stukje
grond aan de Boommarkt met ingang van 1 Mei a. s. weder
voor den tijd van 3 jaar te verhuren aan H. L. Speel voor
noemd, voor de som van ƒ125.per jaar en overigens onder
de bestaande voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°: 50. Leiden, 12 Februari 1909.
Evenals in vorige jaren is door het Bestuur van het Genoot
schap »Mathesis Scientiarum Genitrix" wederom het verzoek
tot ons gericht om kosteloos gebruik te mogen maken van
eenige lokalen van de gehoorzaal, gedurende de week van 3
tot en met 9 Mei a. s., voor de tentoonstelling van door de
leerlingen vervaardigde teekeningen en voor het houden der
jaarlijksche algemeene vergadering.
Aangezien bij ons college tegen de inwilliging van het ver
zoek geen bezwaar bestaat, geven wij U in overweging ops
te machtigen de benoodigde lokalen kosteloos aan het genoot
schap ten gebruike af te staan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 51. Leiden, 12 Februari 1909.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van het Bestuur
der Zondagsschool »de Graankorrel", om gebruik te mogen
maken van nog een lokaal der Openbare school 3e klasse
N°. 2, bestaat bij ons geen bezwaar.
Mitsdien 'geven wij Uwe Vergadering in overweging aan
het Bestuur der Zondagsschool »de Graankorrel" tot weder-
opzeggens toe vergunning te. verleenen, om kosteloos gebruik
te maken van een derde lokaal der Openbare school 3è klasse
no. 2, aan de van der Werfstraat, des Zondags van half een
tot half twee, onder dezelfde voorwaarden waaronder het
gebruik der beide andere lokalen is toegestaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geven met verschuldigen eerbiedt te kennen het bestuur
der Zondagschool »de Graankorrel" opgericht van wege den
Chr. Nat. Werkmansbond voor Leden der Ned. Herv. Gem.
te Leiden.
Verzoeken, dat hun ten behoeven van bovengenoemde Zon
dagschool kosteloos worde toegestaan het gebruik van een
derde Locaal van de Lager School 3e kl. No. 2 van der
Werfstraat 72
Hoofd den Heer M. van Wamelen.
Namens het bestuur der Zondagschool,
P. de Bruyn, Voorz.
J van der Spek, Secrt.
Heerengracht 128.
Leiden 20 Januari 1909.
N°. 52. Leiden, 16 Februari 1909.
Bij Raadsbesluit van 2 April 1903 (Zie Ingek. Stukk. n°. 77)
werd besloten de perceeltjes bij de Hooglandsche Kerk.
vroeger in gebruik bij het Rijk ten behoeve van de inning
der accijnzen en bij de gemeente ten behoeve van de vee-
en vleeschkeuring, aan de gemeente-commissie van het
Nederd. Hervormd Kerkgenootschap te verkoopen, onder
bepaling, dat die koop zou komen te vervallen, indien de
gebouwtjes niet vóór 1 Mei 1909 in hun geheel zouden zijn
opgeruimd.
Thans is, zooals u bekend is, in de vergadering van den
21en Januari 1.1. een verzoek ingekomen van den architect
Jesse om op bovengenoemde ontbindende voorwaarde terug
te komen en dus goed te keuren dat het gebouwtje naast de
zuidelijke zijbeuk van de kerk vooreerst niet wordt afgebroken.
Adressant meent, dat het gebouwtje op zich zelf zoo aange
naam aandoet, dat het de grootheid van de kerk zoo goed
doet uitkomen, dat het niemand in den weg staat en dat er
door de afbraak niets gewonnen wordt. En dit verzoek heeft
steun gevonden bij de Provinciale Zuid-Hollandscbe Archae-
ologische commissie die, behalve om de door adressant aan
gevoerde redenen, ook daarom op het behoud der huisjes
aandringt, omdat deze als goed voorbeeld van eenvoudige
architectuur en als schepping van den verdienstelijken Leidschen
bouwmeester W. van der Helm verdienen te worden gespaard.
Ook hier is ongetwijfeld weder het »De gustibusetc."
van toepassing. Maar bovendien schijnt het bij ons ingekomen