GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
'23
INCiEKOiaEN STUKKEN.
N°. 37. Leiden, 1 Februari 1909.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat de door Burgemeester eri Wethouders bij lug. St. n°. 23
voorgestelde nieuwe regeling der heffing van belastingen aan
het Openbaar Slachthuis bij haar geen bezwaar ontmoet en
dat, indien de Raad besluit tot aanstelling van een derden
veearts aan het Openbaar Slachthuis, zij geene bedenking heeft
tegen den daartoe betrekkelijken begrootingsstaat
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 38. Leiden, 1 Februari 1909.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te dee
len, dat zij geene bedenking heeft tegen den door Burge
meester en Wethouders, bij Ing. St. n° 27, voorgestelden aan
koop van 4 perceeltjes aan de 4e Binnenvestgracht, voor de
som van 1150,—.
Zij adviseert U dienovereenkomstig te besluiten, zoomede
tot, vaststelling van den overgelegden begrootingsstaat, waarbij
wordt voorgesteld de kosten van aankoop dier perceeltjes uit
buitengewone middelen te bestrijden.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 39. Leiden, 1 Februari 1909.
Tegen de door Burgemeester en Wethouders bij Ing. St.
n° 28 voorgestelde verhooging der begrooting dienst 1909 met
250000,ten behoeve van de versterking van den post
«Tijdelijke geldleening ter voorziening in de behoefte aan
kasgeld", heeft de Commissie van Financiën geene bedenking.
Zij adviseert U derhalve tot vaststelling van den overge
legden suppletoiren begrootingsstaat te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 40. Leiden, 3 Februari 1909.
Met 14 Maart a.s. eindigt de huur van het perceel aan de
Lokhorststraat no. 20, laatstelijk krachtens raadsbesluit van
15 Februari 1906 voor den tijd van drie jaren verhuurd aan
de wed. F. van der Kloot geb. P. Rijnsburger, voor ƒ100.
per jaar.
Aangezien de huurster het verlangen heeft te kennen gegeven
dit perceel weder voor drie jaren onder dezelfde voorwaarden
te mogen inhuren, en daartegen bij ons college geen bezwaar
bestaat, geven wij u in overweging het perceel aan de Lok
horststraat no. 20 opnieuw, met ingang van 15 Maart a.s.
voor drie jaren te verhuren aan de wed. F. van der Kloot
geb. P. Rijnsburger, voor ƒ100.— per jaar en verder onder
de bestaande voorwaarden.
Aan derr Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 41. Leiden, 3 Februari 1909.
Op 14 April a s. eindigt de huur van het perceel Lokhorst
straat no. 18, laatstelijk krachtens raadsbebesluit van 5 Maart
1908 voor den tijd van één jaar, voor 130 per jaar. verhuurd
aan C. M. van Halderen, alhier.
Aangezien de huurder wegens het niet-opzeggen van de
huur vóór 15 Januari j.l. weder voor één jaar gebonden is
en ook onzerzijds tegen een verlenging van de huur met een
jaar geen bezwaar bestaat, geven wij U in overweging het
perceel aan de Lokhorststraat no. 18 opnieuw voor één jaar,
ingaande 15 April a. ste verhuren aan C. M. van Halderen
voornoemd, voor ƒ130 per jaar en verder onder de bestaande
voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 42. Leiden, 3 Februari 1909.
Wij hebben de eer U mede te deelen dat het door ons krachtens
Raadsbesluit van 21 Januari 1.1. namens Uwe Vergadering met
den Districts-Schoolopziener geopend overleg inzake de over
plaatsing van het Hoofd der School 3e klasse rio. 2 naar de
nieuwe school aan de Decimastraat, den Districts-Schoolopziener
geleid heeft tot het schrijven, dat wij u hierbij in afschrift
overleggen.
Aangezien daaruit blijkt, dat ook bij den heer schoolopziener
tegen de inwilliging van het verzoek van den heer van
Wamelen geen bezwaar bestaat, geven wij. U thans in
overweging te besluiten het hoofd der school 3e klasse no. 2,
met ingang van een nader door ons college te bepalen datum,
aan het hoofd te stellen der nieuw op te richten school 3e
klasse no. 8, aan de Decimastraat.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
's-Gravenhage, 30 Januari 1909.
Hoewel in het algemeen geen voorstander van het over
plaatsen van schoolhoofden in gelijken rang, kan ik mij niettemin
in sommige gevallen daarmede vereenigen, te meer' waar
overplaatsingen, als de genoemde in Uwe gemeente, tot de
uitzonderingen behooren.
Zoo komt het mij voor, dat er aanleiding is om te voldoen
aan het verzoek van het hoofd der school aan de Van-der-
Werlstraat, den heer M. van Wamelen, tot overplaatsing als
hoofd naar de school aan de Decimastraat.
De heer van Wamelen, die thans ongeveer 6^ jaar aan het
hcofd zijner tegenwoordige school staat, is eveneens bij mij
gunstig bekend, zoodat hij, ook naar mijne meening, voor het
organiseeren der nieuwe school zeer geschikt zal zijn.
Ik heb derhalve de eer. Uw College te verzoeken den
Gemeenteraad te willen mededeelen, dat bij mij geen bezwaar
bestaat om den heer M. van Wamelen ingevolge art. 29 lid 7
der Wet op het Lager Onderwijs zonder voordracht over te
plaatsen aan het hoofd der school aan de Decimastraat.
De Schoolopziener in het district 's-Gravenhage,
R. v. Goens.
Den Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.
N°. 43. Leiden, 3 Februari 1909.
Bij schrijven van 20 October 1908 werd ons door curatoren
van de Rijks-Universiteit alhier gevraagd of en, zoo ja, in
hoeverre ons college bereid was zijn medewerking te verleenen
tot het treffen van een regeling, waarbij de hulpmiddelen van
het openbaar slachthuis zouden kunnen worden dienstbaar
gemaakt aan het onderwijs in de vergelijkende pathologie
aan de universiteit.
Aangezien nu noch bij de commissie voor het slachthuis,
noch bij ons college tegen het treffen van een dergelijke
regeling bezwaar bestond, mits daarbij slechts voldoende met
de belangen van de gemeente en van de gebruikers van het
slachthuis zou worden rekening gehouden, antwoordden wij
volgaarne bereid te zijn een dergelijke regeling te bevorderen,
wanneer het Rijk van zijn kant een billijke vergoeding zou
willen geven voor de diensten, hem door de gemeente bewezen.
Bij schrijven van 22 December 1.1. verklaarden daarop cura
toren door den Minister van Binnenl. Zaken gemachtigd te zijn
tot het aangaan van een overeenkomst, als door ons bedoeld,
en waarbij het bedrag der jaarlijks door het Rijk aan de
gemeente te betalen vergoeding zou worden bepaald op
ƒ300,—. Tevens verzochten zij ons hun een ontwerp-contract
te willen doen toekomen. Eindelijk den len Februarij.l. deelden
curatoren ons mede zich, behoudens enkele wijzigingen van
ondergeschikten aard. met het hun toegezonden ontwerp-
contract, dat vooraf ook de goedkeuring der commissie van
het slachthuis had mogen verwerven, te kunnen vereenigen,
zoodat thans, behoudens de nadere goedkeuring Uwer Ver
gadering, tot het sluiten der overeenkomst, kan worden
overgegaan.
Op grond van het bovenstaande geven wij u dus in over
weging ons college te machtigen de navolgende overeenkomst
met curatoren der Rijks-Universiteit, alhier, aan te gaan:
Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden, hande
lende ten deze ter uitvoering van het besluit van den Raad
dier gemeente van F ebruari 1909, ter eene, en Curatoren der
Rijks-Universiteit te Leiden, daartoe gemachtigd door den
Minister van Binnenlandsche Zaken bij beschikking van 15
December 1908 no. 7838, afdeeling Hooger en Middelbaar
Onderwijs, ter andere zijde, zijn overeengekomen als volgt: