19 Vleesch, door beurtschippers ingevoerd, die hunne ligplaats hehben aan de Vischmarkt, den Nieuwen Rijn, den Ouden Rijn, of de Aalmarkt, moet langs Aalmarkt, Boommarkt, Kort RapenburgPaardensteegBlauwpoortsbrugSteenstraat, RijnsburgerbrugRijnsburg ersingel, Maresirigèl naar het Openbaar Slachthuis gebracht worden. Bij stremming van het verkeer op een der in dit artikel genoemde wegen wordt door Burgemeester en Wethouders een andere weg aangewezen. Ieder, die vleesch in de gemeente invoert, moet voorzien zijn van eene duidelijke, schriftelijke aanwijzing van den per soon, door wien het vleesch is verzonden en van den persoon, voor wien het bestemd is, en is verplicht deze aanwijzing op de eerste vordering van de ambtenaren, belast met de opspo ring van overtredingen dezer verordening, te vertoonen. Van de bepaling bedoeld in het eerste lid van dit artikel is vrijgesteld het vleesch, dat per spoor of op de wijze om schreven in art. 5 litt. c wordt doorgevoerd en dat, hetwelk per postpakket wordt ingevoerd. Artikel 7. Het ingevoerde vleesch zal in het keuringslokaal zoo spoe dig mogelijk, tegen betaling van het verschuldigde rechtdoor den vervoerder, worden gekeurd en op de wijze, door Burge meester en Wethouders te bepalen, van door hen vast te stellen stempelmerken voorzien. Het keuringslokaal is geopend op door Burgemeester en Wethouders vast te stellen tijden. Is het bij aankomst van het vleesch gesloten, dan is de vervoerder verplicht op het Openbaar Slachthuis te wachten tot het geopend is, tenzij hij verkiest het tot aan de open stelling op het Slachthuis kosteloos in bewaring te geven. Artikel 8. De bepalingen van de artikelen 5, 6 en 7 zijn, onvermin derd de reeds genoemde uitzonderingen, niet toepasselijk: o. op vleesch, ingevoerd bij hoeveelheden van ten hoogste 5 K.G., voorzoover niet bestemd middellijk of onmiddellijk voor vleeschverkoopers, hotelhouders, herbergiers, restaura teurs, koks of tafelhouders, mits dit vleesch niet wordt inge voerd, vervoerd of tehuis bezorgd door vleeschverkoopers of hun bedienden of door personen, die van vleeschverkoopers middellijk of onmiddellijk den last daartoe ontvangen hebben, of wel door hen, die middellijk of onmiddellijk bij het bedrijf van vleeschverkooper betrokken zijn. b. op toebereid vleesch, verpakt in kisten of vaten, welke op verzoek van den vervoerder, vóór het vervoer van de los plaats, door of van wege den Directeur verzegeld zijn, mits zij binnen den tijd van zes maanden in ongeschonden toestand met hun inhoud aan het keuringslokaal op het Openbaar Slachthuis ter keuring worden aangeboden, of indien wordt bewezen, dat zij in ongeschonden toestand naar een adres buiten de gemeente zijn verzonden. c. op toebereid vleesch, verpakt, ingevoerd en verkocht in hermetisch gesloten blikken of flesschen Aan personen, die niet middellijk of onmiddellijk bij het bedrijf van vleeschverkooper betrokken zijn, kan door Burge meester en Wethouders tot wederopzeggens vergunning wor den verleend tot invoer van reuzel, vet en varkenshuiden niet voor menschelijk gebruik bestemd, zonder inachtneming van de artikelen 5, 6 en 7, onder verplichting om het rechtstreeks te doen vervoeren naar hun fabriek of werkplaats. Artikel 9. Behoudens den invoer van vleesch, bedoeld in artikel 8, mag geen versch vleesch worden ingevoerd dan a. bij geheele of halve dieren; in dit geval moeten de vliezen zich aan het vleesch bevin den, terwijl hart, longen, lever, milt, nieren, wat vrouwelijke dieren betreft, uiers en baarmoeder, en, wat paarden betreft, de kop, tot na de keuring aan het ingevoerde halve dier, of aan één, of aan de beide helften van het ingevoerde geheele dier, of wel aan het in zijn geheel ingevoerde dier met de natuurlijke hechtmiddelen bevestigd moeten blijven en boven dien geen enkele lymphklier uit het vleesch of de genoemde deelen verwijderd mag zijn. b. runder- en kalfstongen, kalfszwezerikken, koppen, borst en buikingewanden en nieren van vee; c. spieren, ossehazen, niervetlamscoteletten en lamsbouten, mits die afkomstig zijn van dieren, in een openbaar gemeente lijk slachthuis in ons land geslacht en aldaar vóór en na de slachting goedgekeurd en ten bewijze daarvan vergezeld van een bewijs van goedkeuring afgegeven, en voorzien van goed- keuringsmerken aangebracht door daartoe bevoegde ambte naren aan die slachthuizen, of wel afkomstig uit die slacht huizenwaar op grond van de voorschriften van de wet van 16 Juli 1901 (Stbl. no. 211), houdende bepalingen betreffende de keuring van voor uitvoer bestemd vleesch, van rijkswege keuringsdiensten zijn ingesteld, mits dit vleesch voorzien zij van gbèdkeuringsmerken door bevoegde ambtenaren aange bracht en vergezeld van bewijzen van goedkeuring, door die ambtenaren afgegeven. Aan bepaalde personen kan, wanneer tengevolge van maatregelen krachtens de wet van 20 Juli 1870 (Stbl. no. 131), het niet mogelijk is geheele of halve dieren met de onder a genoemde deelen, op de aangegeven wijze aan het vleesch bevestigd, in te voeren, door Burgemeester en Wet houders tot wederopzeggens vergunning gegeven worden het vleesch zonder die deelen in te voeren, mits het afkomstig zij van dieren, in een openbaar gemeentelijk slachthuis in ons land geslacht, en aldaar vóór en na de slachting goedgekeurd, en ten bewijze daarvan vergezeld van een bewijs van goed keuring, afgegeven en voorzien van goedkeuringsmerken, aan gebracht door daartoe bevoegde ambtenaren aan die slacht huizen. Bovendien kan door Burgemeester en Wethouders aan be paalde personen, echter alleen dan, wanneer bijzondere om standigheden dit wenschelijk maken, tot wederopzeggens vergunning gegeven worden tot den invoer van kleinere stukken versch vleesch dan geheele of halve dieren, mits af komstig uit een der openbare gemeentelijke slachthuizen in ons land en vergezeld van het bewijs van goedkeuring en voorzien van goedkeuringsmerken in het vorige lid van dit artikel nader omschreven, of wel afkomstig uit de andere slachthuizen, genoemd in het eerste lid van dit artikel onder c, mits aan de daar gegeven voorschriften, betreffende het vleesch uit die slachthuizen, wordt voldaan. De bewijzen van goedkeuring en de goedkeuringsmerken van de slachthuizen, in dit artikel bedoeld, sluiten afkeuring te Leiden niet uit. Het onder a voor geschrevene is niet van toepassing op het versche vleesch, afkomstig uit de militaire slachterij te 's Gra- venhage en ingevoerd voor het garnizoen te Leiden, mits ten opzichte van dit vleesch de overige bepalingen dezer verorde ning worden nageleefd, en het vleesch onder militair geleide aan het Openbaar klachthuis ter keuring wordt aangeboden. Artikel 10. Niet van toepassing is het bepaalde in artikel 9 onder a voor versch vleesch, dat de gemeente per spoor wordt door gevoerd. Van het in artikel 9 onder a en b bepaalde kan verder aan beurtschippers, wier beurtvaart rechtstreeks door Leiden voert, door Burgemeester en Wethouders tot wederopzeggens ontheffing worden verleend onder verplichting tot opvolging van de door hen te stellen voorwaarden. Van het bij artikel 9 onder a bepaalde kan door den Directeur ontheffing worden verleend, onder verplichting tot opvolging van de door hem daaraan te verbinden voorwaarden, voor versch vleesch, dat anders dan per spoor of op de wijze, om schreven in artikel 5 litt. c, de gemeente zal doorgevoerd worden. In dat geval moeten de in artikel 6 genoemde wegen worden gevolgd, terwijl overigens alle bepalingen, voor inge voerd vleesch vastgesteld, van kracht zijn. Dit vleesch wordt bij goedkeuring van een door Burge meester en Wethouders vast te stellen bijzonder merk voorzien en daarna onder politietoezicht buiten de gemeente gebracht. Artikel 11. Het is verboden in te voeren: a. vleesch, dat tot bederf is overgegaan; b. vleesch, dat uiterlijke teekenen van ondeugdelijkheid vertoont. Het is verboden in de gemeente terug te voeren, nadat het deze verlaten heeft: a. het niet afgekeurde vleesch van de geslachte dieren, bedoeld in de artikelen 3 en 17 b. het niet afgekeurde doorgevoerde vleesch, bedoeld in artikel 10, tweede lid; c. het vleesch. bedoeld in artikel 39; d. vleesch, afkomstig van in het Openbaar Slachthuis te Leiden geslachte en goedgekeurde dieren, tenzij de vastgestelde goedkeuringsmerken nog op duidelijk zichtbare ivijze op het vleesch aanwezig zijn. Artikel 12. Het vervoer van vleesch, in artikel 11 genoemd, alsmede van ongekeurd vleesch, is verboden, tenzij de vervoerder aantoone, dat zulks plaats heeft krachtens eenige bij deze verordening opgelegde verplichting of verleende bevoegdheid. Artikel 12 bis. Voor de toepassing van deze verordening wordt alle vleesch, hetwelk aan het Openbaar Slachthuis ter keuring wordt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1909 | | pagina 3