F. J. Kruijt. Hunger. 14 luidende als volgt: »De Raad noodigt Burgemeester en Wet houders uit een technisch en een financieel rapport uit te «brengen omtrent de wijze, waarop een eventueele vereeni- «ging van de Jongens- en Meisjesschool eerste Klasse tot «stand kan komen'' dat na het uitbrengen van bedoeld rapport door Burge meester en .Wethouders, opnieuw de vraag in Uwen Raad ter sprake zal worden gebracht of al dan niet tot een ver- eeriiging dier beide scholen kan en dient te worden over gegaan dat het hun voorkomt, dat zoowel in het belang van Uwe gemeente zelve als in dat van ouders en kinderen bij de beantwoording dier vraag in de allereerste plaats zal dienen te worden uitgemaakt of de vereeniging dier beide scholen mogelijk is zonder schade te doen aan goed onderwijs, ook in paedagogischen zinen slechts enkel in het geval, dat de mogelijkheid daarvan mocht worden aangenomen, op de beantwoording van die vraag van invloed zal mogen zijn de overweging of een vereeniging dier beide scholen technisch mogelijk en financieel voordeelig voor de gemeente is te achten dat zij meenen daarom vooral de aandacht van Uwen Raad hierop te mogen vestigen, omdat het hen voorkomt, dat bij de voorstellers der motie in de allereerste plaats de bedoeling heeft voorgezeten een geldelijk voordeel aan de gemeente te bezorgen, terwijl door hen op de belangen van het onderwijs en dat der daarbij betrokken ouders en kin deren eerst in de tweede plaats is gelet; dat, waar verder uit de gehouden besprekingen in Uwen Raad is gebleken, dat het leerstuk der coëducatie onder deszelfs leden zijn voor- en tegenstanders heeft, onderge- teekenden meenen, dat het van belang kan zijn het inzicht van meerdere ouders van kinderen, die een der beide scholen bezoeken, dienaangaande te leeren kennen; dat ondergeteekenden nu het allen ten zeerste tegen het belang van hunne kinderen zouden achten, indien tot een vereeniging van de openbare scholen der le klasse voor jongens en voor meisjes werd besloten en het ten hoogste zouden betreuren, zoo daardoor in Uwe gemeente niet meer de gele heid zou bestaan om meisjes een openbare school der le klasse uitsluitend voor meisjes te doen bezoeken, daar toch naar hunne meening het bestaan eener dergelijke school een dringende en noodzakelijke behoefte is te achten voor eene gemeente als de Uwe, van ongeveer 58000 ingezetenen; Redenen waarom ondergeteekenden zich met gepasten eer bied tot Uwen Raad wenden met het dringend verzoek niet te willen besluiten tot vereeniging van de openbare scholen der le klasse voor jongens en voor meisjes. 't Welk doende. P. A. Pijnacker Hordijk. Mevr. Wed. Dr. Mr. H. J. E. TendelooStammler. Mevr. de Wed. Dr. W. 0. L. v. Schaik—Buitenweg. H. H. Juijnboll John. W ilbrenninck. M. C. de Vries van Heijst. J. Bijleveld. G. L. Driessen. C. Dumont. O. W. Sipkes. J. Graf. J. A. Schreuder. H. de Graaff. Carl F. Schüdel. Adr. J. van Achterberg. Wed. Soesman— Mevr. C. A.KamerlinghOnne's- Borgerding. Tutein Nolthenius. P. A. A. Boeser. J. O. Kuenen. Ph. van NifterikJ. Th. Dolmans. Sillmann. C. E. Zeeman C. S. Lechner. de Bruijn. M. H. A. Juta. F. Einthoxen— F. Kruimelde Vogel. Meijjes. C. Luzac J. E. G. van Emden. J. de Visser— J. C. de Wilde. Raue. Hasselbach. A. J. van Beusekom L. Bienen. Waldeck. F. van Romburgh. H. Blankenaar. B. Maartense. C. A. Siegenbeek v. Heukelom- A. Goekoop. Lamme. P. de Bruin. B. J. H. üvink. W. Koops Azn. Arie Peeters Jr. C. EerdmansL. J. Cohen. de Holl. D. de Gunst Mevr. W. Hoogendijk. Kuipers. E. A. E. Kalshoven. H. van Koolbergen. P. Th. L. Kan. H. IJ. Groenewegen. Mevr. WestermanW. G. Sillevis. Ossevoort. A. W. Blanken Mevr. D. van Oordtv. O. v. d. Laar. Mevr. Kooijman. V. Farensbacii. Dr. M. C. Hammes du Saar. N°. 27. Leiden, 27 Januari 1909. Wij hebben de eer U te berichten, dat wij in de gelegen heid zijn gesteld de vier perceeltjes aan de 4e Binnenvest gracht nis. 58, 60, 62 en 64. bij de Kalverstraat, voor de som van 1150.ten behoeve van de gemeente aan te koopen. Het komt ons voor dat er alleszins reden bestaat om van dat aanbod gebruik te maken. Wordt toch tot den aankoop en daarna opruiming van de perceeltjes overgegaan, dan zal het plan van de vereeniging tot bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen aan de zijde van de Kalverstraat veel beter tot zijn recht komen. En een uitgave van 1150.— lijkt ons niet te bezwarend om een zoo groote verbetering van den toestand tot stand te brengen. Wij geven U mitsdien in overweging: 1°. te besluiten tot den aankoop, ten behoeve van de ge meente, van de perceeltjes 4e Binnenvestgracht nis. 58, 60, 62 en 64 voor de som van 1150. 2°. ons te machtigen de perceeltjes, nadat zij aan de ge meente in eigendom zullen zijn overgegaan, op te ruimen; 3°. over te gaan tot de vaststelling van den hierbij over- gelegden suppletoiren begrootingsstaat, groot met inbegrip van de kosten van overdracht 1190. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 28. Leiden, 27 Januari 1909. Op de gemeentebegrooting voor 1909 is op den post «Tijde lijke geldleening ter voorziening in de behoefte aan kasgeld", een bedrag van 400,000 uitgetrokken. Aan het einde van 1908 waren evenwel reeds accepten aan gegaan tot een bedrag van 411.000 en daar het niet te ver wachten is, dat voorshands eenigerlei ailossing hierop kan plaats vinden, zal wel het geheele bedrag van ƒ411.000 ook in 1909 moeten blijven opgenomen. Overschrijdt reeds dit bedrag de op de begrooting uitge trokken som met 11000, binnen niet te langen tijd moeten belangrijke betalingen plaats hebben, die het opnieuw noodig zullen maken door tijdelijke leening in de vereischte kasmid delen te voorzien; o. m, vorderen de uitkeering van de res tanten der bij raadsbesluiten van 23 April 1908 en 14 Mei 1908 ter beschikking van de Gasfabriek en de Electriciteits- fabriek gestelde kapitalen van f 110 000 en 40.000, tot een gezamenlijk bedrag van 55 000. die van het bij Raadsbesluit van 19 November 1908 aan de Electriciteitstabriek voor uit breiding en vernieuwing toegestaan bedrag van 70.000 en de kosten van den bouw der school aan de Decimastraat, groot 84500, reeds een gezamenlijke uitgaaf van 209.500. Wij geven U daarom in overweging te besluiten den post «Tijdelijke geldleening ter voorziening in de behoefte aan kasgeldvoor 1909 te verhoogen met f 250.000, door vast stelling van den hierbij overgelegden suppletoiren begrootings staat. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden F. A. H. SCHREINEMAKERS. VAN GriETHUIJSEN. W. J. Methorst. Dr. Timmermans. Th. W. Juijnboll. J. Brandt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1909 | | pagina 8