GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. Aug. L. Reimerjnger. 155 OGEK09EEBT STUKKEN. No. 279. Leiden, 16 November 1908. Aan den Raad der Gemeente Leiden. De Commissie van Financiën heeft de eer U medetedeelen dat zij, indien de Raad de verordening op de straatbelasting aanneemt, geen bezwaren tegen deze verordening heeft. De minderheid der commissie acht het voorgestelde percen tage van 2a voor alle perceelen tè zwaar drukkend voor de perceelen van weinig belastbare opbrengst en zou een pro gressief percentage beter achten. Ook acht zij het niet noodzake lijk dat de voorgestelde belasting reeds den len Januari in werking treedt. De meerderheid wenscht zich van advies in dien zin te ont houden en onder voorbehoud harer persoonlijke opvattingen of wenschen als Commissie van Financiën eenvoudig haar bovenvermeld advies uit te brengen. J. C. Zaalberg Jzn. J. P. Vergouwen. N°. 280. Leiden, 18 November 1908. De Commissie van Financiën heeft de eer U medetedeelen, dat zij geene bedenking heelt tegen de door Burgemeester en Wethouders bij Ing. St. no. 275 voorgestelde verhooging van eenige posten der gemeentebegrooting voor 1908. Zij adviseert U dienovereenkomstig te besluiten, door vast stelling van de bijgevoegde begrootingsstaten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën N°. 281. Leiden, 18 November 1908. De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten, dat zij, indien de Raad besluit tot de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde aanvulling van het fJitbreidings- en Vernieuwingsfonds der Electriciteitsfabriek met f 70000.— (Ing. St. no. 278), geene bedenking heeft tegen de wijze waarop wordt voorgesteld deze gelden te vinden, noch tegen de daarbij gevoegde begrootingsregeling. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. No. 282. Leiden, 16 November 1908. Met ultimo December a. s. eindigt de huur van het krachtens Raadsbesluit van den 24en Augustus 1905 voor den tijd van 3 jaren aan het Rijk verhuurde Schuttersveld. Aangezien bij ons eollege geen bezwaar bestaat tegen de door den Garnizoens-Commandant gewenschte verlenging van deze huur voor den tijd van 3 jaren, geven wij U in overweging te besluiten, het Schuttersveld, met ingang van 1 Januari 1909, op nieuw voor den tijd van 3 jaren aan het Rijk te verhuren, tegen een huurprijs van f 550.— per jaar en verder onder de bestaande voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 283. Leiden, 17 November 1908. Ons houdende aan ons prae-advies, opgenomen onder N°. 238 van de Ingek. Stukken van dit jaar, en uitgebracht naar aan leiding van een verzoek van gelijke strekking van de Zang vereeniging «Arti et Religioni," komt het ons voor dat ook op het hierbij overgelegd adres van de vereeniging »tot ver zorging van kleine kinderen te Leiden" afwijzend behoort te worden beschikt. Ook hier echter zal bijaldien een afwijzende beschikking uwerzijds volgt, het minimum-tarief voor de zaal- huur worden berekend. Mitsdien geven wij u in overweging ons te machtigen aan adressante te berichten dat haar verzoek niet voor inwilliging vatbaar is, maar dat de zaal, indien zij dit wenscht, tegen het laagste tarief te harer beschikking zal worden gesteld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Het bestuur der «Vereeniging tot verzorging van kleine kinderen te Leiden," geeft met verschuldigden eerbied te kennen, dat het voornemens is een muziekavond te organiseeren op 13 Februari 1909, waarvan de opbrengst ten bate der kas der Vereeniging zal strekken, dat de groote Stadszaal tot het houden dezer bijeenkomst het meest geschikte lokaal zou zijn, dat de Vereeniging werkzaam is ten nutte van het alge meen en talrijke arbeidersgezinnen door het streven der Ver eeniging worden gebaat, dat het Bestuur op dien grond meent zich een beroep te mogen veroorloven op de welwillende gezindheid van den Raad, en het mitsdien de eer heeft Uwen Raad te verzoeken het gebruik van de Gehoorzaal kosteloos af te staan aan de Vereeniging tot verzorging van kleine kinderen te Leiden, op den avond van 13 februari 1909. Hetwelk doende, enz. Namens het Bestuur voornoemd, M. Kluyver-Honigh, Voorzitster. H. G. Hartevelt-Groskamp, Secretaresse. Leiden, 16 Nov. 1908. N°. 284. Leiden, 21 November 1908. Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage lig gende lijst van op de Stadstimmerwerf en de Hulpwerf aan wezige, buiten gebruik gestelde materialen, schoolbanken, kachels en andere voorwerpen, geven wij Uwe Vergadering overeenkomstig het advies der commissie van fabricage in overweging tot den openbaren verkoop dier zaken te besluiten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 285. Leiden, 21 November 1908. Gelijk u bekend is, werd onze voordracht tot wijziging van de verordening op de herkeuring van afgekeurd vee en vleesch, opgenomen onder no 224 der Ingekomen Stukken van dit jaar, in de vergadering van 24 September 1.1. aangehouden ten gevolge van het inkomen van een adres van de Leidsche Runder en Varkensslagersvereeniging, waarin deze om algeheele af schaffing der herkeuring verzoekt. Sedert kwam nog nevensgaand adres van »het Veefonds Leiden" bij Uwe Vergadering in. waarin omgekeerd op hand having van de herkeuring wordt aangedrongen. De vraag die de indiening dezer adressen in de eerste plaats doet rijzen is deze, of herkeuring in het belang van de open bare gezondheid noodzakelijk moet worden geacht. Immers mocht dit het geval zijn, dan zou er van afschaffing der herkeuring natuurlijk nooit sprake kunnen zijn. En eerst wanneer het antwoord op deze vraag ontkennend kan luiden, zal met de door adressanten geopperde wenschen rekening mogen worden gehouden. En eerst dan zal in de tweede plaats de vraag rijzen, of bij de beslissing die hier door Uwe Vergadering moet worden genomen, de slagers aan deneenen kant en het veefonds aan den anderen kant, als gelijkgerechtigde belanghebbenden kunnen worden beschouwd. En dan kan het antwoord op de eerste vraag al heel een voudig zijn. In het belang der openbare gezondheid is de herkeuring natuurlijk niet noodig. Immers, wanneer wordt herkeuring aangevraagd? Natuurlijk nooit, wanneer het vee of het vleesch is goedgekeurd. Mocht dus bij de goedkeuring een vergissing hebben plaats gehad dan zal die nooit aan het licht komen. Heeft daarentegen afkeuring plaats gehad en volgt later goedkeuring, dan kan de openbare gezondheid daarbij nimmer baat vinden Alleen het tegendeel is mogelijk. Immers reeds uit het feit, dat het eerste onderzoek tot af keuring leidde, volgt reeds dat gegronde twijfel bestond of het vleesch zonder bezwaar in consumptie kou worden ge bracht. In het belang der openbare gezondheid kan herkeuring dus nooit zijn. Trouwens, bij de invoering der vee- en vleeschkeuring bestond het instituut der herkeuring, althans in den tegen- woordigen vorm, dan ook niet. De herkeuring geschiedde toen door dezelfde personen, die de eerste keuring hadden verricht. Eerst anderhalf jaar later werd op aandrang van de slagers de verordening in dien zin gewijzigd, dat de her keuring zou geschieden door een commissie van deskundigen, aan te wijzen door ons college, terwijl eindelijk in 1903, wederom op aandrang der slagers, andermaal een wijziging in de regeling der herkeuring werd gebracht, waarbij ook den slagers op de samenstelling der herkeuringscommissie invloed

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1908 | | pagina 1