GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
imekohek sti k k i;\.
151
N°. '273. Leiden, 11 November 1908.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij geene bedenking heeft tegen de door Burgemeester en
Wethouders onder Nos. 264 en 270 der Ingek. Stukken
voorgestelde wijzigingen in de verordening regelende de heffing
van belastingen aan het Openbaar Slachthuis eri in die rege
lende de heffing van eene plaatselijke directe belasting.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 274. Leiden, 12 November 1908
Wij hebben de eer U te berichten, dat de concept-verorde
ning tot wijziging van de verordening, regelende de heffing
van een plaatselijke directe belasting, opgenomen onder N°.
270 der Ingek. Stukken, alsnog behoort te worden aangevuld
met de volgende bepaling
Artikel 1.
Het le lid van art. 2 van bovengenoemde verordening wordt
gelezen als volgt:
«Behoudens het bepaalde bij het 3e lid van art, 8 zijn be
lastingschuldig allen, die volgens art. 245 der Gemeentewet
daarvoor in de termen vallen en een zuiver inkomen hebben
van meer dan ƒ500.'sjaars."
De artt. 1—6 der concept-verordening worden dan resp.
27, terwijl in art. 2 dan kan vervallen het woord «boven
genoemde."
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 275. Leiden, 13 November 1908.
Wij hebben de eer U hierbij over te leggen een tweetal
begrootingsregelingen, strekkende tot verhooging van eenige
uitgaafposten der gemeentebegrooting voor 1908, waarvan de
raming met het oog op de nog vereischte uitgaven niet toe
reikend is.
Volgn. 66. Jaarwedden van de ambtenaren en bedienden
der gemeente-secretarie3180_
Als uitvloeisel van de verordening van 5
December 1907, regelende den rang en de be
zoldiging van de ambtenaren en bedienden ter
gemeente-secretarie en op het kantoor van den
Gemeente-Ontvanger, vordert deze post een ver
hooging met 3180.
Volgn 68. Schrijfloonen 1000.
In de raadszitting van den 5en December 1907.
werd aan ons college een crediet verleend van
1000.voor de kosten der bijwerking van den
staat van gemeente-eigendommen.
Een verhooging van den post «schrijfloonen",
waaruit deze kosten worden gekweten, met
1000.wordt thans uitgetrokken.
Volgn. 70. Druk- en bindwerk700.
Bij de op 23 Dec. 1907 gehouden aanbesteding
van het drukwerk is geen hoogere percentsge
wijze aftrek op het tarief kunnen worden be
dongen dan 20 de raming van dezen post
was nog gegrond op de vorige aanbesteding,
waarbij een korting van 39% op de tariefprijzen
verkregen werd. De geraamde som is dienten
gevolge niet toereikend.
Ten einde met de geregelde afdoening der
rekeningen te kunnen voortgaan, wordt eene
verhooging van dezen post met f 700.voor
gesteld, waarmee naar wij verwachten zal kun
nen worden volstaan.
Volgn. 86. Kosten van de bevolkingsregisters 240.
Ook deze verhooging is een uitvloeisel van de
verordening van 5 December 1907, waarbij de
bezoldiging der bevolkingsagenten op nieuw
werd geregeld.
Volgn. 91. Kosten van toezicht en van invor
dering der plaatselijke belastingen: a. Jaarwedden 200.
Evenals bij volgn. 66 is deze verhooging een
uitvloeisel van de verordening van den 5en Decem
ber 1907.
Volgn. 93. Uitkeering aan het Rijk van het
aandeel in de kwade posten wegens de directe
belastingen018.
Blijkens mededeeling van den Ontvanger der
Directe Belastingen is de gemeente als aandeel
in de kwade posten der grondbelasting, dienst
1905, f 223.24 en in die der personeele belas
ting dienst 1905 f 2993.90 schuldig, te zamen
ƒ3217.14. De begrootingspost bedraagt f 2600.
en zal derhalve met in ronde som f 618.
moeten worden verhoogd.
Volgn. 115. Jaarwedden van het personeel
ten dienste van het beheer der openbare werken
voor zoover niet onder de volgende artikelen te
brengen900.—
Deze verhooging is noodig als gevolg van de
nieuwe regeling der jaarwedden van het perso
neel op het bureau van gemeentewerken bij de
verordening van 6 Februari 1908.
Volgn 116. Jaarwedden van het personeel
verbonden aan het bureau van de bouwpolitie en
van het woningonderzoek.
a. Jaarwedden van den inspecteur en den op
zichter der bouwpolitie50.
b Jaarwedde van den ambtenaar belast met
de uitvoering der woningwet 100.
Beide verhoogingen zijn noodig als gevolg van
de nieuwe salarisregeling bij de verordening
van 6 Februari 1908.
Volgn. 190. Rente van tijdelijk ter voorziening
van kasgeld opgenomen gelden4400.
Bij raadsbesluit van den 25en Juni 1908 werd
de post «tijdelijke geldleening ter voorziening in
de behoefte aan kasgeld" met f 150.000,ver
hoogd. De rentepost voor kasgeldleening kon
toen echter nog niet worden aangevuld. Met het
oog op de thans loopende accepten zal, bij onveran-
derden rentevoet, tot ulto December nog een
bedrag van f 4614.19 voor rentebetaling noodig
zijn. Aangezien op den betrekkelijken begroo
tingspost nog slechts 235.52 beschikbaar is,
wordt eene verhooging van dien post met in
ronde som 4400.voorgesteld.
Het totaal bedrag der vorenstaande verhoo
gingen is11388.—
Ten behoeve van de verhoogingen van de volgns 66, 68, 86,
91, 115 en 116, tezamen 5670, is bij de vaststelling van het
kohier der plaatselijke directe belasting voor 1908 de opbrengst
dezer belasting verhoogd. Verder kan worden beschikt over de te
verwachten hoogere opbrengst der opcenten op de hoofdsom
der^belasting op de gebouwde eigendommen, ten bedrage van
Vervolgens kan de geraamde opbrengst der door de Gas
fabriek en de Electriciteitsfabriek over 1908 verschuldigde rente
worden verhoogd met resp. ƒ850.— en 425—, wegens aan
deze instellingen krachtens raadsbesluiten van 23 April en
14 Mei 1908 verstrekte kapitalen, groot f 110000.— en ƒ40000.
voor zoover thans opgenomen.
Ten slotte zal het ontbrekende, ten bedrage van ƒ2663.
kunnen worden gevonden uit den post voor Onvoorziene Uit
gaven, waarop nog f 3417.— beschikbaar zijn.
Wij geven U in overweging tot de vorenstaande ver
hoogingen te besluiten, door vaststelling van de hierbij over
gelegde begrootingsstaten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 276. Leiden, 13 November '1908.
Aangezien noch bij de commissie van fabricage, noch bij
ons college bezwaar bestaat tegen de inwilliging van het
hierbij overgelegd verzoek van M. Splinter en F. van der Mark
alhier, om vergunning tot demping van een gedeelte sloot
langs den Heerensingel vóór de Heerenlaan, mits daaraan de
gebruikelijke voorwaarden worden verbonden, geven wij Uwe
Vergadering in overweging:
aan M. Splinter en F. van der Mark voornoemd, behoudens
rechten van derden, vergunning te verleenen tot het dempen
van het gedeelte sloot langs den Heerensingel ter lengte van
ongeveer 4 Meter, gelegen vóór de Heerenlaan aldaar, kadastraal