222 DONDERDAG 29 OCTOBER 1908. De heer Vergouwen. M. d. V. Ik wilde u alleen vragen of er eenig idéé bij de Regeering bestaat om ook aan de Burgerschool voor Meisjes subsidie te verleenen. De Voorzitter. Wij hebben reeds in Januari van dit jaar een uitvoerig adres gericht tot den Minister van Binnenland- sche Zaken, waarin werd uiteengezet, dat het wenschelijk was subsidie te verleenen voor de Burgerschool voor Meisjes. Tot heden is daarop nog geen antwoord ingekomen, en uit hoofd stuk V der Staatsbegrooting blijkt niet, dat de Minister van plan is aan het verzoek te voldoen. De beraadslaging wordt gesloten en volgn. 43 zonder hoof delijke stemming aangenomen. Volgn. 44, verhoogd met f 265, benevens de volgnrs. 45 tot en met 57 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Volgn. 58, in verband met de aanneming van het voorstel van den heer Juta c. s. verminderd met ƒ26262, en volgn. 59 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgn. 60, luidende: Tijdelijke geldlee- ning ter voorziening in de behoefte aan kasgeld, f 400.000'\ De heer Vergouwen M.d.V. Ik wilde vragen, waartoe dit ontzaglijk groot bedrag van f 400000 noodig is. Is er zulk eene groote behoefte aan kasgeld, dat het bedrag zoo hoog moet zijn Dit drukt toch op de rente. De Voorzitter. Het is slechts een credietpost, waarvan het geheele bedrag niet behoeft verbruikt te worden. Het is slechts eene machtiging tot dat bedrag. De heer Vergouwen. Is eene machtiging tot zoo groot bedrag niet wat te verleidelijk De Voorzitter. Op het oogenblik zijn wij genaderd tot f 260000. Nu het volgend jaar erbij komt, is de stap tot f 400000 niet zoo groot. De beraadslaging wordt gesloten en volgnummer 60 zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Volgn. 61 wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Wij keeren nu terug tot volgn. 210: Onvoor ziene uitgaven. Tengevolge van de wijzigingen, in de begroo ting gebracht, stellen Burgemeester en Wethouders nu voor, dit volgnummer uit te trekken op f 13815. Volgn 210, aldus gewijzigd, wordt zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Volgn. 35, verminderd met f 26262, wordt hierop eveneens zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De begrooting van uitgaven en die van inkomsten, alsmede de geheele begrooting, tot een totaal bedrag van f 1.958.738 in Ontvang en f 1.730 306 in Uitgaaf, worden alsnu achter eenvolgens zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. De Voorzitter. Het is nog niet zoo heel laat. Misschien willen de heeren nog de motie van de heeren Fokker, Sijtsma en van der Eist behandelen Er schijnt daaromtrent nogal verschil van meening te be staan, en ik zou daarom in overweging willen geven om de motie thans niet meer te behandelen, maar dit te doen in eene volgende vergadering. Het voorstel van den Voorzitter om de behandeling der motie uit te stellen, wordt in stemming gebracht en aange nomen met 21 tegen 5 stemmen. Voor stemmen de heerenReimeringer, Zwiers, Bots, P. J. Mulder, van der Eist, van der Lip, Sijtsma, Eerstens. Juta, Pera, van Tol, van Gruting, van Hamel, Roem, Korevaar, Briët, Zaalberg, de Vries, de Boer, Driessen en Fockema Andreae. Tegen stemmen de heeren: Fokker, Bosch, Vergouwen, Aalberse en Meuleman. Niemand verder het woord verlangende, sluit de Voorzitter de Vergadering. Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1908 | | pagina 26