DONDERDAG 22
OCTOBER 1908.
Stemdistrict II HóofdstembureauSchool aan deüeerenstraat.
Tot Voorzitter: J. Korevaar, P.Azn.
Tot ledenJ. P. J. Driessen en Mr. P. E. Bnët.
Tot plaatsvervangende leden: W. Pera, Mr. E. Rijke en
G. H. Blanken J.Dzn.
Stemdistrict V School aan de Mare).
Tot Voorzitter: H. C. Juta.
Tot leden: J. A. Bots en Mr. G. M. van Leeuwen.
Tot plaatsvervangende leden: S. de Boer Azn., H. E. van
der Heide en J. P. Mulder.
Stemdistrict VIII Timmerloods aan de Stads timmer werf).
Tot Voorzitter: Mr. J. C. van der Lip.
Tot leden; A. L. Reimeringer en Mr. S. A. la Rivière.
Tot plaatsvervangende leden: Mr. A. J. Fokker, J. F. X.
Sanders en G. F. Reijst.
V. Benoeming van de Voorzitters, leden en plaatsvervan
gende leden van de stembureaux in het 2e Kiesdistrict voor
de eventueele stemming en herstemming ter benoeming van
een lid van den Gemeenteraad (vacature-Stigter).
Worden benoemd de sub IV als benoemd vermelde heeren,
allen met algemeene (27) stemmen, behalve de heer Juta,
op wien 25 stemmen zijn uitgebracht, terwijl de heer de Vries
2 stemmen verkreeg.
VI. Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3e
klasse No. 4.
(Zie Ing. St. no. 237).
Wordt benoemd de heer W. H. de Wette, met algemeene
(27) stemmen.
VII. Benoeming van een 4e onderwijzeres in de handwerken
aan de school der 4e klasse No. 2.
(Zie Ing. St. no. 244).
Wordt benoemd mej. E. J. J. Wagemans met algemeene
(27) stemmen.
VIII. Benoeming van eene onderwijzeres aan de Jongens
school 2e klasse.
(Zie Ing. St. no. 250).
De heer Fockema Andreae. M. d. V. Ik hoop, dat mijne
geachte medeleden het mij niet kwalijk zullen nemen, als ik
even het woord vraag naar aanleiding van het stuk betreffende
deze benoeming, niet dus over de benoeming zelf.
Ik geloof, dat het een openbaar belang is, dat de Neder-
landsche taal zuiver wordt gehouden, ook en vooral in stuk
ken, die van openbare lichamen uitgaan. Nu zijn wij hier in
Leiden in een alleruitstekendste positie, want wij weten, dat
alle stukken, die van onzen secretaris zeiven uitgaan behalve
vele andere deugden ook deze deugd hebben, dat het model
len zijn van taal en stijl. Wij weten ook, dat onze secretaris
op alles wat van de secretarie uitgaat en wat wij in handen
krijgen een strenge censuur uitoefent. Alle stukken zijn zuiver
van taal; enwat het meest beteekent: de stukken worden
zuiver gehouden van modefouten. Er zijn enkele modefouten
in onze taal en wie daarop let, ergert zich eraan, dat zij lang
zamerhand bedorven wordt. Als ik een paar daarvan mag noemen.
Een der modefouten is dezevroeger schreef en zeide men
vhet komt mij voor", dat het zoo is, vhet schijnt mijaldus
dat is behoorlijk Hollandsch geblevenmaar nu is een
zekere categorie van Duitschers op de gedachte gekomen, om
te zeggen: ves will mir scheinendat klonk zoo mooi vond
men zeker; en toen is een Hollander begonnen te zeggen:
vhet wil mij voorkomenvhet wil mij schijnenDat is zot
ternij. »Het" kan niet willen. U en ik kunnen willen, maar
»het" niet. Toch schrijft en zegt nu de halve wereld »het
wil mij schijnen."
Om nog een tweede modefout te noemen: Vroeger zeide men
vin den regel is iets zus of zoo." Nu komt er iemand die
beter Engelsch dan Hollandsch kent, en die zegt vals regel",
naar het Engelsche »as a rule". En zoo zegt men bv. veen
uitzondering moet als regel beperkt worden uitgelegd." Dat is
zotternij, maar het is nu eenmaal mode.
Onze secretaris heeft er altijd zorgvuldig voor gewaakt, dat
dergelijke dingen in onze stukken niet voorkwamen, maar nu
heeft hij toch in de stukken laten staan: »De redenen, die
ons destijds aanleiding gaven." Dat is ook een modefout. Men
vergeet het onderscheid tusschen destijds en indertijd. Men
kan zeggen: »Wij hebben indertijd mej. Vlieland benoemd,
dezelfde redenen, die destijds bestonden, bestaan nu ook",
maar men kan niet zeggen: »wij hebben destijds mej. Vlie
land benoemd". Als er niet verwezen wordt naar een vroeger
genoemden tijd, moet men zeggen »indertijd".
Nu had ik deze opmerkingen ook wel zoo tot den secretaris
kunnen maken, maar, omdat ik er prijs op stel, dat de stuk
ken zoo zuiver mogelijk van taal zijn, zeg ik het liever eens
in het publiek, en ik doe dit na advies van een uitnemenden
deskundige.
De beraadslaging wordt gesloten.
Wordt alsnu benoemd Mej. E. v. Unen met algemeene (27)
stemmen.
IX. Benoeming van een onderwijzer(es) aan de Jongens
school 2e klasse.
(Zie Ing. St. n°. 252.)
Wordt benoemd met 26 stemmen de heer S. de Braak,
terwijl 1 stem van onwaarde is.
X. Benoeming van een hoofd der school 3e klasse No. 4.
(Zie Ing. St. n°. 241.)
Wordt benoemd de heer E. J. Blekkink met 26 stemmen,
terwijl 1 stem is uitgebracht op den heer H. J. Noordegraaf.
XI. Benoeming van eene leerares in de Natuur- en Scheikunde
aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes.
(Zie Ing. St. n°. 243.)
Wordt benoemd met algemeene (27) stemmen Mej. N. Klaassen.
De Voorzitter. Er zijn thans geen benoemingen meer te
doen en ik dank het stembureau voor de genomen moeite.
XII. Suppletoire staat van begrooting, dienst '1907, van het
R. K. Wees- en Oudeliedenhuis.
(Zie Ing. St. n°. 240.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
XIII. Rekening, dienst 1907, van het H.G. of Arme Wees-
en Kinderhuis.
(Zie Ing. St. n°. 236.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
Gedurende de behandeling van dit punt heeft de heer van
der Lip tijdelijk de zaal verlaten.
XIV. Begrooting, dienst 1909, van het H. G. of Arme Wees
en Kinderhuis.
(Zie Ing. St. n°. 256)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
XV. Verzoek van de R. K. Gemengde Zangvereeniging
»Arti et Religioni" om het kosteloos gebruik van de groote
zaal der Stadsgehoorzaal.
(Zie Ing. St. no. 238).
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt conform
het praeadvies besloten.
XVI. Verzoek van de vereeniging »de Leidsche Breischolen''
om het gebruik van lokalen der bewaarschool aan de van der
Werfstraat ook gedurende de wintermaanden.
(Zie Ing. St. no. 259).
Overeenkomstig het voorstel van Burg. en Weth. wordt
zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besloten.
XVII. Verzoek van Mej. P. H. van Lokhorst om het gebruik
van het gymnastieklokaal der Hoogere Burgerschool voor
Meisjes.
(Zie Ing St. no. 260).
Overeenkomstig het voorstel van Burg. en Weth. wordt
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming besloten.
XVIII. Voorstel tot weder-inhuring van het gymnastiek
lokaal met aangrenzende onderwijzerswoning aan de Pieters
kerkgracht.
(Zie Ing St. no. 247).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
XIX. Voorstel tot bestendiging van de huur van perceel I
van het Raamland aan den Hoogen Rijndijk.
(Zie Ing. St. no. 257).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen
XX. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve
van het kapitaal en de administratiekosten van het Gemeente
lijk Werkloozenfonds.
(Zie Ing. St. no. 253).
Wordt zonder beraadslagingen zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
XXI. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de
hoogere kosten van aanleg eener electrische installatie in de
Stadsgehoorzaal.
(Zie Ing. St. no. 248).
De heer Fokker. M. d. V. Ik heb deze voordracht met
gemengde gevoelens ontvangen en zou daarover gaarne eenige
nadere inlichtingen van Burg. en Weth. hebben. Als ik de
voordracht goed lees, zie ik, dat indertijd aan den Raad is
gevraagd een crediet van ƒ5100 voor de electrische installatie