GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
123
IXOEKOME^ STI KME5I.
N°. 208. Leiden, 14 Augustus 1908.
Naar ons door den Wethouder van Fabricage werd mede
gedeeld, is het onder volgn. 116c uitgetrokken bedrag ad. f 400
voor overige kosten van het woningonderzoek ontoereikend
gebleken om daaruit de vereischte betalingen te doen.
Twee redenen zijn hiervoor op te noemen. In de eerste
plaats is verzuimd dezen post, die reeds op de vorige be
grootingen te laag bleek geraamd te zijn, op de begrooting
voor dit jaar hooger uit te trekken. Doch in de tweede plaats
moest van tijdelijke arbeidskrachten worden gebruik gemaakt
in verband met. de voorbereiding der plannen tot grensuit-
breiding en tengevolge van de ziekte van een der werkkrachten
op het bureau van de bouwpolitie en van het woningonderzoek.
Een en ander maakt eene verhooging van het artikel met
f500 noodig.
Wij geven U mitsdien in overweging door vaststelling van
den hierbij overgelegden staat van af- en overschrijving het
artikel met f500 te verhoogen.
Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog
f8410 beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 209. Leiden, 17 Augustus 1908.
Onder overlegging van bijgaand schrijven van Commissa
rissen der Stadsbank van Leening en onder mededeeling, dat
tegen inwilliging van het daarin vervatte verzoek bij ons
College geenerlei bezwaar bestaat, geven wij Uwe Vergadering
in overweging Commissarissen voornoemd te machtigen ter
voorziening in den geregelden dienst op het hulpkantoor A
aan het Utrechtsche Veer voor buitengewone hulp een bedrag
van f 50 uit te geven.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 15 Augustus 1908.
Wij hebben de eer Uwe vergadering mêêtedeelen dat
M. Kapteyn den Boumeester, assistent aan het hulpkantoor
A, den 24 dezer in militaire dienst moet treden.
Ter voorziening in den geregelden dienst is buitengewone
hulp noodig waarvoor naar onze schatting een bedrag van
f 50.zal moeten worden beschikbaar gesteld.
Met het oog op het bepaalde bij art. 14 van de verordening
van den 13en October 1898 n° 16 houdende reglement voor
de hulpkantoren van de Bank van Leening verzoeken wij U
ons de daartoe vereischte machtiging wel te willen verleenen.
Commissarissen der Stadsbank van Leening
G. H. Kokxhoorn, Voorzitter.
A. I. Witmans, Secretaris.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
N°. 210. Leiden, 17 Augustus 1908.
Namens de Commissie voor het Stedelijk Museum hebben
wij de eer U hierbij te berichten, dat dit jaar aan de beurt
van aftreden zijn de leden Dr. P. J. Blok, Dr. A. W. Kroon
en Dr. A. C. Hartevelt. Ter voorziening in de hierdoor te
ontstane vacatures worden door de Commissie de volgende
dubbeltallen aanbevolen:
a. voor de vacature-Blok de H. H.
Dr. P. J. BLOK en
Dr. P. D. CHANTEPIE DE LA SAUSSAYE;
b. voor de vacature-Dr. A. W. Kroon de H. H.
Dr. A. W. KROON en
Dr. S. G. DE VRIES en
c. voor de vacature-Dr. A. C. Hartevelt de H. H.
Dr. A. C. HARTEVELT en
H. VISSER J.Wzn.
Namens de Commissie voor het Stedelijk Museum
de Ridder, Voorzitter.
J. C. Overvoorde, Secretaris.
Aan den Raad te Leiden.
N°. 211. Leiden, 19 Augustus 1908.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering hierbij over te leggen
de voordracht van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit ter vervulling der vacatureontstaan
door het bedanken als lid van den Gemeenteraad van den
heer S. J. Le Poole.
Ter voldoening aan art. 3 van het Reglement op het
beheer en bestuur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Elec
triciteit worden door ons aan het door Commissarissen voor
gedragen dubbeltal, toegevoegd de heeren:
J. P. J. DRIESSEN en Mr. J. C. VAN DER LIP.
Wijverzoeken U alsnu tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 15 Augustus 1908.
In verband met het bedanken van den heer S. J. le Poole
als lid van den Gemeenteraad, hebben ondergeteekenden, Com
missarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit,
de eer U ingevolge art. 3 der Verordening van den 6den
Juni 1907 (Gemeenteblad n°. 8), houdende Reglement op het
beheer en bestuur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Elec
triciteit voor de benoeming van een Commissaris voor te dragen
het volgend dubbeltal:
den heer J. C. ZAALBERG Jzn.
den heer A. L. REIMER1NGER Gzn.
Commissarissen voornoemd,
H. C. Juta.
P. J. M. Aalberse.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
N°„ 212. Leiden, 22 Augustus 1908.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
WelEd.Achtbare Heeren
Ter vervulling der jaarlijks aftredende leden der Stedelijke
Werkinrichting buiten den Raad heeft de Commissie de eer
U de navolgende dubbeltallen aantebieden.
1. Vacature-H. W. Tieleman
H. W. TIELEMAN.
B. J. H. HAITINK.
2 Vacature-Br. I. G. v. d. Sluis
Dr. I. G. v. d SLUIS.
Dr. MURK JANSEN.
3. Vacature-W. F. Verhey v. Wijk
W. F. VERHEY v. WIJK.
Dr. Th. v. LIDTH de JEUDE
en in overeenstemming met het nieuwe reglement te benoemen
het sub. 1 genoemde lid tot Sept. 1909, het sub. 2 genoemde
tot Sept. 1910 en het derde genoemde lid tot Sept. 1911.
Namens het Bestuur der Stedelijke Werkinrichting
H. C. Juta, Voorzitter.
Aug. L. Reimeringer, Secretaris.
N°. 213. Leiden, 22 Augustus '1908.
Het hierachter afgedrukt adres van het Dagelijksch Bestuur
der Ned. Hervormde Kiesvereeniging alhier bedoelt niet bij
den Raad eene accijnsheffing als nieuwe belasting aan te be
velen, maar een recht op verkoop van waren van elders tot
rechtstreeksch debiet ingevoerd. Ware het eerste bedoeld,
dan zou al aanstonds het bezwaar rijzen, dat art. 255 Gemeente
wet eene uitbreiding van het aantal gemeenten, welke in aan
merking komen voor uitzondering op den stelligen regel van
art. 240, niet licht denkbaar maakt en bovendien, dat, nu
wijziging der wettelijke regeling van de gemeente-financiën
aan de orde van den dag is, er geen kans op partieele wets
wijziging, althans wat dit artikel betreft, bestaat. Maar de
bedoeling van adressant is dan ook een andere; het bestuur
wil dat in het leven worde geroepen een zoogenaamde licentie
of patentrecht, op te brengen door de debitanten van elders
en door dezen alleen, niet door de inwoners die rondventen.
Oppervlakkig zou de zinsnede in het. adres, dat den uit
wonenden venters «dezelfde verplichting" zal worden opgelegd
als den inwoners, eenige onzekerheid omtrent de bedoeling
kunnen doen rijzen, maar de toelichting neemt iederen twijfel
ten deze weg. Hen, die geen aandeel in de gemeentebelastingen
hebben te dragen en niettemin hier venten, wil men trachten