168
DONDERDAG 20 AUGUSTUS 1908.
vrij wat hooger zijn. Ik noem dat gelukkig, maar er volgt
ook uit, dat er daardoor iets meer betaald kan worden dan
vroeger.
Het komt mij voor, dat wij, subsidie verleenende aan een
vereeniging als deze, de verkeerde richting uitgaan. De dames
zeggen het zoo erg gemakkelijk weg: wij leven in een tijd,
dat er veel voor de verzorging van het kind wordt gedaan
en omdat dit nu eenmaal zoo is, mag deze vereeniging ook
wel om ondersteuning aan de gemeente vragen. Dat er veel
wordt gedaan voor de verzorging van het kind, wordt niet
ontkend, maar waar de mogelijkheid niet is afgesneden om
langs anderen weg klaar te komen, meen ik, dat de Raad
niet mag medewerken om den weg tot steun van gemeente
wege zoo gemakkelijk te banen; dit ook ten deele al weder
met het oog op den toestand der gemeentefinanciën. Stond
de gemeentekas er beter bij, dan zou ik tegenover deze zaken
een andere houding aannemen.
De heer Reimeringer. Ik moet mij tegen deze voordracht
verklaren, niet om deze vereeniging in het bijzonder, maar
om de gevolgen, die het toekennen van dit subsidie na zich
kan slepen, Als een vereeniging als deze, die ongeveer 22
jaren bestaat, het eerste jaar dat zij tekort komt en dan
nog alleen door vermindering van inkomsten, want de uitgaven
zijn niet toegenomen reeds bij de gemeentekas aanklopt
om ondersteuning, waar moet het dan heen? Ik draag deze
vereeniging geen kwaad hart toe, maar het is ter wille van
het principe, dat ik tegen deze voordracht zal stemmen.
De heer Fokker Ik zal mijn stem aan deze voordracht
geven, omdat.ik geloof dat wij goed doen door deze vereeni
ging te steunen.
Ik zal mij bedwingen en mij niet mengen in het conflict,
dat stond geboren te worden tusschen Burg. en Weth. en de
Commissie van Financien, al acht ik het gelukkig dat die
Commissie een enkelen keer toont een waakster over de
gemeente-financien te zijn.
Wat, de zaak zelve betreft, meen ik dat voor de vermeer
dering der inkomsten van een verhooging van het verpleeg-
geld voor de kinderen niet veel mag verwacht worden. Zij,
die van deze inrichting gebruik maken, doen dat niet uit
weelde en de vrouwen, die daar hare kinderen moeten brengen,
zouden zich liever met de zorg van haar kroost belasten dan
hare verdiensten aanvullen door den geheelen dag, dien zij
eigenlijk in het gezin moesten kunnen doorbrengen, te ar
beiden daarbuiten. Als ik helaas een enkelen keer lees van
kinderen, die hier ter stede verdrinken, dan denk ik steeds:
als die kinderen in de crèche waren geweest, zou wellicht hun
leven zijn gespaard gebleven
Indien de gemeente iets kan doen om den menschen, die
hard werken om in hun onderhoud te voorzien, de zorg voor
de kinderen te verlichten, mag zij dat mijns inziens niet na
laten. Ik zal daarom mijn stem aan deze voordracht schenken.
De heer Pera. Naar aanleiding van hetgeen de heer Fokker
gezegd heelt, wil ik nog een opmerking maken, die verband
houdt met hetgeen ik reed gezegd heb. Het is hoog noodig,
dat de nadruk gelegd wordt op de verantwoordelijkheid van
degenen, die zich in het huwelijk begeven om het huisgezin
te verzorgen. Dat dit eens met nadruk genoemd wordt is
alleszins noodzakelijk; wanneer wij zien den geest die er
heerscht, de wijze waarop men het huwelijk ingaat, onbezonnen,
zonder nadenken, terwijl men dan maar gereed staat om de
lasten van zijn gezin door anderen te doen dragen, dan blijkt
het zeer noodig op wat meer ernst aan te dringen. Ik meen,
dat het niet op onzen weg ligt die lichtzinnigheid aan te
kweeken
De heer Vergouwen M. d. V. Er is eenige nadruk
gelegd op de uitdrukking van de Commissie van Financien
betreffende verhooging van het bewaargeld. Maar het lag niet
op den weg van de Commissie om de middelen aan te geven,
waardoor de vereeniging in een eventueel tekort zou kunnen
voorzien. De bedoeling was, dat de aangegeven middelen
de Commissie van Financiën het helderst voor oogen stonden,
en derhalve slechts eenige voor de haijid liggende middelen
genoemd heeft. Daarnaast kan naar andere worden gezocht.
Wij moeten ons niet plaatsen op het standpunt, dat de ver
eeniging door de gemeente gesteund moet worden, alleen
omdat zij nuttig werk doet. Dat zij dat doet staat vastdat
zal niemand bestrijden. Dat zij voor de huishoudens, waarvan
de kinderen door haai bewaakt worden, een zegen is, staat
ook vast. Maar de zaak is: er is .een klein tekort; moet dat
nu uit de gemeentekas aangevuld worden. Moet de gemeente
zorgen voor den sluitpost. Als wij daarmede eenmaal be
ginnen. waar komen wij dan? Andere vereenigingen zullen
ook komen. Als wij vandaag beginnen met ƒ250, vraagt men
het volgende jaar 500 en het daaropvolgende f 1000 En nu
zouden wij willen zeggen: laat die vereeniging, waar nog
voldoende middelen kunnen aangewend worden, trachten in
dat tekort door eigen kracht te voorzien en niet de gemeen
tekas aanspreken. Wanneer de Raad nu zegt: wij geven dat
niet, dan is dat te gelijk voor andere vereenigingen van ge
lijken aard, die gereed staan bij de gemeente aan te kloppen,
een vingerwijzing, dat zij bij den Raad geen gehoor zullen
vinden en het is juist daarom, dat de Commissie van Finan
ciën haar rapport op de bekende wijze heeft ingediend.
De Voorzitter. .Naar aanleiding van hetgeen de vorige
sprekers gezegd hebben, wensch ik nog iets in het midden
te brengen. De heer Vergouwen zegt: door niemand wordt
het nut van deze vereeniging betwijfeld. Het komt mij echter
voor, dat dit wel het geval is met den heer Pera, want deze
inlichting heeft hem aanleiding gegeven tegen onberaden
huwelijken te keer te gaan, alsof door deze inrichting het
sluiten van onberaden huwelijken zou worden aangemoedigd
De heer Pera beweerde ook, dat de vrouwen genoeg ver
dienen om dat dubbeltje te kunnen betalen. Maar uit de
ingewonnen inlichtingen is mij ook gebleken, ik zeide
het reeds dat vele van die vrouwen in karig beloonde
dienstjes bij den kleinen burgerstand hulp verleenen, waarbij
het betalen van het dubbeltje per dag werkelijk niet een
kleine zaak is, zoodat terecht door mij is opgemerkt, dat
een verhooging van het bewaarloon met 2Vs cent zeer be
zwaarlijk zou zijn. Nu zegt de heer Vergouwen wel, dat de
Commissie in haar rapport maar één middel tot stijging dei-
inkomsten heeft aangegeven, doch het aan de vereeniging
overlaat zelf naar middelen om te zien. Maar zoo mag men
niet redeneeren als men meent, zooals de Commissie, dat niet
alle middelen zijn uitgeput, want de vereeniging zelf zegt
in het adres, dat zij geen kans ziet de inkomsten meer te
verhoogen; alle vijvers zijn afgevischt en contributievermeer
dering in den laatsten tijd is in deze gemeente bezwaarlijk
te verkrijgen. En om nu het werk niet hal verwege te moeten
laten steken, komt de vereeniging noodgedrongen tot den
Raad om subsidie te vragen, na zoovele jaren zonder steun
te hebben gewerkt.
Het komt mij voor, dat de Raad goed zou doen door ook
deze vereeniging door het toekennen van subsidie in de
gelegenheid te stellen hare nutt-ge taak verder te volvoeren.
De beraadslaging wordt gesloten.
De Voorzitter Ik stel voor op het verzoek van de «Ver
eeniging tot verzorging van kleine kinderen te Leiden" af
wijzend te beschikken.
Daartoe wordt besloten.
Het voorstel van Burg. en Weth. om ƒ250.subsidie toe
te kennen, daarop, in stemming gebracht, wordt met 12 tegen
11 stemmen verworpen.
Tegen stemmen de heeren: Timp, A. Mulder, Driessen,
Bosch, Vergouwen, Briët, Bots, de Vries, Pera, P. J. Mulder,
Juta en Reimeringer.
Vóór stemmen de heeren: Korevaar, Sijtsma, Aalberse,
van der Eist, van Tol, de Boer, Roem, Zwiers, Fokker, van
Hamel en van Gruting
XXI11. Bezwaarschriften tegen aanslagen in het vergunnings
recht, dienst 19081909.
(Zie Ing. St. N°. 190).
De heer Bosch. De Commissie kan zich niet vereenigen
met het voorstel van Burg. en Weth. tot verhooging van de
door haar bepaalde aanslagen voor Elshof en Erades. Het is
waar, dat er moeilijk iets tegen in te brengen valt, als gezegd
wordt, dat de huurwaarde eenigszins te laag is geschat, want
dat blijft altijd een zaak van persoonlijke opvatting. Als er
drie over gehoord worden, zullen zij alle drie van meening
verschillen en elk voor zich beweren gelijk te hebben.
Het is een quaestie van overtuiging en de overtuiging der
Commissie is, dat de huurwaarden, zooals die door haar zijn
aangenomen, juist zijn. Toen ik het stuk van Burg. en Weth. had
gelezen, heb ik eens nagegaan, hoe vroeger de genoemde per
sonen waren aangeslagen en is mij gebleken, dat de commis-
missiën van schatters en herschatters er een zonderlinge
manier op na houden om te komen tot het bepalen van de huur
waarden. In de eerste plaats Erades. In 1901 werd diens
aanslag in het vergunningsrecht bepaald op 62 50. Dat is
twee jaren volgehouden. In 1903 is de aanslag bepaald op
75in 1904 op 87.50 in 1905 op 100.en in 1906
op 112.50 Dat laatste bedrag werd ook weer twee jaren
volgehouden en nu wenschen zij dien te bepalen op ƒ125.
lk kan niet begrijpen, dat een en hetzelfde huis minstens
om de 2 jaar in huurwaarde gaat stijgen. Als het telkens
andere schatters waren, zou ik het nog begrijpen, maar met
dezelfde schatters niet. Verleden jaar was het 112.50; 2 jaar-
is het zoo geweest; de omzet is iets verminderd, maar er moet
toch weer ƒ12.50 bij. En waarom wordt de huurwaarde hoo
ger geschat? De straat is niet verbreed; er is geen mooi
trottoir gekomen, het perceel zelf is niet verbouwd, maar toch
moet er meer worden betaald. Dat geeft den indruk dat er